Stromingen en therapieen Flashcards

1
Q

Geef de 2 strekkingen binnen de psychologie

A

-Academische (op basis van wetenschap en onderzoek)
-Niet-academische (ontstaan uit dokterafspraken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef de verschillende stromingen van Academische psychologie

A

-Introspectieve psychologie
-Naïef Behaviorisme
-Neo Behaviorisme
-Gestalt psychologie
-Cognitieve psychologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef de verschillende stromingen van Niet academische psychologie

A

-Psychoanalyse
-Humanistische psychologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef meer informatie bij Introspectieve psychologie

A

-Wetenschapper: Wundt
-Studieobject: Gevoelens en verwachtingen
-Studiemethode:
Gevoelens beschrijven (subjectief)
Het experiment (objectief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef meer informatie bij Behaviorisme

A

-Naïef: wetenschapper: Watson - studieobject S-R, methode: experiment
-Neo: studieobject: S-O-R, methode: experiment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geef meer informatie bij Gestaltpsychologie

A

-Studieobject: Het geheel is meer en anders dan de som van de delen
-Studiemethode: De persoon vertelt wat hij ervaart
-Vrij grote stroming, vindt dat mensen niet ingedeeld mogen worden in vakjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef de verschillende stromingen in Psychologie en leg kort uit

A

-Psychoanalyse: motor van gedrag zit in het bewuste
-Behaviorisme: omgeving stimuleert de prikkels
-Humanistische: Zelf verantwoordelijk voor gedrag (eigen probleem oplossen)
-Cognitieve: Het brein bepaald het gedrag, anders denken, ander gedrag
-Systeem-en communicatiedenken: gedeelde verantwoordelijk (systeem is verantwoordelijk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef meer informatie bij Psychoanalyse (dieptepsychologie)

A

-Freud, adler, jung
-Onbewuste wensen en drijfveren bepalen
-Aangeboren driften (eros, positieve) en (thanatos negatieve)
-Symptomen zijn te wijten aan conflicten, traumas uit het verleden
-Analogie van de Ijsberg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de therapie bij psychoanalyse?

A

-Onbewuste conflicten aan de oppervlakte brengen en bewust maken zodat spanningen en klachten verminderen
-Intensieve en langdurige exploratie van het onbewuste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de kritiek op de psychoanalyse

A

-Teveel gericht op gestoorde mensen, geen wetenschappelijke waarde
-Graden van bewustzijn (bij de moderene psychoanalyse zijn deze er wel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het verschil tussen vroege psychoanalyse en moderene?

A

Vroege:
-Onbewuste conflicten in de kindertijd
-persoonlijkheid
Moderne:
-Belang van huidige sociale omgeving
-Invloed van levenservaring tijdens de volwassenheid
-Belang van het zelfbeeld
-Rol van sociale en interpersoonlijke relaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geef de verschillende methodes van de psychoanalyse

A

-Traditionele genezingswijze (medicatie)
-Hypnose (zetelgesprek)
-Vrije associatie
-Droomanalyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geef de Psychische structuur van Freud

A

Es (verlangen) botsen met de realiteit
Ego - iemand anders bepaalt
Superego - heeft een eigen geweten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de uitgangspunten van Behaviorisme?

A

-Watson
-1900-1950
-Naïef: S-R
-Neo: S-O-R (ook innerlijke processen zoals verwachting en interpretatie worden belangrijk)
-Gedrag wordt bepaald door de omgeving
-Experiment: Wetmatigheid bij mens en dier gelijk
-Objectief, waarneembaar gedrag
-Objectieve gegevens: wat ze kunnen waarnemen en meten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke Theorieën zijn er?

A

-Habituatie of leren door gewenning
-Klassieke conditionering: Pavlov
-Operante conditionering: Skinner, Thorndike
-Model leren of modeling of sociaal leren: Bandura

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat kan je zeggen over gedragstherapie eerste generatie (behaviorisme)?

A

-Problematisch gedragspatroon herstellen mbv conditionering, belonen, straffen, ongewenst gedrag afleren en gewenst gedrag aanleren
-Psychische stoornis is een aangeleerde gewoonte
-Accent op externe omstandigheid en gedrag
-Toegankelijk voor angsten, OCD, depressie, verslaving, agressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de kritiek op gedragstherapie (eerste generatie)?

A

Er is geen aandacht voor innerlijke oorzaken van het gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke generaties zijn er bij Gedragstherapie (behaviorisme)?

A

Eerste generatie: Gedragstherapie (straffen en belonen)
Tweede generatie: Cognitieve gedragstherapie (belonen en anders denken)
Derde generatie: Act (waarden, accepteer datgene wat niet te veranderen is)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wie zijn de grondleggers van de Humanistische psychologie?

A

Carl Rogers en Abraham Maslow

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat houd Humanistische psychologie in?

A

Psychologie moet mensen helpen zichzelf te ontplooien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Geef uitgangspunten van Humanistische psychologie

A

-Zelf beslissingen nemen/ vrije wil van de mens, zelf verantwoordelijk voor gedrag, zelf gedrag bepalen
-Subjectief
-Empathie
-Uniciteit van de mens
-Interactie tussen persoon en omgeving wordt belangrijk

22
Q

Wat is de theorie van Carl Rogers?

A

-Zelf
-Ideale zelf
-Incongruentie veroorzaakt spanning en angst
Oplossing: zelf trachten te handhaven door incongruentie te vervormen of te ontkennen

23
Q

Wat is Incongruent gedrag?

A

Als iemand iets anders zegt dan dat er non-verbaal overkomt

24
Q

Wat is de visie op de praktijk van Rogers?

A

-Cliënt in plaats van patiënt
-Echt zijn
-Onvoorwaardelijk accepteren (gevoelens wel, gedrag niet)
-Empatisch zijn
-Periodes (Non directive, Cliënt centered, Person centered)

25
Wat houdt Cliëntcentered therapie in?
-Gericht op zelfactualisatie en persoonlijke groei -Accent op het ontwikkelen van betekenisvolle relaties -Streven naar meer keuzevrijheid en gezonder zelfbeeld -Bruikbaar voor negatief zelfbeeld
26
Wat is de kritiek op Cliëntcentered therapie?
Weinig wetenschappelijke waarde
27
Wat is een toepassing op de Humanistische psychologie?
De Gordon-methode (opvoeding stijl)
28
Wat houdt de Gordon-methode in?
Gedrag niet accepteren maar de gevoelens wel altijd accepteren -Opvoeding -Onvoorwaardelijk accepteren -Luisteren -Transparant boodschappen uiten
29
Wat is gentle teaching?
Gelijkwaardigheid, jij leert iets van mij, ik leer iets van jou -Wordt gebruikt bij mentaal gehandicapten
30
Welke techniek wordt er gebruikt bij beginnende dementering?
R.O.T. - Oriënteren op de realiteit
31
Welke techniek wordt gebruikt bij gevorderde dementering?
Validation techniek -Meegaan met de belevingswereld van de oudere
32
Wat zijn de doelstellingen van de Validation techniek?
-Eigenwaarde herstellen -Stress verminderen -Rechtvaardigen van het leven -Onvoltooide conflicten oplossen -Gelukkiger voelen
33
Wat zijn technieken bij Validation technieken?
-Centreren -Vragen naar feiten om vertrouwen te winnen -Parafraseren -Polariteit -Denken aan het tegendeel -Reminiscentie: altijd en nooit -Oprecht oogcontact -Ambiguïteit
34
Geef de uitgangspunten van Cognitieve psychologie
-Mens is informatieverwerkend wezen dat actief betekenis geeft aan zijn leven -Hogere mentale processen zijn belangrijk zoals waarneming/geheugen -Experiment -Vergelijking met computer -Mens en dier verschillen
35
Wat zijn de uitgangspunten bij Cognitieve therapie?
Inzichtgevende therapie: manier waarop cliënt denkt en voet veranderen -Verstoorde gedachten en emoties die een psychische probleem veroorzaken beter proberen te begrijpen -RET Ellis -Cognities zijn de kern van de therapie -Accent ligt op de binnenkant, anders denken
36
Wat houdt de Rationele emotieve therapie van Ellis in?
Irrationele opvattingen en gedragspatronen veranderen
37
Wat is een kritiek op de Cognitieve therapie?
Mens wordt te rationeel gezien, te weinig aandacht voor emotie en motivatie
38
Geef 3 soorten irrationele gedachten?
-Moeten -Overdramatiseren -Zelfondermijning
39
Wat zijn de gedachten bij Cognitieve therapie?
-Terugkerende negatieve gedachten veroorzaken depressie -Depressie is gevolg van een negatief gesprek met zichzelf -Negatieve gedachten in kaart brengen en realistischer formuleren
40
Geef uitgangspunten bij Systeem- en communicatiedenken
-Persoon niet los zien van de omgeving -Geheel is belangrijker dan de onderdelen -Eigenschappen van persoon wordt ontleend uit de omgeving -Geheel is meer en anders dan de som van de delen -Hier en nu -Palo Alto groep: Bateson, Haley en Watzlawick -Toepassing in gezinstherapie en psychiatrie -Jaren '50 pastoor -Later individuele therapie, gezinstherapie wordt systeemtherapie
41
Wat houdt de therapie van systeem- en communicatie denken in?
-Communicatie patronen van partners in kaart brengen om de kwaliteit van de interactie te verbeteren -Leren luisteren naar mekaar op een non-directieve manier -Niet gericht op individuele maar op processen in de relatie -Partners moeten denken en gedrag aanpassen en verantwoordelijkheid opnemen voor hun deel van de relatie -Hele gezin -Leren een probleem oplossen, conflicten in groep oplossen
42
Wat zijn eigenschappen van systemen? (systeem en communicatie-denkken)
-Regels -Totaliteit (principe van niet-éénzijdigheid en niet optelbaarheid) -Feedback (gericht op verandering) -Equifinaliteit (andere weg maar doel is hetzelfde -Kalibrering (parameter veranderd -> nieuw evenwicht) -Recursieve verbanden (terugkerende patronen)
43
Wat houdt het communicatiedenken van Watzlawick in?
5 Axiomas
44
Wat zijn de 5 Axiomas van Watzlawick?
1: je kan niet niet communiceren 2: Inhoud-en relatieniveau van de communicatie 3: interpunctie 4: Analoge en digitale taal 5: Symmetrische en complementaire relatie
45
Wat houdt axioma 2 in?
Alle communicatie is gelaagd -Inhoudslaag: wat je zegt -Relatielaag: welke posities je bepaalt voor jezelf en de ander
46
Wat houdt Axioma 3 in? en hoe doe je dit?
Ieder zijn waarheid -Erkenning (parafraseren, reflecteren, doorvragen) -Wederzijds respect en begrip is de basis -Verwerpen of negeren zeker niet doen
47
Wat is analoge en digitale taal?
Digitaal: verbaal Analoog: non-verbaal
48
Wat zijn kenmerken van Therapieën voor psychische stoornissen?
-Deskundige die individuele relatie aangaat met cliënt en die weet hoe hij psychologie moet toepassen op een individu dat worstelt met problemen en keuzen -Niet elke therapie is succesvol -Lang wachten voor behandeling -Financiële last/gesubsidieerde dienst -Vaak werken psychologen en andere hulpverleners eclectisch -Methodes combineren die afkomstig zijn uit de psychodynamische, cognitieve, humanistische en behavioristische theorie
49
Wat is een misvatting van therapie?
Cliënt ligt op zetel en therapeut luister en interpreteert
50
Wat is therapie wel?
-Ruimer dan praten en interpreteren -Hulpverlening voor zeer uiteenlopende problemen -Vele vormen van therapie -Elke vorm van therapie gericht op gedragsverandering of op verandering van mentale processen
51
Wat zijn de doelstellingen van een Therapeutische relatie?
-Identificeren van het probleem -Identificeren van de oorzaak van het probleem -Prognose: kansen op verbetering of herstel inschatten -Keuze voor een bepaald soort behandeling
52
Wat kan je zeggen over de evaluatie van therapieën
-therapie werkt deels -Placebo werkt deels omdat mensen verwachten dat een therapie helpt -Beste resultaten bij goede relatie tussen hulpverlener en cliënt -Geloof van de cliënt in de waarde van de behandeling is ook belangrijk