Strategie hoofdtuk 12; International context Flashcards
Waar moet een organisatie rekening mee houden als ze internationaal gaan opereren?
- de vraag of organisaties zich moeten aanpassen aan de diversiteit van een ander land of dat ze veel van hun eigen configuratie kunnen behouden
- in hoeverre de gebeurtenissen in het ene land effect hebben op wat er gebeurt in andere landen en wat betekent dit voor de toekomst
wat zijn drivers voor globarisering van de industrie?
- Kostenreductie
- Marktkansen
- Overheid; rol en kansen (zoals bijv. EU)
- Concurrentie
Wat zijn de 3 dimensies van globailisatie?
- wereldwijde scope
wanneer een organisatie zaken doet over de hele wereld en niet in 1 regio - wereldwijde gelijkenis
Homogeniteit, minder wredwijde variatie - wereldwijde integratie
wanneer alles in de wereld aan elkaar gerelateerd is
Wat zijn de 3 niveaus van globalisatie?
Micro - individuele organisaties
mate waarin bedrijven een wereldwijde strategie/cultuur/werkdruk/team hebben
meso - markten/industrieën
wereldwijde klantenvraag en productstroom
concurreren op wereldwijde schaal
Macro - economieën
werkloosheid, inflatie, productiviteit etc.
Wat is internationalisatie
Wanneer een bedrijf waarde toevoegende activiteitenopstart in een ander land. Dit kan het verkopen van producten zijn, maar ook een onderdeel van het productieproces
Uit welke 2 zaken bestaat internationalisatie?
internationale scope ; hoeveel/welke landen
internationale distributie; hoe zijn de activiteiten verdeeld over de landen
Welke integratie mechanismen moet een bedrijf toepassen in het geval van internationalisatie?
Standaardisatie - hetzelfde doen in elk land
Coördinatie - afspraken
Cebtralisatie - voor schaalvoordelen
Wat zijn de 4 verschillende organisatie odellen van Bartlett en Ghoshal?
Gedecentraliseerde federatie = Multi-domestic
autonoom en makkelijk aan te passsen aan lokale omstandigheden; weinig centralisatie, coördinatie enn standaardisatie
Gecoördineerde federatie = Internationaal
kernprocessen worden op 1 plek bedacht maar uitgevoerd op lokaal niveau
Gecentraliseerde hub = Globaal
hoofdactiviteiten worden centraal in thuisland uitgevoerd. ook hoge standaardisatie
Geïntegreerd netwerk = transnationaal
geen centralisatie, wel hoge coördinatie, alle units hebben nauw contact met elkaar
Wat zijn de 3 verschillende internationale strategieën?
Multi-domestic strategy
Begint lokaal en breidt later uit naar buitenland
alle activiteiten van de waardeketen in dochteronderneming aanwezig
Global strategy
Beginnen meteen internationaal
Centrale aansturing is nodig
op zoek naar unieke kenmerken van landen waar je kunt vestigen om maximaal te profiteren
Transnationaal strategy
combinatie van de andere 2
Wat is de productlevenscyclus?
Bedrijf begint met 1) Innovatie (ontwikkelen van product. Dan gaan ze dit product 2) verkopen. Wanneer het prodct succesvol is neemt de vraag toe dit leidt tot 3) concurrentie. Dit leidt tot 4) marktverzadiging (iedereen heeft het product) Nu is het bedrijf genoodzaakt om te 5) internationaliseren (product in andere landen verkopen voor neiuwe afzetmarkt). Het product moet aangepast worden aan de regels en omstandigheden dus leidt weer tot 6) innovatie.
Zo blijft de circel rondgaan
Wat zijn 3 belangrijke elementen voor de keuze im naar het huitenland te gaan?
OLI paradigm;
Ownership advantages - concurrentievoordeel
Location advantages - gebruiken van middelen die zijn gekoppeld aan een bepaalde locatie (grondstoffen, lage lonen)
Internationalisation advantages - voordelen die komen uit eigen productie ipv via partnerschapsovereenkomsten
Wat zijn redenen om naar het buitenland te gaan?
Natural resource seeking (grondstoffen zijn niet beschikbaar)
Market seeking (locatievoordelen)
Efficiency seeking (efficientie kan veranderen)
Strategic asset seeking (samenwerkingen/joint ventures)
Wat is een cluster?
georgrafisch nabijgelegen groep van onderling verbonden bedrijven en geassocieede instellingen op een bepaald gebied.
Waarom is een cluster aantrekkelijk voor een gebied?
Multiplicatoreffect is sterker
sterkere groei van werkgelegenheid
Groter potentieel voor spin-offs (ontstaan van nieuwe ideeën/bedrijven)
Ontwikkeling van infrastructuur
Wat zijn de 3 verschillende soorten clusters?
Pure agglomeratie
- kleine instabiele bedrijven
- open toegang
Industrial complex
- grote bedrijven met stabiele relaties
- alleen toegang voo leden
Social network
- Alle groottes en vormen
- open voor iedereen