T1 hfst 4 - Selectiemethodes Flashcards
Overzicht van selectiemethodes
- Sollicitatiegesprek/interview
- Psychometrische tests
- Opvragen van referenties
- Biografische vragenlijst
- Praktische opdrachten en simulaties
- Assessmentonderzoek
- Cv’s
- Sollicitatieformulier of -brief
Evaluatiecriteria voor selectiemethodes
- Onderscheid kunnen maken tussen kandidaten
- Validiteit en betrouwbaarheid
- Rechtvaardigheid en eerlijkheid
- Administratief werkbaar
- Professioneel
- Kosten en ontwikkelingstijd
- Reacties van kandidaten
- Feedback geven aan kandidaten
Belangrijke aandachtspunten bij een validiteitsonderzoek
- een goede en voldoende grote steekproef
- betrouwbaar verkregen scores
- een voldoende ruim scorebereik
Work sample test
beoordeelt de vaardigheid van een kandidaat om een opgedragen taak uit
te voeren
Waarom blijven organisaties methoden gebruiken met een geringe validiteit en negeren ze methoden met een grotere validiteit?
Onderzoek König et al. (2010): 5 selectiemethoden werden geëvalueerd in vergelijking met 6 predictieve zelf ontworpen tests.
De volgende aspecten bleken belangrijk:
1. Diffusie: de mate waarin de selectiemethode in de praktijk van de organisatie word toegepast. –> belangrijkste predictieve factor
2. Juridische verdedigbaarheid –> ondergeschikte rol
3. Reacties van de sollicitant: eerlijk en rechtvaardig? –> belangrijkste predictieve factor
4. Organisationele zelfpromotie
5. Predictieve validiteit: zal de selectiemethode een betrouwbare voorspellende factor zijn voor de toekomstige arbeidsprestatie?
–> kleine, onbelangrijke rol!
6. Kosten –> belangrijkste predictieve factor
3 voorwaarden opdat het sollicitatiegesprek een valide methode kan zijn
Er voor zorgen dat
1. de vragen van de ondervrager gebaseerd zijn op de functieanalyse
2. dezelfde ondervragers dezelfde vragen stellen aan verschillende kandidaten
3. de ondervragers een consistente reeks criteria gebruiken om de antwoorden van de kandidaten te beoordelen
Meta-analyse Huffcutt et al. (2001): validiteit van solliciatiegesprekken
- De validiteit van sollicitatiegesprekken is beter dan die van andere selectiemethodes, zoals cognitieve tests.
- Vooral gestructureerde sollicitatiegesprekken leveren in combinatie met persoonlijkheidstests en tests voor cognitieve vermogens een verhoogde predictieve validiteit
2 meest gebruikte vormen van gestructureerde gesprekken
-
Gedrags- of competentiegerichte gesprekken:
– Kandidaten beschrijven gedrag in situaties uit het verleden, relevant voor de functie, volgens een bepaalde structuur (vb STAR-methode)
– Gedrag in verleden kan gedrag in toekomst voorspellen
– Interviewers gebruiken beoordelingsschalen met gedragsindicatoren (BARS)
– Feitelijke ervaring: voorspeller gemiddelde prestatie -
Situationele gesprekken
– Voorleggen hypothetische werksituaties aan kandidaten
– Intentie is voorspellen van toekomstig gedrag
– Antwoorden vergelijken met antwoorden deskundigen (obv BARS)
– Nadeel: geen rekening houden met ervaringsniveaus en wat mensen zeggen dat ze gaan doen is niet altijd wat ze ook doen
– Dwingend nadenken: voorspellend voor maximale als gemiddelde prestaties
STAR-methode
- Situatie: de sollicitant wordt gevraagd een voorbeeld te geven van een situatie
- Taak: de sollicitant moet beschrijven welke taken in die situatie verricht werden
- Actie: de sollicitant vertelt over de verschillende acties die nodig waren om de taken te voltooien
- Resultaat: de sollicitant beschrijft welke directe resultaten voortkwamen uit de acties
STAR is gebaseerd op de aanname dat gedrag in het verleden gedrag in de toekomst kan voorspellen
Validiteit van gedragsgerichte en situatiegerichte gesprekken
Beide hebben goede mate van validiteit
- Complexiteit van de functie is van invloed op validiteit van situationele
interviews (HUFFCUTT)
- Ervaring belangrijker naarmate complexiteit van de functie
- KRAJEWSKI: gedragsgerichte interviews hebben een significante predictieve
waarde voor complexe functies, maar situationele interviews niet
Zijn sollicitatiegesprekken de moeite waard?
- Kandidaten kunnen zich anders voordoen
- KLEINMAN en KLEHE, SWIDER: impressiemanagement speelt grotere rol naarmate belangen groter zijn, wanneer er veel te verliezen valt
- LEVASHINA en CHAMPION: onderscheid maken tussen misleidend impressiemanagement (liegen of verfraaien) en eerlijk impressiemanagement (feitelijke presta1es zo presenteren dat de kandidaat er goed uit komt).
- Zelfpromotie als vorm van impressiemanagement heeft grootste invloed op beoordelingen (= het vermogen om verschillende contexten te begrijpen en het gedrag aan te passen om in de variërende behoefte van de andere te voorzien).
Impressiemanagement als reflectie van cognitieve persoonlijkheidskenmerken
Impressiemanagement is mogelijk een reflectie van cognitieve persoonlijkheidskenmerken geassocieerd met motivatie.
SILVESTER: succesvolle kandidaten hebben interne attributiestijl: gedrag uit het verleden wordt toegeschreven aan oorzaken die men zelf in de hand had. (externe attributie: oorzaken waar men geen grip op heeft)
Hoe kan men de validiteit van een interview verbeteren?
- De effecten van impressiemanagement reduceren door het gesprek strakker te structureren –> meer zoeken naar specifieke competenties. (Barrick et al.)
- Coachen van sollicitanten om goed te presteren kan scores beïnvloeden (MAURER)
2 categoriën van psychometrische tests
- Cognitieve capaciteitentests: algemene intelligentie, ruimtelijk inzicht, taal- en rekenkundige vermogens
- Persoonlijkheidsmeetinstrumenten
Doel van psychometrische tests bij personeelsselectie
Psychometrische tests kunnen een indicatie bieden voor de maximale prestatie of gemiddelde prestatie
Kenmerken van cognitieve capaciteitentests
- Goedkoop, beste voorspellers van werkprestaties
- Meten van ‘g’ of technisch of ruimtelijk inzicht, vooral bij technische functies
- BERTUA: hoogste validiteit tussen cognitieve tests en verschillende prestatiecriteria
- SALGADO: validiteit ‘g’ getest in 10 Europese landen: GMA en cognitieve capaciteiten zijn goede voorspellers van functieprestatie en trainingssucces
Is het gebruik van cognitieve tests een oneerlijke manier om beslissingen over personeelsselectie te nemen, vooral omdat ze niet bijzonder populair zijn bij de kandidaten zijn?
- Argumenten tegen: ze benadelen minderheidsgroepen
–> ONES: is niet zo - Reacties van de sollicitanten is negatief, vaak door gebrek aan uitleg en feedback
- Wordt nu ook verder gekeken, zoals naar meervoudige intelligentie en postitiever wanneer deze tests worden afgenomen via het internet
Op welk model zijn persoonlijkheidsmeetinstrumenten gebaseerd?
Meestal gebaseerd op een trait-model van persoonlijkheid (= stelt dat mensen meetbare kenmerken hebben en daarop een bepaalde score kunnen halen).
Het andere uiterste: Type-model (= stelt dat er bepaalde typen mensen bestaan, vb: je bent extravert of je niet)
Welke traits zijn goede voorspellers?
- Consciëntieusheid is voor de meeste functies en organisaties een goed voorspellend selectie-instrument, zeker als het in combinatie met GMA wordt gebruikt
- Openstaan voor nieuwe ervaringen is positief gecorreleerd aan opleidings- en trainingsprestaties
- Emotionele stabiliteit wordt in vele organisaties gekoppeld aan werkprestaties.
- Extraversie is positief gecorreleerd aan goede prestaties, vooral in salesfuncties waarin verkoopprestaties op persoonlijke basis worden beoordeeld.
-
Altruïsme en extraversie hangen vaak samen met transformationeel leiderschap. Leiderschap in het algemeen hangt samen met álle aspecten van de big five.
Altruïsme is verbonden met klant- en servicegerichtheid en met een positieve affiniteit en capaciteiten op het gebied van dienstverlening.
Altruïsme is vooral van groot belang voor kennisinnovatie in multidisciplinaire teams.
Hough & Furnham (2003): validiteit persoonlijkheidskenmerken
De validiteit van persoonlijkheidsvariabelen varieert naargelang het
type prestatie dat gemeten wordt en het type functie.
Vb. Consciëntieusheid is sterk gecorreleerd met algemene werkprestaties, maar kan negatief gecorreleerd zijn aan creativiteit