Stuive 4 Flashcards

1
Q

Hoe noem je het principe voor het radicaal herontwerpen van het primaire proces?

A

Business Process Reengineering (BPR)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar start je mee als je het proces middels BPR gaat herontwerpen (2)?

A

Start met:

  1. beoordelen van de missie en strategische doelstellingen
  2. Definieren van klanten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Benoem de zes stappen van Business Proces Reengineering (BPR)

A
  1. ontwikkel een bedrijfsvisie en bepaal operationele doelen
  2. Identificeer de bedrijfsprocessen die herontwerpen dienen te worden
  3. Begrijp en meet de prestaties van huidige processen
  4. identificeer de IT-niveaus
  5. ontwerp en bouw een prototype van het nieuwe proces
  6. pas het besturingsmodel en de organisatiestructuur aan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe noem je een grafische voorstelling van informatiestromen binnen de organisatie welke vaak wordt gebruikt om administratieve processen te weergeven?

A

Dataflow-diagram (DFD)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welk diagram biedt inzichten in:

  1. alle deelprocessen
  2. samenhang tussen (deelprocessen)
  3. herkomst en bestemming van gegevens?
A

Dataflow-diagram

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bij welk diagram horen onderstaande componenten?

  1. gegevensstromen
  2. processen
  3. gegevensverzameling
  4. externe bronnen en bestemming van gegevens
A

Dataflow-diagram

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe noem je een methode om een diagram te maken van een bewerking- of bedrijfsproces?

Voordeel is simpliciteit (twee elementen worden er gebruikt. pijl en rechthoeken).

A

Integration DEFinition for Function (IDEF0)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welk processchema is gebaseerd op de blackbox benadering en geeft onderstaande interacties weer:

  1. stuurinformatie
  2. input
  3. output
  4. resources
A

Integration DEFinition for Function (IDEF0)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe noem je het vaststellen voor wat de klant belangrijk is?

A

Klantperspectief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een lijnstaforganisatie?

A

Eenheid van gezag (1baas)

Eenheid van bevel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een matrixorganisatie?

A

Specialisten welke verantwoording afleggen aan vakspecialist en projectleider

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de voordelen van een matrixorganisatie?

A
  1. efficiënter gebruik van middelen
  2. Flexibel makkelijk aanpassen
  3. Specialistische ontwikkeling management
  4. Interdisciplinaire samenwerking
  5. beschikbaar voor alle eenheden
  6. sprake van taakverruiming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de nadelen van een matrixorganisatie?

A
  1. ontstaan van frustratie en verwarring
  2. kans op conflicten tussen twee kanten van de matrix
  3. meer dan gemiddeld overleg nodig
  4. getraind worden op samenwerking
  5. macht niet gelijk verdeeld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe noem je het als je bedrijfsprocessen schematisch in kaart brengt?

A

Modelleren van processen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe noem je de situatie waarbij men tijdens het herontwerpen van een proces bestaande en inefficiënte werkmethodes loslaat?

A

Nulsituatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe noem je regels die zijn afgeleid van de doelstelling van een organisatie?

A

Ontwerpprincipes

17
Q

Hoe noem je software waar je processchema’s mee kunt maken?

A

Ontwerpsoftware

18
Q

Wat zijn de 14 ontwerp principes van Kars & Evers?

A
  1. ontwerpprocessen die aan prestatie-indicatoren voldoen
  2. beschouw de totale waardeketen van het proces
  3. houd rekening met de waardediscipline die de organisatie nastreeft
  4. creer zo vroeg mogelijk in het proces duidelijke klantkoppelpunten
  5. maximaliseer standaardisatie voor routine activiteiten
  6. ondersteun een proces waar mogelijk met ICT
  7. voer gegevens eenmalig en correct in bij de bron
  8. minimaliseer wachttijden en elimineer overdrachtsmomenten
  9. onderscheid en reduceer uitzonderingen
  10. ontwerp parallel in plaats van serieel
  11. pas controle-technische functie deling toe
  12. laat flexibiliteit prevaleren boven synergie
  13. integreer controles in het proces
  14. stem procesniveau en medewerker niveau op elkaar af
19
Q

Wat is een organogram?

A

Laat structuur van de organisatie zien

20
Q

Uit welke drie elementen bestaat de overlevingsdriehoek?

A
  1. Kosten
  2. Kwaliteit
  3. Functionaliteit
21
Q

Wat wordt er gebruikt tijdens het ontwerpen van processen waneer het proces vanuit drie kanten wordt benaderd?

A

Overlevingsdriehoek

22
Q

Uit welke informatie bestaat een procesdocument?

A
  1. procesnummer
  2. eerste letter
  3. opdeling in documenten en bestanden
  4. volgnummer

procesdocument brengt structuur aan.

23
Q

Uit welke structuur bestaat een procesformulering?

A

Vaste structuur:

  1. kop met daarin titel, auteur, versie en datum
  2. korte samenvatting van bijbehorende processchema
  3. beschrijving van elk proces
  4. codes van gebruikte procesdocumenten
24
Q

Uit welke stappen bestaat het opstellen van een processchema? (5)

A
  1. verzamelen van informatie (analyseer informatie, bepaal wie erbij betrokken zijn)
  2. identificeer de juiste mensen (interview)
  3. kies modelleringstechniek
  4. stel het model op
  5. koppel terug en pas aan op de werkelijkheid
25
Q

Waar worden processchema’s in toegepast?

A

Voorbeelden:
Te bepalen welke deelprocessen moeten worden gemonitord
Fouten/afwijkingen in deelprocessen identificeren
Verandering te standaardiseren

26
Q

Welke drie stappen horen bij het opstellen van een processchema?

A
  1. procesformulering
  2. procesdocumenten
  3. processchema’s
27
Q

Hoe noem je het als processen en deelprocessen tot elkaar in relatie staan?

A

Samenhang

28
Q

Welk schema visualiseert de exacte route die een proces aflegt waarbij de processtappen in aparte kolommen worden weergeven?

A

Riverchart

29
Q

Welke 5 aspecten zijn belangrijk om onderlinge samenhang in te creëren?

A
  1. Resultaten
  2. Activiteiten
  3. Mensen
  4. Middelen
  5. Kaders
30
Q

Wat zorgt ervoor dat een proces doelmatig verloopt?

A

De samenhang tussen 5 aspecten:

  1. Resultaat
  2. Activiteiten
  3. Mensen
  4. Middelen
  5. Kaders
31
Q

Welke vragen moet je jezelf afstellen bij het ontwerpen van een werkinstructie?

A
  1. is het onderwerp zodanig complex dat het een werkinstructie nodig heeft? (nee, dan geen werkinstructie?)
  2. is het onderwerp te beperken tot een specifieke taak of handeling? (nee, deel het op in meerdere werkinstructies)
  3. is geïnventariseerd op welke manier de taak momenteel wordt uitgevoerd?
  4. is gecontroleerd of deze taak door alle betrokkenen op dezelfde manier wordt uitgevoerd?\
  5. is gecontroleerd of deze handelswijze overeenkomt met beoogde beleid in de instelling en de laatste professionele richtlijnen
32
Q

Wat is de inhoud van een werkinstructie?

A
  1. naam van de werkinstructie
  2. indien van toepassing: beschrijving van de benodigdheden
  3. stapsgewijze telegrambeschrijving van de handelswijze
  4. beschrijving van de verantwoordelijke en bevoegde personen
  5. verwijzing naar andere werkinstructies, procedures of reglementen