studietaak 9 (7,5%) Flashcards

1
Q

The importance of a topic of a study might influence people’s evaluations in 2 ways

A

1) Leniency Bias: scientists who read research papers and editors who publish them are more forgiving of the methodological weaknesses that they notice in studies of important problems
2) Oversight Bias: the importance of a problem makes the methodological weaknesses more difficult to detect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Why are people more likely to overlook methodological weaknesses that address important problems?

A

1) Representative Heuristic (= the implicit assumption that the part represents the whole, or that an instance is similar to its class)

2) Halo Effect (=a person’s global evaluations of tother people prejudice his or her evaluations of their specific attributes) (people are often blind to a loved ones’ faults)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Sloppy Science

A

ruis in het wetenschappelijk proces kan leiden tot slordigheid en tot twijfelachtige onderzoekspraktijken (Questionable Research Practices)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Publish or Perish

A

= publicatie druk
Peer Revies = collegiale toetsing
- het lezen, becommentariëren en uiteindelijk het adviseren of een artikel goed genoeg is voor publicatie door andere onderzoekers met expertise in het betreffende vakgebied:
* belangrijk controle mechanisme
* peerreview kan dubbelblind of enkelblind zijn
* het wetenschappelijke systeem moet dus gericht zijn op het minimaliseren van de impact van dergelijke cognitieve biases

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Novelty Bias

A

een resultaat dat nieuw, of vernieuwend is wordt soms minder kritisch onder de loep genomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Confirmation Bias

A

neiging om informatie te filteren en interpreteren op een manier die past bij je eigen overtuigingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hindsight Bias

A

I knew it all along (uitkomst weten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

HARKing

A

Hypothesizing
After the
Results are
Known

  • doet zich voor wanneer een onderzoeker een onverwacht resultaat vindt en vervolgens het onderzoek presenteert op een manier alsof het onderzoeken van de (achteraf geformuleerde) hypothese altijd al het doel was
  • het risico bij een statistisch resultaat zonder a-priori hypothese is dat het een toevallig resultaat is en dus fout-positief (false positive)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Cherry-Picking

A

betekent dat onderzoekers alleen de meest positieve onderzoeksresultaten presenteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

P-Hacking (op zoek gaan naar significantie)

A

doet zich voor wanneer onderzoekers verschillende analysestrategieën gebruiken om zo op zoek te gaan naar een significant resultaat, ter ondersteuning van hun hypothese
-heeft te maken met confirmation bias
-kan leiden tot verlies kritische houding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Belangenverstrengeling verbergen

A

-sprake van wanneer een onderzoeker baat heeft bij een bepaalde uitkomst
-tegen gaan door transparantie en het openbaar maken van alle onderzoeksgegevens is een cruciale randvoorwaarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Motivated Reasoning (redeneren gedreven door motivatie)

A
  • Verkennersmindset (Scout)
  • het vermogen om dingen te zien zoals ze zijn en niet zoals je zou willen dat ze zijn
  • gekenmerkt door intellectuele openheidk
  • Soldiermindset
  • de denkstijl wordt met name gedreven door de motivatie om diens gedachtengoed te verdedigen (vatbaarder voor Confirmation Bias)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Replicas

A

leiden tot een sterkere inductieve generalisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Open Science

A

streeft er naar het gehele onderzoeksproces transparant en toegankelijk te maken om zo twijfelachtige onderzoekspraktijken detecteerbaar te maken en te voorkomen, om onderzoek repliceerbaar te maken, om samenwerking tussen onderzoekers en wetenschappelijke vooruitgang te bevorderen en om onderzoeksuitkomsten voor een breder publiek toegankelijk te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Merton (1942) formuleerde 4 normen die het karakter van wetenschap onderliggen

A

1) gemeenschappelijk (alle wetenschappers moeten toegang hebben)
2) Universalisme (kenmerken van de wetenschapper mogen geen rol spelen)
3) Belangeloosheid (algemeen belangen, niet persoonlijk gewin)
4) Georganiseerde scepsis (wetenschap moet voortdurend blootgesteld kunnen worden aan kritische analyse en collegiale toetsing)

CUDOS (communalism, universalism, disinterestedness and Organizeds Scepticism)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De werkwijze van Open Science

A

beschrijft procedures (om te voorkomen dat je met een “lemon” te maken hebt), die erop gericht zijn om de kwaliteit van onderzoeksverslagen te waarborgen

17
Q

Open Science:

A

1) Pre-registratie: het openbaar maken van onderzoeksplannen, verwachtingen (hypotheses) en analyseplannen incl. alle beslissingen die kunnen worden geanticipeerd (voorkomt HARKing, P-hacking en Fishing for Significance)

Fishing for Significance= het analyseren van data zonder doel, op zoek naar statistisch significante verbanden

2) Open Data: openbaar maken van onderzoeksgegevens, zoals b.v. de geanonimiseerde antwoorden op vragenlijsten (kan via repositories; DANS Easy is Open Data Repository van de KNAW)

  • bij het openbaar maken van wetenschappelijke gegevens wordt er gestreefd om te werken volgens de zogenaamde FAIR Principes:
    F- indable (te vinden)
    A- ccessable (toegankelijk)
    I- nteroperable (onafhankelijk van software)
    R- eusable (praktisch te gebruiken door anderen)

3) Onderzoeksmaterialen openbaar: het openbaar maken van analysescripts zorgt ervoor dat volledig transparant is welke databewerkingen en analyses er zijn uitgevoerd

4) Open Access Publiceren:

  • Reproduceerbaarheid - dat onderzoekers op basis van de informatie die over de studie wordt gegeven het onderzoek op dezelfde manier opnieuw kunnen doen
  • Exploratief Onderzoek - wanneer een onderzoeker, zonder a-priori verwachtingen data analyseert of een onderzoeksresultaat toevallig vindt (kans op fout-positieve bevindingen groot)
  • Bevestigend Onderzoek - de onderzoeker probeert een bepaalde hypothese te bevestigen of te verwerpen
18
Q

5 principes voor Integer Onderzoek (Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit)

A

1) EERLIJKHEID
- geen ongefundeerde claims
- correct rapporteren over onderzoeksproces
- geen data/bronnen vervalsen/verzinnen
- alternatieve visies en argumenten serieus nemen
- openheid over onzekerheidsmarges
- resultaat niet gunstiger/ongunstiger presenteren dan ze zijn

2) ZORGVULDIGHEID
- wetenschappelijke methoden gebruiken
- optimale precisie bij ontwerp, uitvoering een verslaglegging en disseminatie van het onderzoek

3) TRANSPARANTIE
- voor anderen helder op welke data men zich baseert
- welke resultaten men bereikt
- langs welke weg
- wat de rol van externe belanghebbenden is geweest
-argumentatie helder
- stappen in het onderzoeksproces controleerbaar

4) ONAFHANKELIJKHEID (onpartijdigheid)
- dat men zich in de keuze van de methode, bij de beoordeling van de data en in de weging van alternatieve verklaringen, maar ook bij het beoordelen van onderzoek of onderzoeksvoorstellen van anderen, niet laat leiden door buiten-wetenschappelijke overwegingen (commercieel/politiek)

5) VERANTWOORDELIJKHEID
- dat men zich rekenschap geeft van het feit dat men als onderzoeker niet in isolement opereert en daarom binnen de grenzen van het redelijke rekening houdt met de legitieme belangen van bij het onderzoek betrokken personen en dieren, van eventuele opdrachtgevers en financiers en van de omgeving