Strafrecht W5 +arresten Flashcards
Dilemma’s bij poging en voorbereiding
Waarom ingrijpen in de voorfase?
- Poging en voorbereiding vormen uitbreidingen van strafrechtelijke aansprakelijkheid
- Bescherming van rechtsgoederen
- Belang van rechtshandhaving
- Inzetbaarheid strafvorderlijke bevoegdheden
Maar hoe ver ingrijpen in de voorfase?
- Primaat van het uitgangspunt van daadstrafrecht
- Dus geen intentiestrafrecht (artikel Van der Woude & Van Sliedregt) (met een intentie ben je al strafbaar wordt niet gehanteerd in NL)
- Ook niet bij voorbereiding, want objectief vaststelbare voorbereidingshandelingen vereist
- Invloed van de pogingsleren (die gaan over de vraag wanneer kun je spreken van een begin van een uitvoering van een delict)
Dilemma’s bij poging en voorbereiding
Waarom ingrijpen in de voorfase?
- Poging en voorbereiding vormen uitbreidingen van strafrechtelijke aansprakelijkheid
- Bescherming van rechtsgoederen
- Belang van rechtshandhaving
- Inzetbaarheid strafvorderlijke bevoegdheden
Maar hoe ver ingrijpen in de voorfase?
- Primaat van het uitgangspunt van daadstrafrecht
- Dus geen intentiestrafrecht (artikel Van der Woude & Van Sliedregt) (met een intentie ben je al strafbaar wordt niet gehanteerd in NL)
- Ook niet bij voorbereiding, want objectief vaststelbare voorbereidingshandelingen vereist
- Invloed van de pogingsleren (die gaan over de vraag wanneer kun je spreken van een begin van een uitvoering van een delict)
|art. 45 Sr: de strafbare poging (2)
Het begin van uitvoering
- Pogingsleren: subjectieve, objectieve en gematigd objectieve leer
Subjectieve pogingsleer terzake van begin van uitvoering aandacht besteed aan gevaarlijke wil van de verdachte bij de poging. Poging is er als er een kwade intentie is om misdrijf te voltooien. Gevaarlijke gezindheid van de dader.
Objectieve pogingsleer: gedraging zelf en gevaarzetting.
Gematigd objectieve leer: subjectieve zijde en objectieve allebei terugkomen. Zit in art. 45 Sr staan naast elkaar voornemen om strafbaar feit te plegen hebben geopenbaard ..
- Ontwikkeling in de rechtspraak: van daadwerkelijke aanvang van het delict, naar aanvang van eerste fase van een plan, en nu:
- Gedraging die naar uiterlijke verschijningsvorm moet worden beschouwd als te zijn gericht op voltooiing van het misdrijf.
|art. 45 Sr: de strafbare poging (2)
Het begin van uitvoering
- Pogingsleren: subjectieve, objectieve en gematigd objectieve leer
Subjectieve pogingsleer terzake van begin van uitvoering aandacht besteed aan gevaarlijke wil van de verdachte bij de poging. Poging is er als er een kwade intentie is om misdrijf te voltooien. Gevaarlijke gezindheid van de dader.
Objectieve pogingsleer: gedraging zelf en gevaarzetting.
Gematigd objectieve leer: subjectieve zijde en objectieve allebei terugkomen. Zit in art. 45 Sr staan naast elkaar voornemen om strafbaar feit te plegen hebben geopenbaard ..
- Ontwikkeling in de rechtspraak: van daadwerkelijke aanvang van het delict, naar aanvang van eerste fase van een plan, en nu:
- Gedraging die naar uiterlijke verschijningsvorm moet worden beschouwd als te zijn gericht op voltooiing van het misdrijf.
Strafbare poging art. 45 Sr
De strafbare poging veronderstelt dat de dader een begin heeft gemaakt met de uitvoering van een misdrijf, maar niet is geslaagd in het voltooien van dat misdrijf doordat er een verhindering is opgetreden. Het pogen een strafbaar feit te begaan wordt krachtens art. 45 Sr strafbaar gesteld. Indien sprake is van een poging tot een strafbaar feit, betekent dat voor de strafoplegging dat het toepasselijke strafmaximum van het grondfeit met een derde wordt verlaagd.
Dus in dit geval van bijvoorbeeld poging tot doodslag, waarop ex art. 287 Sr een maximum van 15 jaar gevangenisstraf is gesteld, mag een gevangenisstraf van maximaal 10 jaar worden opgelegd. Verder is het belangrijk om te onthouden dat de poging geen op zichzelf staande gedraging is, maar slechts in combinatie met een afzonderlijke delictsomschrijving strafbaar is.
Strafbare poging art. 45 Sr
De strafbare poging veronderstelt dat de dader een begin heeft gemaakt met de uitvoering van een misdrijf, maar niet is geslaagd in het voltooien van dat misdrijf doordat er een verhindering is opgetreden. Het pogen een strafbaar feit te begaan wordt krachtens art. 45 Sr strafbaar gesteld. Indien sprake is van een poging tot een strafbaar feit, betekent dat voor de strafoplegging dat het toepasselijke strafmaximum van het grondfeit met een derde wordt verlaagd.
Dus in dit geval van bijvoorbeeld poging tot doodslag, waarop ex art. 287 Sr een maximum van 15 jaar gevangenisstraf is gesteld, mag een gevangenisstraf van maximaal 10 jaar worden opgelegd. Verder is het belangrijk om te onthouden dat de poging geen op zichzelf staande gedraging is, maar slechts in combinatie met een afzonderlijke delictsomschrijving strafbaar is.
Voltooide en onvoltooide poging
Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen de voltooide poging en onvoltooide poging (later belangrijk voor de vrijwillige terugtred)
- Voltooide poging: de dader is niet tot voltooiing van het misdrijf gekomen, maar heeft wel alles gedaan wat tot voltooiing wat tot voltooiing van het misdrijf zou kunnen leiden.
- Onvoltooide poging: het woord zegt het zelf al - de poging in de zin van art. 45 Sr is niet voltooid door een bepaalde verhindering
Wees alert bij dit leerstuk dat het gaat om een poging. Het gaat hierbij niet om de voltooiing van het grondmisdrijf. Bij beide varianten van de poging is het grondmisdrijf in ieder geval niet voltooid, maar wordt het onderscheid gebaseerd op de omstandigheden van het geval.
Voltooide en onvoltooide poging
Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen de voltooide poging en onvoltooide poging (later belangrijk voor de vrijwillige terugtred)
- Voltooide poging: de dader is niet tot voltooiing van het misdrijf gekomen, maar heeft wel alles gedaan wat tot voltooiing wat tot voltooiing van het misdrijf zou kunnen leiden.
- Onvoltooide poging: het woord zegt het zelf al - de poging in de zin van art. 45 Sr is niet voltooid door een bepaalde verhindering
Wees alert bij dit leerstuk dat het gaat om een poging. Het gaat hierbij niet om de voltooiing van het grondmisdrijf. Bij beide varianten van de poging is het grondmisdrijf in ieder geval niet voltooid, maar wordt het onderscheid gebaseerd op de omstandigheden van het geval.
Voltooide poging > verdachte poging heeft gedaan en in die poging ver is, maar misdrijf raakt niet voltooid. Dat wil zeggen dat hij alles heeft gedaan dat in zijn plan besloten heeft gelegen om het gevolg te laten intreden ( het misdrijf te voltooien, maar het lukt niet uiteindelijk).
Onvoltooide poging: ook strafbare poging
Iets verder af van het voltooiing van het misdrijf. Er moet nog iets gedaan worden
Voltooide poging > verdachte poging heeft gedaan en in die poging ver is, maar misdrijf raakt niet voltooid. Dat wil zeggen dat hij alles heeft gedaan dat in zijn plan besloten heeft gelegen om het gevolg te laten intreden ( het misdrijf te voltooien, maar het lukt niet uiteindelijk).
Onvoltooide poging: ook strafbare poging
Iets verder af van het voltooiing van het misdrijf. Er moet nog iets gedaan worden
Verschil voorbereiding en poging:
Bij de voorbereiding is er nog geen sprake van begin van een uitvoering van het misdrijf.
Verschil voorbereiding en poging:
Bij de voorbereiding is er nog geen sprake van begin van een uitvoering van het misdrijf.
Grenswisselkantoor arrest:
de gedraging van de verdachte moet naar haar uiterlijke verschijningsvorm worden beschouwd als te zijn gericht op de voltooiing van het grondmisdrijf en moet derhalve sprake zijn van het openbare van het voornemen.
Op basis van de onderstaande redenen is de Hoge Raad meegegaan met het oordeel van de rechtbank dat er geen sprake is van een uitvoeringshandeling (dus geen poging), maar enkel een voorbereidingshandeling.
- geen sprake van een begin van uitvoering, aangezien de verdachten in de auto waren gebleven en verder geen actie van hun voornemen hadden ondernomen.
- omdat de kantoorbediende het kantoor niet had geopend, zagen verdachten af van hun voornemen het te overvallen.
- meermalen voor een kantoor staan, kan net zo goed een onschuldige handeling zijn geweest. Als inderdaad zou blijken dat het onschuldig was, zou aan de gedraging niet naar uiterlijke verschijningsvorm (en daarmee aan het openbaren) wat mankeren.
Grenswisselkantoor arrest:
de gedraging van de verdachte moet naar haar uiterlijke verschijningsvorm worden beschouwd als te zijn gericht op de voltooiing van het grondmisdrijf en moet derhalve sprake zijn van het openbare van het voornemen.
Op basis van de onderstaande redenen is de Hoge Raad meegegaan met het oordeel van de rechtbank dat er geen sprake is van een uitvoeringshandeling (dus geen poging), maar enkel een voorbereidingshandeling.
- geen sprake van een begin van uitvoering, aangezien de verdachten in de auto waren gebleven en verder geen actie van hun voornemen hadden ondernomen.
- omdat de kantoorbediende het kantoor niet had geopend, zagen verdachten af van hun voornemen het te overvallen.
- meermalen voor een kantoor staan, kan net zo goed een onschuldige handeling zijn geweest. Als inderdaad zou blijken dat het onschuldig was, zou aan de gedraging niet naar uiterlijke verschijningsvorm (en daarmee aan het openbaren) wat mankeren.
Stappenplan strafbare poging ex art. 45 Sr: 3 voorwaarden
1 Misdrijf, sluit overtreding uit
2 Voornemen (opzet meestal voorwaardelijk opzet, componenten kort noemen)
Voornemen ziet niet op geobjectiveerde bestanddelen (bijv. hoeft niet op strafverzwarende gevolg te zijn)
3 Begin van uitvoering van grondmisdrijf (gematigd objectieve leer)
Pogingsleer: wanneer is er een begin van uitvoering van grondmisdrijf?
- 1 HR Cito: gedraging van verdachte uiterlijke verschijningsvorm moet zijn gericht op voltooiing van het grondmisdrijf.
- 2 HR Grenswisselkantoor: werd objectief naar gekeken, enkel zou een gemiddeld persoon die de situatie kon zien zeggen dat er sprake was van een begin van een uitvoering.
De gedraging van de verdachte moet naar haar uiterlijke verschijningsvorm worden beschouwd als te zijn gericht op de voltooiing van het grondmisdrijf en moet derhalve ‘sprake zijn van het openbaren van het voornemen’. - 3 HR Bevrijdingsactie: factoren
1 Hoe dicht de vastgestelde gedragingen bij de voltooiing van het voorgenomen misdrijf lagen bijv. in tijd of plaats.
2 Hoe concreet deze daarop waren gericht (op voltooiing)
3 aard van het misdrijf
Conclusie:
Gedragingen van deelnemers maakt het ook subjectieve pogingsleer. Het wordt in die arrest gematigd. dus niet enkel objectief, maar ook wat is de intentie/gedragingen van de verdachte etc.
Bij begin van uitvoering wordt een onderscheid gemaakt tussen de subjectieve leer en de objectieve leer. De subjectieve leer stelt de gevaarlijke gezindheid van de dader centraal en beschouwt de uitvoeringshandeling als uitvoering van deze gezindheid. De objectieve leer beschouwt de uitvoeringshandeling als daadwerkelijke uitvoering van het misdrijf en dus als objectieve inbreuk op de rechtsorde. In de wet zijn zowel elementen van de subjectieve leer als van de objectieve leer te vinden. Zo geldt bij poging een lager strafmaximum, omdat het misdrijf objectief gezien nog niet is voltooid (objectieve leer). Verder is de vrijwillige terugtred een voorbeeld van de subjectieve leer – blijkbaar heeft de intentie toch wel invloed op de strafbaarheid van de verdachte.
Stappenplan strafbare poging ex art. 45 Sr: 3 voorwaarden
1 Misdrijf, sluit overtreding uit
2 Voornemen (opzet meestal voorwaardelijk opzet, componenten kort noemen)
3 Begin van uitvoering van grondmisdrijf (gematigd objectieve leer)
Pogingsleer: wanneer is er een begin van uitvoering van grondmisdrijf?
- 1 HR Cito: gedraging van verdachte uiterlijke verschijningsvorm moet zijn gericht op voltooiing van het grondmisdrijf.
- 2 HR Grenswisselkantoor: werd objectief naar gekeken, enkel zou een gemiddeld persoon die de situatie kon zien zeggen dat er sprake was van een begin van een uitvoering.
De gedraging van de verdachte moet naar haar uiterlijke verschijningsvorm worden beschouwd als te zijn gericht op de voltooiing van het grondmisdrijf en moet derhalve ‘sprake zijn van het openbaren van het voornemen’. - 3 HR Bevrijdingsactie: factoren
1 Hoe dicht de vastgestelde gedragingen bij de voltooiing van het voorgenomen misdrijf lagen bijv. in tijd of plaats.
2 Hoe concreet deze daarop waren gericht (op voltooiing)
3 aard van het misdrijf
conclusie:
In welke gevallen is poging uitgesloten of problematisch?
- Poging is uitgesloten bij hele eenvoudige misdrijven, zoals mishandeling. Bij mishandeling zou er dan namelijk al sprake zijn van poging op het moment dat iemand zijn arm met kracht opheft zonder de ander te hebben aangeraakt.
- Poging is uitgesloten bij misdrijven die al een vorm van poging weerspiegelen (denk aan het ondernemen van een aanslag tegen de Koning of de Staat)
- Poging is uitgesloten bij delictsomschrijvingen die een causaal verband vereisen. Bij poging is het delict namelijk niet voltooid en bij delictsomschrijvingen die een causaal verband vereisen, moet de gedraging wel tot een bepaald resultaat hebben geleid.
- Poging kan problematisch zijn bij omissiedelicten. Hoe bepaal je namelijk wanneer iemand is begonnen met ‘niets doen’?
- Poging kan problematisch zijn bij culpoze misdrijven. Deze misdrijven gaan er immers vanuit dat er geen sprake is van opzet, waardoor het lastig is om te bepalen of er sprake was van een voornemen tot het plegen van het misdrijf. Poging kan problematisch zijn bij formeel omschreven delicten (delicten waarbij de handeling zelf scherp getypeerd is, zoals bij diefstal). Alleen als het werkwoord in een dergelijke delictsomschrijving ruim valt te interpreteren, is er ruimte voor poging.
In welke gevallen is poging uitgesloten of problematisch?
- Poging is uitgesloten bij hele eenvoudige misdrijven, zoals mishandeling. Bij mishandeling zou er dan namelijk al sprake zijn van poging op het moment dat iemand zijn arm met kracht opheft zonder de ander te hebben aangeraakt.
- Poging is uitgesloten bij misdrijven die al een vorm van poging weerspiegelen (denk aan het ondernemen van een aanslag tegen de Koning of de Staat)
- Poging is uitgesloten bij delictsomschrijvingen die een causaal verband vereisen. Bij poging is het delict namelijk niet voltooid en bij delictsomschrijvingen die een causaal verband vereisen, moet de gedraging wel tot een bepaald resultaat hebben geleid.
- Poging kan problematisch zijn bij omissiedelicten. Hoe bepaal je namelijk wanneer iemand is begonnen met ‘niets doen’?
- Poging kan problematisch zijn bij culpoze misdrijven. Deze misdrijven gaan er immers vanuit dat er geen sprake is van opzet, waardoor het lastig is om te bepalen of er sprake was van een voornemen tot het plegen van het misdrijf. Poging kan problematisch zijn bij formeel omschreven delicten (delicten waarbij de handeling zelf scherp getypeerd is, zoals bij diefstal). Alleen als het werkwoord in een dergelijke delictsomschrijving ruim valt te interpreteren, is er ruimte voor poging.
Absoluut ondeugdelijk poging en relatief ondeugdelijke poging
Het strafbaar stellen van een verdachte wegens een poging tot misdrijf, voelt best gek aan in de gevallen dat de voltooiing van het misdrijf simpelweg onmogelijk blijkt te zijn. Dit kan doordat 1) het middel onvoldoende is om het resultaat te bereiken of doordat 2) het object van het misdrijf niet of te weinig geschikt is om het misdrijf te voltooien. In deze gevallen wordt gesproken van een ondeugdelijke poging.
Typen ondeugdelijke pogingssituaties:
1 Absolute ondeugdelijkheid
Het gebruikte middel of object is uit zijn aard ondeugdelijk, dus zou nooit kunnen leiden tot het misdrijf.
Voorbeelden:
a) Object is absoluut ondeugdelijk: verdachte schiet op iemand, die overleden blijkt te zijn.
b) middel is absoluut ondeugdelijk: verdachte doet in plaats van gif, per ongeluk poedersuiker in iemands koffie.
2 Relatieve ondeugdelijkheid
Het gebruikte middel of object is slechts in dit geval in deze omstandigheden ondeugdelijk.
Voorbeelden:
a) object is relatief ondeugdelijk: verdachte steekt zijn hand in een lege kassa.
b) middel is relatief ondeugdelijk: verdachte doet te weinig gif in iemands koffie, waardoor het niet dodelijk is.
Let op:
Er zijn dus vier typen van ondeugdelijke pogingssituaties. Het onderscheid tussen absolute en relatieve ondeugdelijkheid kan soms lastig te maken zijn. In ons recht wordt het onderscheid gebaseerd op basis van de objectieve pogingsleer. De redenering luidt dan ook als volgt: een kassa is over het algemeen gevuld, als een verdachte dan zijn hand steekt in een lege kassa is deze enkel ongeschikt in dit geval en dus relatief ondeugdelijk. Er wordt dus niet vanuit gegaan dat een kassa leeg of vol kan zijn.
Kan ondeugdelijkheid van middel/object leiden tot straffeloosheid?
Zouden we de subjectieve pogingsleer volgen, dan kan ondeugdelijkheid van middel/object niet leiden tot straffeloosheid.
De gevaarlijke gezindheid is bij de verdachte immers nog aanwezig - zowel bij absolute als relatieve ondeugdelijkheid.
De objectieve leer vereist strafbaarheid dat het voorgenomen misdrijf ook daadwerkelijk uitgevoerd kan worden. Daarom zou strafbaarheid alleen maar mogelijk zijn bij relatieve ondeugdelijkheid en zou absolute ondeugdelijkheid van de poging moeten leiden tot straffeloosheid. De jurisprudentie wijkt soms echter af van de literatuur (zie noot HR Ondeugdelijke voorbereiding?)
Absoluut ondeugdelijk poging en relatief ondeugdelijke poging
Het strafbaar stellen van een verdachte wegens een poging tot misdrijf, voelt best gek aan in de gevallen dat de voltooiing van het misdrijf simpelweg onmogelijk blijkt te zijn. Dit kan doordat 1) het middel onvoldoende is om het resultaat te bereiken of doordat 2) het object van het misdrijf niet of te weinig geschikt is om het misdrijf te voltooien. In deze gevallen wordt gesproken van een ondeugdelijke poging.
Typen ondeugdelijke pogingssituaties:
1 Absolute ondeugdelijkheid
Het gebruikte middel of object is uit zijn aard ondeugdelijk, dus zou nooit kunnen leiden tot het misdrijf.
Voorbeelden:
a) Object is absoluut ondeugdelijk: verdachte schiet op iemand, die overleden blijkt te zijn.
b) middel is absoluut ondeugdelijk: verdachte doet in plaats van gif, per ongeluk poedersuiker in iemands koffie.
2 Relatieve ondeugdelijkheid
Het gebruikte middel of object is slechts in dit geval in deze omstandigheden ondeugdelijk.
Voorbeelden:
a) object is relatief ondeugdelijk: verdachte steekt zijn hand in een lege kassa.
b) middel is relatief ondeugdelijk: verdachte doet te weinig gif in iemands koffie, waardoor het niet dodelijk is.
Let op:
Er zijn dus vier typen van ondeugdelijke pogingssituaties. Het onderscheid tussen absolute en relatieve ondeugdelijkheid kan soms lastig te maken zijn. In ons recht wordt het onderscheid gebaseerd op basis van de objectieve pogingsleer. De redenering luidt dan ook als volgt: een kassa is over het algemeen gevuld, als een verdachte dan zijn hand steekt in een lege kassa is deze enkel ongeschikt in dit geval en dus relatief ondeugdelijk. Er wordt dus niet vanuit gegaan dat een kassa leeg of vol kan zijn.
Kan ondeugdelijkheid van middel/object leiden tot straffeloosheid?
Zouden we de subjectieve pogingsleer volgen, dan kan ondeugdelijkheid van middel/object niet leiden tot straffeloosheid.
De gevaarlijke gezindheid is bij de verdachte immers nog aanwezig - zowel bij absolute als relatieve ondeugdelijkheid.
De objectieve leer vereist strafbaarheid dat het voorgenomen misdrijf ook daadwerkelijk uitgevoerd kan worden. Daarom zou strafbaarheid alleen maar mogelijk zijn bij relatieve ondeugdelijkheid en zou absolute ondeugdelijkheid van de poging moeten leiden tot straffeloosheid. De jurisprudentie wijkt soms echter af van de literatuur (zie noot HR Ondeugdelijke voorbereiding?)
Kan ondeugdelijkheid van middel/object leiden tot straffeloosheid?
Zouden we de subjectieve pogingsleer volgen, dan kan ondeugdelijkheid van middel/object niet leiden tot straffeloosheid.
De gevaarlijke gezindheid is bij de verdachte immers nog aanwezig - zowel bij absolute als relatieve ondeugdelijkheid.
De objectieve leer vereist strafbaarheid dat het voorgenomen misdrijf ook daadwerkelijk uitgevoerd kan worden. Daarom zou strafbaarheid alleen maar mogelijk zijn bij relatieve ondeugdelijkheid en zou absolute ondeugdelijkheid van de poging moeten leiden tot straffeloosheid. De jurisprudentie wijkt soms echter af van de literatuur (zie noot HR Ondeugdelijke voorbereiding?)
Kan ondeugdelijkheid van middel/object leiden tot straffeloosheid?
Zouden we de subjectieve pogingsleer volgen, dan kan ondeugdelijkheid van middel/object niet leiden tot straffeloosheid.
De gevaarlijke gezindheid is bij de verdachte immers nog aanwezig - zowel bij absolute als relatieve ondeugdelijkheid.
De objectieve leer vereist strafbaarheid dat het voorgenomen misdrijf ook daadwerkelijk uitgevoerd kan worden. Daarom zou strafbaarheid alleen maar mogelijk zijn bij relatieve ondeugdelijkheid en zou absolute ondeugdelijkheid van de poging moeten leiden tot straffeloosheid. De jurisprudentie wijkt soms echter af van de literatuur (zie noot HR Ondeugdelijke voorbereiding?)
Net zoals bij poging zijn voorbereidingshandelingen niet op zichzelf staande gedragingen, maar dienen deze in samenhang met het desbetreffende grondfeit te worden gelezen.
Verschillen tussen poging en voorbereiding zijn dat er bij voorbereiding geen begin aan de uitvoering is gemaakt, dat de strafmaximum met de helft wordt verlaagd in plaats van een derde en dat er vijf voorwaarden zijn in plaats van drie.
Net zoals bij poging zijn voorbereidingshandelingen niet op zichzelf staande gedragingen, maar dienen deze in samenhang met het desbetreffende grondfeit te worden gelezen.
Verschillen tussen poging en voorbereiding zijn dat er bij voorbereiding geen begin aan de uitvoering is gemaakt, dat de strafmaximum met de helft wordt verlaagd in plaats van een derde en dat er vijf voorwaarden zijn in plaats van drie.
Daar houdt het op he als je voorbereidingshandeling kan bewezen verklaren dan ben je voor de helft van de strafmaximum van grondmisdrijf strafbaar.
Als voorbereiding niet kan worden bewezenverklaard, omdat 1 van voorwaarden niet is vervuld, dan in beginsel geen strafbaarheid! Voorbereiding is ondergrens van strafbaarheid die kan ontstaan in aanloop naar voltooiing van strafbaar feit toe. Hoe verder je van tijd van voltooien van misdrijf gaat strafmaximum omlaag.
Daar houdt het op he als je voorbereidingshandeling kan bewezen verklaren dan ben je voor de helft van de strafmaximum van grondmisdrijf strafbaar.
Als voorbereiding niet kan worden bewezenverklaard, omdat 1 van voorwaarden niet is vervuld, dan in beginsel geen strafbaarheid! Voorbereiding is ondergrens van strafbaarheid die kan ontstaan in aanloop naar voltooiing van strafbaar feit toe. Hoe verder je van tijd van voltooien van misdrijf gaat strafmaximum omlaag.
Stappenplan vrijwillige terugtred
Vereisten bij poging ex art. 46b BW jo. HR Remkabel
- Misdrijf niet is voltooid
- Terugtred komt uit wil van verdachte (interne omstandigheid zijn dat verdachte ermee stopt)
- Externe prikkels/omstandigheden mogen niet de overhand hebben (het mag er wel zijn, maar niet de overhand hebben)
- Bij onvoltooide poging: voldoende is om te stoppen, dan komt het niet tot stond.
- Bij voltooide poging: ‘actus contrarius’. HR Remkabel, r.o. 2.5.
Terugtredgedraging moet naar haar aard en tijdstip geschikt zijn om het intreden van het gevolg te beletten.
- Daarbij is relevant de mate van waarschijnlijkheid dat het gevolg ook zonder terugtredgedraging zou zijn ingetreden. Alleen als er tijd zit tussen de uitvoeringshandeling (dus voltooide poging) en het vrijwillige terugtred van verdachte dan meenemen!!
(Voltooide poging = je hoeft niks meer te doen, een externe factor moet nog gebeuren zodat het gebeurt).
Conclusie:
Stappenplan vrijwillige terugtred
Vereisten bij poging ex art. 46b BW jo. HR Remkabel
- Misdrijf niet is voltooid
- Terugtred komt uit wil van verdachte (interne omstandigheid zijn dat verdachte ermee stopt)
- Externe prikkels/omstandigheden mogen niet de overhand hebben (het mag er wel zijn, maar niet de overhand hebben)
- Bij onvoltooide poging: voldoende is om te stoppen, dan komt het niet tot stond.
- Bij voltooide poging: ‘actus contrarius’. HR Remkabel, r.o. 2.5.
Terugtredgedraging moet naar haar aard en tijdstip geschikt zijn om het intreden van het gevolg te beletten.
- Daarbij is relevant de mate van waarschijnlijkheid dat het gevolg ook zonder terugtredgedraging zou zijn ingetreden. Alleen als er tijd zit tussen de uitvoeringshandeling (dus voltooide poging) en het vrijwillige terugtred van verdachte dan meenemen!!
(Voltooide poging = je hoeft niks meer te doen, een externe factor moet nog gebeuren zodat het gebeurt).
Conclusie:
Remkabel hof: geen sprake van vrijwillige terugtred, want dat ze niet gingen rijden in die uur was onafhankelijk van de wil.
HR: wanneer tijd gespannen zit tussen poging en terugtred moet er gekeken worden naar de mate van waarschijnlijkheid dat delict tot stand was gekomen.
Remkabel hof: geen sprake van vrijwillige terugtred, want dat ze niet gingen rijden in die uur was onafhankelijk van de wil.
HR: wanneer tijd gespannen zit tussen poging en terugtred moet er gekeken worden naar de mate van waarschijnlijkheid dat delict tot stand was gekomen.