Stuive 3 Flashcards

1
Q

Hoe noem je een deelverzameling van relaties in het (sub)systeem, waarbij alle elementen onveranderd behouden blijven?

A

Aspectsysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe noem je een managementmodel dat verschillende KPI’s in een organisatie bepaalt en vastlegt aan de hand van strategische doelstellingen?

A

Balanced scorecard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe noem je het afspelen van gebeurtenissen en activiteiten binnen een proces?

A

Dynamische systemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn kenmerken van dynamische systemen?

A
  1. Gebeurtenis vindt plaats
  2. Toestand van systeem wijzigt
  3. Waarde eigenschap van een element verandert
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke drie aspecten horen bij een dynamisch systeem?

A
  1. Invoer
  2. Doorvoer
  3. Uitvoer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe noem je de wijze waarop het systeem reageert bij bepaalde in- en of uitwendige omstandigheden?

A

Gedrag van een systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe noem je de toenemende detaillering tijdens de systeembenadering?

A

Maanreis benadering (inzoomen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe noem je het als tijdens een systeembenadering de omgeving geleidelijk wegvalt en slecht een klein aantal elementen tegelijk is te overzien?

A

maanreis benadering (inzoomen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe noem je getallen die een aantal gemeten grootheden met elkaar, in een vooraf gedefineerd verband brengt?

A

Kengetallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe noem je variabelen waarop het management kan sturen ten behoeve het analyseren van prestaties van bedrijven en organisaties?

A

Key Performance Indicator (KPI)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe worden KPI’s weergeven t.o.v. het proces verloop?

A
  1. Definitie
  2. Frequentie
  3. Norm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn voorbeelden van KPI’s op het gebied van procesmanagement?

A
  1. doorlooptijd
  2. kwaliteit
  3. Volledigheid
  4. klanttevredenheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is van cruciaal belang om een strategie succesvol uit te kunnen voeren?

A

Kritische succes factor (KSF)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke methodiek is erop gericht om reduceren van kosten, terugdringen van onnodige bewegingen?

A

Lean six sigma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke zeven soorten van verspillingen worden aangepakt met Lean Six sigma?

A
  1. Teveel processen
  2. Transport
  3. Beweging
  4. Voorraad
  5. Wachten
  6. Defecten
  7. Overproductie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat vormen samen de totale doorlooptijd van een proces?

A

Niet-waardevermeerderende + waardevermeerderende tijd = doorlooptijd

17
Q

Welke drie soorten indicatoren horen bij Procesindicatoren (Donabedian) (3)

A
  1. Structuurindicatoren
  2. Procesindicatoren
  3. Uitkomstindicatoren
18
Q

Wat beschrijft de noodzakelijke structuur om kwaliteit te kunnen leveren?

A

Stuurindicatoren

19
Q

Wat zijn voorbeelden van stuurindicatoren?

A

Voorbeelden:

  1. Capaciteit van bewerkingsstation
  2. Vaardigheden van een medewerker
  3. Aantal klanten met een smartphone
20
Q

Wat beschrijft de handeling om kwaliteit te leveren? (meestal gaat het om te bepalen van het percentage)

A

Procesindicatoren

21
Q

Wat zijn voorbeelden van procesindicatoren

A
  1. doorlooptijd van een bewerking
  2. gemiddelde tijd besteed aan een klant
  3. voorraad bij machine
22
Q

Hoe noem je de beschrijving van doelen waarbij de focus ligt op effectiviteit en doelmatigheid?

A

Uitkomstindicatoren

23
Q

Wat zijn voorbeelden van uitkomstindicatoren?

A

Voorbeelden:

  1. Kwaliteit
  2. Output
  3. Aantal fouten
24
Q

Hoe noem je een systeem waar geen gebeurtenissen optreden?

A

Statische systemen

25
Hoe noem je het als een systeem beschikt over een volledig bepaald gedrag, wat repeteerbaar is (in tijd en gedrag)?
Steady state
26
Hoe noem je een deelverzameling van elementen waar oorspronkelijke relaties tussen elementen onveranderd blijft?
Subsysteem
27
Hoe noem je de werkelijkheid te onderscheiden verzameling van elementen, afhankelijk van het door de onderzoeker gestelde doel?
Systeem
28
Wat zijn kenmerken van een systeem? (3)
1. Het wil een doel bereiken 2. Verzameling van elementen 3. Samenhang tussen elementen (intern/extern)
29
Hoe noem je het als een systeem op een bepaald moment in een bepaalde toestand verkeerd?
Toestand van een systeem Deze toestand heeft op een bepaald moment waarde, dit wordt een momentopname genoemd.
30
Waar leidt het stellen van hoge valideits eisen toe?
1. Afwijzen van indicator 2. Specifieker maken van indicator (minder situaties bruikbaar) 3. Aanvullende registraties noodzakelijk
31
Hoe noem je het analyseren en in kaart brengen van een complete processtroom waarbij de hele waardeketen in beeld wordt gebracht? (Materiaalstromen en informatiestromen worden letterlijk getekend)
Value Stream Mapping (VLSM)
32
Welke elementen bevat een VLSM? (6)
1. doorlooptijden 2. capaciteit 3. bewerkingstijden 4. werkvoorraad 5. kwaliteit van gegevens 6. overige relevante aspecten