T2 hfst 12 - Loopbaanontwikkeling Flashcards
Loopbaan
De opeenvolging van aan werk gerelateerde functies, rollen, activiteiten en ervaringen.
- Loopbanen zijn NIET beperkt tot professionele en managementfuncties, en ook niet tot conntionele loopbaantrajecten
- we kijken niet alleen naar iemands huidige functie, maar ook hoe deze gerelateerd is aan zijn verleden en toekomst
- de ervaringen benadrukken dat een loopbaan zowel subjectief als objectief is
- aan werk gerelateerd: activiteiten zoals training, bijscholing, vrijwilligerswerk, werkloosheid, zelfstandig ondernemerschap en tijdelijke contracten zijn elementen van iemands loopbaan.
KANTER: 3 loopbaanvormen
- Bureaucratische loopbaan: een reeks voorspelbare stappen naar posities met meer status, doorgaans binnen dezelfde functiegroep of organisatie
- Professionele loopbaan: groei vindt plaats door de ontwikkeling van het vermogen om complexere taken te verrichten en door te groeien naar de rol van expert
- Ondernemende loopbaan: het waarnemen van mogelijkheden om extra waarde te leveren en de organisatie uit te bouwen.
ARTHUR en ROUSSEAU: Grenzeloze loopbaan
Een reeks van loopbaanvormen die conflicteren met de conventionele
aannames over dienstbetrekking. Verder uitgewerkt met 6 kenmerken:
- De loopbaan heeft onafhankelijk van een werkgever bestaansrecht en kan vermarkt worden
- De loopbaan beweegt zich over de grenzen van afzonderlijke werkgevers heen
- De loopbaan wordt gesteund door externe netwerken
- Traditionele organisatiegrenzen worden doorbroken
- Loopbaankansen kan iemand laten schieten door persoonlijke of familieredenen
- Het individu ziet een grenzeloze toekomst voor zich, ongeacht eventueel structurele beperkingen
BRISCOE: grenzeloze instelling
Iemands opvatting over de eigen loopbaan als niet gehinderd door grenzen
GUBLER: herziening van 5 kenmerken van de grenzeloze loopbaan
- voorkeur voor mobiliteit tussen organisaties
- voorkeur voor mobiliteit tussen geografische locaties
- voorkeur voor mobiliteit tussen beroepen
- voorkeur voor werken buiten de organisatiegrenzen
- verwerping van loopbaankansen om persoonlijke redenen
Proteaanse loopbaan
- HALL: mensen kunnen een coherent identiteitsbesef hebben, maar moeten ook in staat zijn om zich aan te passen aan de omstandigheden op de arbeidsmarkt.
- Kenmerken: iemand is:
– waardengedreven: interne waarden vormden de leidraad en maatstaf voor succes in iemand loopbaan
– zelfstandig in persoonlijk en loopbaanmanagement, en heeft het vermogen hebben zich aan te passen mbt prestatie en opleidingseisen - Traditionele loopbaan is vergelijkbaar met Kanters bureaucratische loopbaan
- waardengedreven heeft 2 elementen:
– een duidelijk zelfbeeld hebben en
– het loopbaansucces afmeten aan eigen waarden - Zelfstandig heeft ook 2 elementen:
– in staat en bereid zijn om te leren en je aan te passen;
– geloven dat je de baas bent in je eigen loopbaan - GUBLER: mensen met een proteaanse loopbaanopvatting hebben meer succes. MAAR sterke bias ten aanzien van Amerikanen en managers: niet duidelijk dat dit oorzaak is, enkel verband
- Beperkingen: waarde die zelfstandige individuen nastreven zijn vrijheid en groei, maar waarden kunnen ook anders zijn
Schein: loopbaanankers
Kernpunten uit iemands zelfbeeld die iemand nooit zou willen opgeven.
- Ontwikkelen zich aan begin van iemands carrière
- Bestaan uit een mix van vaardigheden, motieven, behoeften en waarden
Lijst van 8 loopbaanankers
- Sturen en invloed uitoefenen
- Technische of functionele expertise
- Zekerheid
- Autonomie/onafhankelijkheid
- Ondernemend/creatief
- Uitdaging
- Dienstverlening/toewijding aan idealen of waarden
- Levensstijlbalans
3 opmerkingen ivm loopbaanankers
- Loopbaanankers bepalen niet per se welke type werk of beroep iemand kiest, binnen elk willekeurig beroep werken mensen met verschillende ankers
vb. IT: autonomie, ondernemende creativiteit en zekerheid - Succes wordt beïnvloed door meerdere factoren: persoonlijke eigenschappen waaraan in een baan een positieve betekenis wordt toegekend, de strategie in het handelen, gecombineerd met kansen die de organisatie biedt.
- Voor de meeste mensen is er niet zomaar 1 anker
– Voorstellen voor extra ankers zoals variatie en scheiding tussen ondernemend en creatief
– Ankers lijken relatief onafhankelijk van elkaar te bestaan
Zelfmanagement
Werknemers zijn zelf verantwoordelijk voor het vaststellen van hun ontwikkelingsbehoefte en het ondernemen van actie.
HIRSH en Jackson: 5 redenen om aan loopbaanmanagement te doen
- Loopbaanontwikkeling is de manier waarop mensen zich steeds meer vaardigheden en kennis eigen makendie voor de organisatie van nut zijn.
- Loopbaanontwikkeling bepaalt hoe vaardigheden en kennis binnen organisaties worden ingezet en verbreid
- De manier waarop mensen zich door een organisatie bewegen bepaalt hoe haar cultuur en waarden worden overgedragen.
- Mensen willen weten waar ze staan en duidelijk uitspraken over hoe loopbanen worden gemanaged, helpen hierbij
- Loopbaanontwikkeling is een belangrijke manier om kundige werknemers aan te trekken, te motiveren en binnen te houden.
20 interventies waarmee organisaties de loopbaan kunnen ondersteunen
- Interne publicatie van vacatures
- Introductie en socialisatie
- Functieomschrijvingen en functiebouwwerk
- werkboeken of software
- Loopbaanworkshops
- ONline loopbaanmanagement
- Trainings- en bijscholingstrajecten
- Detacheringen
- Persoonlijke ontwikkelingsplannen
- (Interne) loopbaancentra
- Ontwikkelingsgericht assessment (development center)
- Mentoring
- Coachingprogramma’s
- Individuele counseling
- Regelingen voor functieroulering
- Ontwikkelopdrachten
- Opvolgingsplanning
- Talentmanagement
- Outplacement
- Pensionerings- en lateloopbaanprogramma’s
5 mogelijke doelen van loopbaaninternventies
- Vacatures opvullen
- Beoordeling van potentieel, competenties, vaardigheden en interesses
- Ontwikkeling van vaardigheden en competenties
- Verhelderen en bepalen van loopbaanmogelijkheden
- Implementatie van loopbaanplannen
3 bemerkingen bij loopbaaninterventies
- HIRSH: nodig om aan te geven wie in aanmerking komt tot interventie (bij voorkeur iedereen). De interventie moet in lijn zijn met het geformuleerde doel.
- Succes hangt af van technische merites, maar ook van ondersteunende organisatieeprocessen
- HR-managers zijn soms voorzichtig met interventies omdat werknemers dan mogelijk beseffen dat ze weg willen. Er is echter bewijs dat ze meer toegewijd raken aan het bedrijf.
Hoe kunnen arbeidspsychologen bijdragen aan loopbaaninterventies?
- Ontwikkelen van oefeningen en vragenlijsten om vermogens en persoonlijkheid mee te beoordelen
- Trainen van managers en specialisten om werknemers te beoordelen
- Ontwikkelen zelfbeoordelingshulpmiddelen
- Feedbacksessies over beoordelingsresultaten
- Vaardigheden bijbrengen tot mentor of coach
- Counselingvaardigheden
- Baananalysetechnieken
- Ontwikkelen trainingsprogramma’s
Mentoring volgens KRAM
- Een relatie tussen een jongvolwassene (mentee) en een ouder, meer ervaren iemand (mentor) die de jongere helpt om zijn weg te vinden in de wereld van volwassenen en werk. Een mentor ondersteunt, stuurt en adviseert de jongere terwijl hij een belangrijke taak probeert te volbrengen.
- Essentie: mentee en ervaren iemand, meestal ouder iemand, mentee is aan begin van zijn loopbaan, één op één relatie
- Verschil met coaching: mentor heeft een bepaalde positie en leeftijdsfase
Functies die mentoring kan vervullen voor een mentee (KRAM)
De loopbaanfuncties:
- Sponsoring, waarbij de mentor de belangen van de mentee behartigt door hem voor te dragen voor bepaalde projecten
- Introductie tot hooggeplaatste organisatieleden
- Coaching door het uitwisselen van ideeën en het aandragen van strategieën
- Bescherming tegen reputatieschade
- Het aanleveren van uitdagend werk
Psychosociale functies:
- Het fungeren als rolmodel voor de mentee
- Het geven van ondersteuning
- Eerlijke gesprekken over spanningen en angsten van de mentee
- Vriendschap
3 elementaire vereisen van een effectieve beroepskeuze
- Duidelijk begrip van onszelf, attitudes, vermogens, interesses, ambities, beperkingen van onze middelen en de oorzaak hiervan
- Kennis van de vereisten van en voorwaarden voor succes, de voor- en nadelen, compensatie, mogelijkheden en vooruitzichten van verschillende beroepen
- Weloverwogen beraadslaging over de relaties tussen deze twee groepen vereisten
HOLLAND: typering van beroepsprofielen (PAASOC)
- Praktisch: buitensporttype
- Analytisch: concepten en logica
- Artistiek: verbeeldingsvermogen
- Sociaal: gezelschap van anderen, warm en zorgzaam
- Ondernemend: gesteld op het gezelschap van anderen om te domineren en overtuigen, houdt van actie
- Conventioneel: regels en voorschriJen, structuur en orde
–> Driehoek RIASEC (realistic, investigative, artistic, social, enterprising en conventional): niemand pas precies bij 1 profiel, mensen worden beschreven obv 3 profielen waar ze het best passen
Hollands belangrijkste theoretische stellingen
- Congruentie: mensen vinden hun omgeving plezierig als de gedragspatronen in de werkomgeving passen bij hun eigen persoonlijkheidspatronen
- Incongruente interacties zetten aan tot gedragsverandering
- Een omgeving stoot incongruente mensen af, trekt congruente mensen aan of verandert de aan de aanwezige mensen gestelde eisen
–> Mensen zijn het meest tevreden en presteren best in beroepen die passen bij hun persoonlijkheid
ARNOLD: analyse hypothesen van Holland
- Goede afspiegeling van de persoonlijkheidsdimensies
- Zeshoekige schikking goede benadering voor de meeste gegevens
- Zeshoekige schikking niet goed generaliseerbaar voor verschillende culturen
- Correlatie tussen congruentie en persoonlijkheid slechts zwak correleerbaar
–> DONOHUE: mensen kunnen congruentie vergroten door te veranderen van beroep of interesses aan te passen
ARNOLD: redenen voor zwakke of niet-bestaande correlatie tss congruentie en werktevredenheid/succes
- Basishypothese en maatstaven geven bepaalde aspecten van de persoon niet adequaat weer
- Omgevingsmetingen kunnen significante kenmerken missen
- Congruentiemeetmethodes worden verzwakt door de eerste en tweede factor, en door het feit dat veel methodes te veel van de beschikbare data niet gebruiken.
MARCIA: concept van de identiteitsstatus
Er bestaan 4 patronen in de ontwikkeling van zelfbegrip:
1. Algmene vaagheid (diffusion)
2. Omgaan met onzekerheid door snel en voortijdig te beslissen (foreclosure)
3. Opzettelijk afwachten (moratorium)
4. Duidelijk zelfbegrip obv ervaring en overdenking (identity achievement)
Oorzaken van besluiteloosheid
- gebrek aan informatie over eigen interesses / capaciteiten
- gebrek aan informatie over de arbeidsmarkt
- het hebben van 2 of meer even aantrekkelijke keuzemogelijkheden
- sociale druk
- gebrek aan zelfvertrouwen
- angst voor besluitvorming
- spanningen tussen privé en werk
- chronische besluiteloosheid