Strafrecht w4 + arresten Flashcards
Strafuitsluitingsgronden zijn te onderscheiden in rechtvaardigingsgronden en schulduitsluitingsgronden.
Waar rechtvaardigingsgronden de wederrechtelijkheid van een gedraging weg kunnen nemen, nemen schulduitsluitingsgronden de verwijtbaarheid weg.
Rechtvaardigingsgronden
- Overmacht in de zin van noodtoestand (art. 40 Sr) ( Hulp bij zelfdoding door niet-arts)
- Noodweer (art. 41 lid 1 Sr)
- Het wettelijk voorschrift (art. 42 Sr)
- Het bevoegd gegeven ambtelijk bevel (art. 43 lid 1 Sr)
- Ontbreken materiële wederrechtelijkheid (buitenwettelijk) (HR Huizense Veearts)
Schulduitsluitingsgronden:
- Ontoerekenbaarheid (art. 39 Sr) (Tolbert-zaak)
- Overmacht in de zin van psychische overmacht (art. 40 Sr) (HR In de steek gelaten vrouw; HR Moord te Capelle aan den IJssel)
- Noodweerexces (art. 41 lid 2 Sr)
- Het onbevoegd gegeven ambtelijk bevel (art. 43 lid 2 Sr)
- Afwezigheid van alle schuld (avas) (buitenwettelijk) (HR Melk en Water; HR Motorpapieren)
Let op: er bestaan ook bijzondere strafuitsluitingsgronden. Deze zijn gekoppeld aan een specifiek delict (zie bijv. art. 280 lid 2 Sr) of zijn te vinden in bijzondere wetgeving.
Strafuitsluitingsgronden zijn te onderscheiden in rechtvaardigingsgronden en schulduitsluitingsgronden.
Waar rechtvaardigingsgronden de wederrechtelijkheid van een gedraging weg kunnen nemen, nemen schulduitsluitingsgronden de verwijtbaarheid weg.
Rechtvaardigingsgronden
- Overmacht in de zin van noodtoestand (art. 40 Sr) ( Hulp bij zelfdoding door niet-arts)
- Noodweer (art. 41 lid 1 Sr)
- Het wettelijk voorschrift (art. 42 Sr)
- Het bevoegd gegeven ambtelijk bevel (art. 43 lid 1 Sr)
- Ontbreken materiële wederrechtelijkheid (buitenwettelijk) (HR Huizense Veearts)
Schulduitsluitingsgronden:
- Ontoerekenbaarheid (art. 39 Sr) (Tolbert-zaak)
- Overmacht in de zin van psychische overmacht (art. 40 Sr) (HR In de steek gelaten vrouw; HR Moord te Capelle aan den IJssel)
- Noodweerexces (art. 41 lid 2 Sr)
- Het onbevoegd gegeven ambtelijk bevel (art. 43 lid 2 Sr)
- Afwezigheid van alle schuld (avas) (buitenwettelijk) (HR Melk en Water; HR Motorpapieren)
Let op: er bestaan ook bijzondere strafuitsluitingsgronden. Deze zijn gekoppeld aan een specifiek delict (zie bijv. art. 280 lid 2 Sr) of zijn te vinden in bijzondere wetgeving.
Als noodweer stukloopt op proportionaliteit, dan noodweerexces.
Als noodweer stukloopt op proportionaliteit, dan noodweerexces.
Putatieve overmacht
Er is sprake van putatieve overmacht, ofwel vermeende overmacht, in geval van dwaling. Dit houdt in dat men meent zich in een overmachtssituatie te verkeren en zich daaruit slechts kan bevrijden door het plegen van een strafbare handeling. Een beroep op art. 40 Sr kan in zo’n geval alleen slagen, indien men excuseerbaar heeft gemeend dat men zich in een overmachtssituatie bevond en noodzakelijkerwijze daar naar moest handelen. Er is dan in feit sprake van afwezigheid van alle schuld en in het bijzonder met betrekking tot dwaling omtrent het bestaan van een overmachtssituatie. Het kan ontstaan in de vorm van dwaling in feiten of dwaling ten aanzien van het recht.
Putatieve overmacht
Er is sprake van putatieve overmacht, ofwel vermeende overmacht, in geval van dwaling. Dit houdt in dat men meent zich in een overmachtssituatie te verkeren en zich daaruit slechts kan bevrijden door het plegen van een strafbare handeling. Een beroep op art. 40 Sr kan in zo’n geval alleen slagen, indien men excuseerbaar heeft gemeend dat men zich in een overmachtssituatie bevond en noodzakelijkerwijze daar naar moest handelen. Er is dan in feite sprake van afwezigheid van alle schuld en in het bijzonder met betrekking tot dwaling omtrent het bestaan van een overmachtssituatie. Het kan ontstaan in de vorm van dwaling in de feiten of dwaling ten aanzien van het recht.
Stappenplan overmacht als noodtoestand ex art. 40 Sr.
Schulduitsluitingsgrond bestaan uit rechtvaardigingsgronden en schulduitsluitingsgronden. Het gaat om een rechtvaardigingsgrond. Noodtoestand is een conflict van plichten, maar er wordt gepusht om iets te doen.
Vereisten daarvoor zijn: HR Hulp bij zelfdoding door niet-arts, r.o. 2.3.2.
1 Actuele concrete nood door een conflict van belangen of plichten (bijv. naleving van de strafwet en de rechtvaardigende norm bijv. beschermen van anderen)
2 Verdachte moet kiezen voor de meest zwaarwegende belang (en heeft daarvoor ook gekozen?)
3 Adequatie-eis (de actie moet wel nut hebben om de norm na te streven)
- Proportionaliteit
nood moet in verhouding zijn met zijn reactie daarop
- Subsidiariteit
was er een ander alternatief of was dit het enige? - Garantenstellung (Apothekersassistente in opleiding)
Personen met bepaalde functie zijn gebonden aan strengere eisen van proportionaliteit en subsidiariteit dan burgers zonder een dergelijke functie. - Culpa in causa
(niet heel relevant, omdat je belandt in een noodtoestand en je moet dus kiezen tussen 2 keuzes en je belandt in een situatie waardoor je moet kiezen tussen 2 keuzes)
( bedoeld waarin verdachte zichzelf in een bepaalde situatie heeft gebracht die heeft geleid tot het strafbare feit)
Conclusie:
Stappenplan overmacht als noodtoestand ex art. 40 Sr.
Schulduitsluitingsgrond bestaan uit rechtvaardigingsgronden en schulduitsluitingsgronden.
Het gaat om een rechtvaardigingsgrond.
Noodtoestand is een conflict van plichten, maar er wordt gepusht om iets te doen.
Vereisten daarvoor zijn: HR Hulp bij zelfdoding door niet-arts, r.o. 2.3.2.
1. Actuele concrete nood door een conflict van belangen of plichten (bijv. naleving van de strafwet en de rechtvaardigende norm bijv. beschermen van anderen)
2 Verdachte moet kiezen voor de meest zwaarwegende belang (en heeft daarvoor ook gekozen?)
3 Adequatie-eis: (de actie moet wel nut hebben om de norm na te streven)
- Proportionaliteit:
nood moet in verhouding zijn met zijn reactie daarop
- Subsidiariteit:
Was er een ander alternatief of was dit het enige? - Garantenstellung HR Apothekersassistente in opleiding
Personen met een bepaalde functie zijn gebonden aan strengere eisen van proportionaliteit en subsidiariteit dan burgers zonder een dergelijke functie. - Culpa in causa
(niet heel relevant, omdat je belandt in een noodtoestand en je moet dus kiezen tussen 2 keuzes en je belandt in een situatie waardoor je moet kiezen tussen 2 keuzes)
( bedoeld waarin verdachte zichzelf in een bepaalde situatie heeft gebracht die heeft geleid tot het strafbare feit)
Conclusie:
Stappenplan noodweer art. 41 lid 1 Sr:
Noodweer is een vorm van verdediging die gebaseerd is op het recht om onrecht af te weren en is derhalve een rechtvaardigingsgrond.
Vereisten:
1 - Ogenblikkelijke:
Aanranding moet feitelijk begonnen zijn of sprake zijn van een onmiddellijk dreigend gevaar voor een wederrechtelijke aanranding. Enkele vrees is daarom onvoldoende.
Noodweer kan niet meer aanvaard worden als de aanranding is afgelopen. Als bijv. de aanvaller de agressie heeft gestaakt, kan er geen noodweer meer worden aangenomen. Dit kan bijv. blijken uit het feit dat de aanvaller het slachtoffer de rug toekeert. Wanneer de aanvaller in zijn rug is gestoken, dan is dit een sterke contra-indicatie voor het aannemen van noodweer.
2 - Wederrechtelijke aanranding
Aanranding moet wederrechtelijk zijn. Het mag niet voortvloeien uit een eigen recht of uit de rechtmatige uitoefening van een overheidsbevoegdheid.
3 - Van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed:
Men mag dus zowel het onrecht dat tegen het eigen lijf als tegen een ander lijf plaatsvindt, afweren. Met lijf en eerbaarheid wordt gedoeld op een schending van kuisheid en fatsoen op seksueel gebied. Met goed wordt gedoeld op een aantasting van een stoffelijk goed of een schending van een eigendomsrecht. Ook tegen een aanranding van een goed dat men illegaal bezit, kan men zich in noodweer verdedigen.
4 - Welke aanranding verdediging noodzakelijk en geboden maakt
Geboden = kon je weggaan?
Verder moet zijn voldaan aan:
- Proportionaliteit: stond de reactie in redelijke verhouding tot de druk van buiten?
- Subsidiariteit: was er een alternatief of was deze handeling de enige optie in die situatie?
- Eventueel Garantenstellung
- Eventueel Culpa in causa
Stappenplan noodweer art. 41 lid 1 Sr:
Noodweer is een vorm van verdediging die gebaseerd is op het recht om onrecht af te weren en is derhalve een rechtvaardigingsgrond.
Vereisten:
1 - Ogenblikkelijke:
2 - Wederrechtelijke aanranding
Niet uit eigen recht of uit de rechtmatige uitoefening van een overheidsbevoegdheid
3 - Van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed
4 - Welke aanranding verdediging noodzakelijk en geboden maakt
Geboden = kon je weggaan?
Verder moet zijn voldaan aan:
- Proportionaliteit: stond de reactie in redelijke verhouding tot de druk van buiten?
- Subsidiariteit: was er een alternatief of was deze handeling de enige optie in die situatie?
- Eventueel Garantenstellung
- Eventueel Culpa in causa
Tip:
Verwar noodweer niet met overmacht.
Onthoud dat bij noodweer recht tegen onrecht strijdt (het gaat immers om een wederrechtelijke aanranding).
Bij overmacht recht tegen recht strijdt (er moet immers worden gekozen tussen twee op zichzelf rechtmatige belangen of plichten).
Daarnaast moet voor een geslaagd beroep op noodweer de wederrechtelijke aanranding afkomstig zijn van een mens en niet bijv. van een dier. Zich verdedigen tegen een aanval van een hond kan eventueel wel gelden als overmacht in de zin van noodtoestand.
Tip:
Verwar noodweer niet met overmacht.
Onthoud dat bij noodweer recht tegen onrecht strijdt (het gaat immers om een wederrechtelijke aanranding).
Bij overmacht recht tegen recht strijdt (er moet immers worden gekozen tussen twee op zichzelf rechtmatige belangen of plichten)
Daarnaast moet voor een geslaagd beroep op noodweer de wederrechtelijke aanranding afkomstig zijn van een mens en niet bijv. van een dier.
Zich verdedigen tegen een aanval van een hond kan eventueel wel gelden als overmacht in de zin van noodtoestand.
Putatieve noodweer(exces)
Er is sprake van putatieve noodweer(exces) indien men op goede gronden vermeent te worden aangerand, terwijl dit in werkelijkheid niet het geval is. Iemand die excuseerbaar dwaalt, kan zich beroepen op de buitenwettelijke schulduitsluitingsgrond afwezigheid van alle schuld ter zake van putatieve noodweer(exces)
Putatieve noodweer(exces)
Er is sprake van putatieve noodweer(exces) indien men op goede gronden vermeent te worden aangerand, terwijl dit in werkelijkheid niet het geval is. Iemand die excuseerbaar dwaalt, kan zich beroepen op de buitenwettelijke schulduitsluitingsgrond afwezigheid van alle schuld ter zake van putatieve noodweer(exces).
2.3 Buitenwettelijke rechtvaardigingsgrond: ontbreken van materiële wederrechtelijkheid
Volgens de leer van de materiële wederrechtelijkheid kan de wederrechtelijkheid niet alleen vervallen als de wet zelf in die mogelijkheid heeft voorzien (wettelijke rechtvaardigingsgrond), maar ook als het gaat om de substantiële afwezigheid van de wederrechtelijkheid in gevallen waarin deze niet via de wet aan de orde komt. Dit betekent dat de wederrechtelijkheid ook kan worden ontnomen door een beroep op een buitenwettelijke rechtvaardigingsgrond: afwezigheid van de materiële wederrechtelijkheid. Dit kun je bijv. terugzien in HR Huizense Veearts, waar de wederrechtelijkheid als element werd geïntroduceerd en daarmee de buitenwettelijke rechtvaardigingsgrond. Deze situatie was echter wel een uitzondering. Er gelden namelijk hele strenge eisen voor de toepassing van een dergelijke buitenwettelijke rechtvaardigingsgrond, welke terug te vinden zijn in de volgende passage uit het boek (p. 178):
“De rechtspraak (…) eist voor de toepasselijkheid van de leer van de materiële wederrechtelijkheid minstens, dat er sprake is van een redelijk middel tot een redelijk doel, waarbij het doel een evident voordeel voor de rechtsorde moet betekenen, of zelfs kans heeft door de wetgever te worden erkend (Langemeijer), waarbij zoveel mogelijk een belang wordt beschermd dat in het verlengde van het door de wet beschermde belang ligt (de Huizense Veearts) en waarbij het middel onmisbaar en niet vervangbaar door een ander middel is (het in de jurisprudentie opgenomen subsidiariteitsbeginsel).”
Het feit dat in de praktijk erg weinig gebruik wordt gemaakt van de leer van de afwezigheid van de materiële wederrechtelijkheid, laat zien dat het gebruik van een algemene buitenwettelijke rechtvaardigingsgrond een té grote stap was.
2.3 Buitenwettelijke rechtvaardigingsgrond: ontbreken van materiële wederrechtelijkheid
Volgens de leer van de materiële wederrechtelijkheid kan de wederrechtelijkheid niet alleen vervallen als de wet zelf in die mogelijkheid heeft voorzien (wettelijke rechtvaardigingsgrond), maar ook als het gaat om de substantiële afwezigheid van de wederrechtelijkheid in gevallen waarin deze niet via de wet aan de orde komt. Dit betekent dat de wederrechtelijkheid ook kan worden ontnomen door een beroep op een buitenwettelijke rechtvaardigingsgrond: afwezigheid van de materiële wederrechtelijkheid. Dit kun je bijv. terugzien in HR Huizense Veearts, waar de wederrechtelijkheid als element werd geïntroduceerd en daarmee de buitenwettelijke rechtvaardigingsgrond. Deze situatie was echter wel een uitzondering. Er gelden namelijk hele strenge eisen voor de toepassing van een dergelijke buitenwettelijke rechtvaardigingsgrond, welke terug te vinden zijn in de volgende passage uit het boek (p. 178):
“De rechtspraak (…) eist voor de toepasselijkheid van de leer van de materiële wederrechtelijkheid minstens, dat er sprake is van een redelijk middel tot een redelijk doel, waarbij het doel een evident voordeel voor de rechtsorde moet betekenen, of zelfs kans heeft door de wetgever te worden erkend (Langemeijer), waarbij zoveel mogelijk een belang wordt beschermd dat in het verlengde van het door de wet beschermde belang ligt (de Huizense Veearts) en waarbij het middel onmisbaar en niet vervangbaar door een ander middel is (het in de jurisprudentie opgenomen subsidiariteitsbeginsel).”
Het feit dat in de praktijk erg weinig gebruik wordt gemaakt van de leer van de afwezigheid van de materiële wederrechtelijkheid, laat zien dat het gebruik van een algemene buitenwettelijke rechtvaardigingsgrond een té grote stap was.
Schulduitsluitingsgronden
Ontoerekenbaarheid art. 39 Sr
Gradaties toerekenbaarheid:
Art. 39 Sr dient in samenhang met art. 37a Sr te worden gelezen. Dit laatste artikel maakt de TBS-maatregel mogelijk wanneer er bij de verdachte - tijdens het begaan van het strafbare feit - een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestesvermogens bestond. Dit geeft de rechter de mogelijkheid om strafrechtelijke aansprakelijk voor een strafbaar feit gradueel (geleidelijk) toe te rekenen aan een dader.
Drietal gradaties van toerekenbaarheid bestaan:
1 Volledig toerekenbaar
De verdachte heeft geen stoornis en is dus een ‘normaal’ ontwikkeld mens of hij heeft een stoornis, maar deze werkte niet door in het delict. Een andere mogelijkheid bij deze gradatie is de partiële toerekenbaarheid. Dan heeft verdachte een stoornis, maar werkt deze stoornis niet door in het delict. Verdachte is bijv. pyromaan (men met ziekelijke neiging tot brandstichten) en heeft moord gepleegd. De pyromanie heeft niet doorgewerkt in het gepleegde feit. Hij wordt verantwoordelijk gesteld voor zijn daden en kan daarom de volledige straf krijgen.
2 Verminderd toerekenbaar
In geval van enigszins verminderde toerekenbaarheid, heeft de verdachte een zeer lichte stoornis of is er sprake van slechts een geringe doorwerking van de stoornis in het delict. Bij verminderde toerekenbaarheid heeft de verdachte een ernstiger psychische stoornis (vaak een persoonlijkheidsstoornis), die een aanzienlijke invloed heeft gehad op de gedraging van de verdachte. Hij kan in mindere mate nog steeds een straf opgelegd krijgen. Een combinatievonnis (straf en tbs) is ook mogelijk.
3 Volledig ontoerekenbaar
De verdachte heeft stoornissen die zijn handelen volledig hebben bepaald. De verdachte had geen wilsvrijheid tijdens het begaan van het strafbare feit. Hij kan geen straf opgelegd krijgen (zie art. 39 Sr), maar wel de maatregel van tbs mits aan alle voorwaarden is voldaan (zie art. 37a Sr).
Schulduitsluitingsgronden
Ontoerekenbaarheid art. 39 Sr.
Gradaties toerekenbaarheid.
Art. 39 Sr dient in samenhang met art. 37a Sr te worden gelezen. Dit laatste artikel maakt de TBS-maatregel mogelijk wanneer er bij de verdachte - tijdens het begaan van het strafbare feit - een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestesvermogens bestond.
Dit geeft de rechter de mogelijkheid om strafrechtelijke aansprakelijk voor een strafbaar feit gradueel (geleidelijk) toe te rekenen aan een dader.
Drietal gradaties van toerekenbaarheid bestaan:
1 Volledig toerekenbaar
De verdachte heeft geen stoornis en is dus een ‘normaal’ ontwikkeld mens of hij heeft een stoornis, maar deze werkte niet door in het delict. Een andere mogelijkheid bij deze gradatie is de partiële toerekenbaarheid. Dan heeft de verdachte een stoornis maar werkt deze stoornis niet door in het delict. Verdachte is bijv. pyromaan (men met ziekelijke neigen tot brandstichten) en heeft moord gepleegd. De pyromanie heeft niet doorgewerkt in het gepleegde feit. Hij wordt verantwoordelijk gesteld voor zijn daden en kan daarom de volledige straf krijgen.
2 Verminderd toerekenbaarheid
In geval van enigszins verminderde toerekenbaarheid, heeft de verdachte een zeer lichte stoornis of is er sprake van een slechts een geringe doorwerking van de stoornis in het delict. Bij verminderde toerekenbaarheid heeft de verdachte een ernstiger psychische stoornis (vaak een persoonlijkheidsstoornis), die een aanzienlijke invloed heeft gehad op de gedraging van de verdachte. Hij kan in mindere mate nog steeds een straf opgelegd krijgen. Een combinatievonnis (straf en tbs) is ook mogelijk.
- Volledig ontoerekenbaar
De verdachte heeft stoornissen die zijn handelen volledig hebben bepaald. De verdachte had geen wilsvrijheid tijdens het begaan van het strafbare feit. Hij kan geen straf opgelegd krijgen, zie art. 39 Sr, maar wel de maatregel van tbs mits aan alle voorwaarden is voldaan, zie art. 37a Sr.
Rechterlijke beslissing toerekenbaarheid:
De rechter beslist aan de hand van de volgende vragen over de toerekenbaarheid:
1 Ten tijde van strafbare feit sprake van psychische stoornis? (beantwoordt door gedragsdeskundigen)
2 Stoornis doorgewerkt in de strafbare feit? (beantwoordt door gedragsdeskundigen) (je hoeft niet perse door die stoornis een strafbare feit te plegen, kleptomanie heeft betrekking op het stelen dus als je brand sticht is het niet van belang)
3 Toerekenen? (wordt door de rechter beantwoordt)
Moet het feit niet of verminderd aan de verdachte worden toegerekend?
Rechterlijke beslissing toerekenbaarheid:
De rechter beslist aan de hand van de volgende vragen over de toerekenbaarheid:
1 Ten tijde van strafbare feit sprake van psychische stoornis? (beantwoordt door gedragsdeskundigen)
2 Stoornis doorgewerkt in de strafbare feit? (beantwoordt door gedragsdeskundigen)
(je hoeft niet perse door die stoornis een strafbare feit te plegen, kleptomanie heeft betrekking op het stelen, dus als je brand sticht is het niet van belang)
3 Toerekenen? (wordt door de rechter beantwoordt)
Moet het feit niet of verminderd aan de verdachte worden toegerekend?
Oplegging straf en/of maatregel
1 Bij volledige toerekenbaarheid
De verdachte kan de volledige straf opgelegd krijgen.
2 Verminderde toerekenbaarheid
I De rechter straft naar de mate van lichtere schuld, lichter. Hiernaast kan de rechter tbs opleggen, mits aan de voorwaarden zijn voldaan art. 37a Sr.
II De rechter legt uitsluitend tbs op, indien art. 37a lid 2 Sr dit toe staat.
III De rechter legt een lange gevangenisstraf op, waarna ook nog eventueel tbs kan volgen, zie het Zwarte Ruiter arrest.
IV. Bij minder ernstige delicten kan de rechter ook beslissen geen tbs-maatregel op te leggen, maar een voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarde (verdachte kan bijv. verplicht worden onder ambulante behandeling gesteld te worden krachtens art. 14c lid 2 Sr)
3 Volledige ontoerekenbaarheid
In dit geval is een geslaagd beroep gedaan op art. 39 Sr, het staat de rechter niet vrij een straf op te leggen, maar wel tbs indien is voldaan aan de voorwaarden van art. 37a Sr.
Oplegging straf en/of maatregel
1 Bij volledige toerekenbaarheid
De verdachte kan de volledige straf opgelegd krijgen.
2 Verminderde toerekenbaarheid
I De rechter straft naar de mate van lichtere schuld, lichter. Hiernaast kan de rechter tbs opleggen, mits aan de voorwaarden zijn voldaan art. 37a Sr.
II De rechter legt uitsluitend tbs op, indien art. 37a lid 2 Sr dit toe staat.
III De rechter legt een lange gevangenisstraf op, waarna ook nog eventueel tbs kan volgen, zie het Zwarte Ruiter arrest.
IV. Bij minder ernstige delicten kan de rechter ook beslissen geen tbs-maatregel op te leggen, maar een voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarde (verdachte kan bijv. verplicht worden onder ambulante behandeling gesteld te worden krachtens art. 14c lid 2 Sr)
3 Volledige ontoerekenbaarheid
In dit geval is een geslaagd beroep gedaan op art. 39 Sr, het staat de rechter niet vrij een straf op te leggen, maar wel tbs indien is voldaan aan de voorwaarden van art. 37a Sr.
Vereisten tbs-maatregel art. 37a Sr:
1 Het moet gaan om een dader die een gevaar vormt voor de veiligheid voor anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen oplevert.
(Hoge recidivegevaar staat in casu zelf of bijv. zelf zegt dat hij strafbare feiten gaat plegen)
2 Dat er sprake moet zijn van gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis dat is vastgesteld door de rechter.
3 Het moet gaan om een misdrijf waarop een gevangenisstraf van 4 jaar of meer opstaat of specifieke artikelen in art. 37a lid 1 BW
Vereisten tbs-maatregel art. 37a Sr:
1 Het moet gaan om een dader die een gevaar vormt voor de veiligheid voor anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen oplevert.
(Hoge recidivegevaar staat in casu zelf of bijv. zelf zegt dat hij strafbare feiten gaat plegen)
2 Dat er sprake moet zijn van gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis dat is vastgesteld door de rechter.
3 Het moet gaan om een misdrijf waarop een gevangenisstraf van 4 jaar of meer opstaat of specifieke artikelen in art. 37a lid 1 BW
Stappenplan psychische overmacht ex art. 40 Sr
Er is sprake van een schulduitsluitingsgrond in de zin van psychische overmacht in de zin van art. 40 Sr:
In HR Moord te Capelle aan den IJssel staan de vereisten van psychische overmacht
1 Acute drang
2 Buiten komende (extern)
3 Kon/behoefde geen weerstand te bieden
- proportionaliteit
acute drang vs reactie op drang.
- subsidiariteit
Was er een ander alternatief - garantenstellung HR Apothekersassistente i.o.
Pas als hier aan is voldaan, dan komt culpa in causa HR In de steek gelaten vrouw
Conclusie
Stappenplan psychische overmacht ex art. 40 Sr
Er is sprake van een schulduitsluitingsgrond in de zin van psychische overmacht in de zin van art. 40 Sr:
In HR Moord te Capelle aan den IJssel staan de vereisten van psychische overmacht
1 Acute drang
2 Buiten komende (extern)
3 Kon/behoefde geen weerstand te bieden
- proportionaliteit
acute drang vs reactie op drang.
- subsidiariteit
Was er een ander alternatief - garantenstellung HR Apothekersassistente i.o.
Pas als hier aan is voldaan, dan komt culpa in causa HR In de steek gelaten vrouw
Conclusie
Stappenplan noodweerexces art. 40 lid 2 Sr:
vereisten noodweerexces:
1 - noodweersituatie: lid 1 Sr ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding van eigen of anders lijf, eerbaarheid of goed
2 - disproportionele verdedigingswijze
de verdediging moet noodzakelijk zijn geweest (dus aan het subsidiariteitsvereiste moet zijn voldaan), maar in de verdediging is men doorgeschoten.
Verschillende typen noodweerexces:
- Intensief noodweerexces: de aangevallene loopt direct te hard van stapel
- Extensief noodweerexces: de aangevallene schiet door, waardoor de zelfverdediging overgaat in een aanval die verder strekt dan waar de noodweersituatie in feite om vraagt.
- Tardief noodweerexces: de verdediging wordt door de aangevallene pas ingezet op een moment waarop de noodweersituatie reeds niet meer bestaat. Dit is een bijzondere vorm van extensief noodweerexces.
3 - hevige gemoedsbeweging
Dit kan veroorzaakt worden door emoties zoals, angst, vrees of radeloosheid, maar ook drift, woede en verbijstering. Wraakbehoeftes kunnen daarentegen niet als hevige gemoedsbeweging worden gekwalificeerd.
4 - Dubbele causaliteit
De aanval moet bij de aangevallene een hevige gemoedsbeweging veroorzaken en uit deze hevige gemoedsbeweging moet de excessieve reactie verklaren zijn. In dit kader wordt ook gekeken naar de gemiddelde, normale mens. Er kan namelijk geen rekening gehouden worden met mensen die uitzonderlijk mild reageren of uitzonderlijk snel ontvlambaar zijn. De hevige gemoedstoestand moet als onmiddellijk gevolg van de aanranding van doorslaggevend belang zijn geweest voor de reactie van de aangevallene. Het hoeft hierbij niet geheel uitgesloten zijn dat andere factoren hierbij hebben meegespeeld.
5 - Garantenstellung
HR Apothekersassistente in opleiding.
Conclusie:
Stappenplan noodweerexces art. 40 lid 2 Sr:
vereisten noodweerexces:
1 - noodweersituatie: lid 1 Sr ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding van eigen of anders lijf, eerbaarheid of goed.
2 - disproportionele verdedigingswijze
Subsidiariteitsvereiste voldaan, maar in de verdediging is men doorgeschoten.
Intensief noodweerexces: aangevallene loopt direct te hard van stapel.
Extensief noodweerexces: aangevallene schiet door waardoor de zelfverdediging overgaat in een aanval die verder strekt dan waar de noodweersituatie in feite om vraagt.
Tardief noodweerexces: de verdediging wordt door de aangevallene pas ingezet op een moment waarop de noodweersituatie reeds niet meer bestaat. Dit is een bijzondere vorm van extensief noodweerexces.
3 - Hevige gemoedsbeweging
Dit kan veroorzaakt worden door emoties zoals, angst, vrees of radeloosheid, maar ook drift, woede en verbijstering. Wraakbehoeftes vallen hier niet onder.
4 - Dubbele causaliteit
De aanval moet bij de aangevallene een hevige gemoedsbeweging veroorzaken en uit deze hevige gemoedsbeweging moet de excessieve reactie te verklaren zijn. In dit kader wordt ook gekeken naar een gemiddelde, normale mens.
De hevige gemoedstoestand moet als onmiddellijk gevolg van de aanranding van doorslaggevend belang zijn geweest voor de reactie van de aangevallene.
5 - Garantenstellung
HR Apothekersassistente in opleiding
Conclusie:
Buitenwettelijke schulduitsluitingsgrond: afwezigheid van alle schuld
In het Melk- en Waterarrest is het element verwijtbaarheid geïntroduceerd en daarmee ook de buitenwettelijke schulduitsluitingsgrond: afwezigheid van alle schuld (avas). Let wel op dat schuld in de zin van avas verschilt van culpa.
Ten eerste, verschilt op welke partij de bewijslast rust. Bij de schuld als bestanddeel (culpa) rust de bewijslast op het OM en bij avas in beginsel op de verdachte.
Verder bestaat culpa uit grove onachtzaamheid (culpa lata), terwijl bij toepassing van avas sprake moet zijn van een licht schuld (culpa levis). Zelfs de lichtste verwijtbaarheid kan een beroep op avas frustreren. Voor een geslaagd beroep op avas moet sprake zijn van excuseerbare, verontschuldigbare dwaling.
Voorbeelden hiervan zijn:
- Verontschuldigbare dwaling ten aanzien van de feiten (error facti)
Bij deze dwaling is geen sprake van verwijtbare onwetendheid. Dit doet zich nogal eens voor in gevallen van misleiding door derden of misleidende informatie van derden, op wier gezag de betrokkene redelijkerwijze mocht afgaan (net zoals in HR Melk- en water de veehouder zijn knecht niet had verteld dat de melk was aangelengd)
- Verontschuldigbare dwaling ten aanzien van het recht
Hier kan sprake van zijn als een persoon handelt op (juridisch) advies van een deskundig te achten autoriteit aan wie zoveel gezag valt toe te kennen, dat de betrokkene in redelijkheid op de deugdelijkheid van dat advies heeft mogen vertrouwen. Van Veen noemt de volgende factoren bij de beoordeling van dergelijk advies: de mate van waarschijnlijkheid dat het advies juist is, de reputatie en de deskundigheid van de adviseur, zijn onpartijdigheid en belangeloosheid en zijn niet-betrokkenheid bij de zaak waarin of waarover hij adviseert. Dit betreft de feitelijke aspecten van de zaak.
> HR motorpapieren - Verontschuldigbare onmacht.
In dit geval wordt verwijtbaarheid geacht te ontbreken, omdat men het door (fysieke) onmacht niet kon helpen een strafbaar feit te plegen (zie bijv. HR Black-out). - Betrachten van de redelijkerwijs te vergen zorg
In dit geval heeft de betrokkene weliswaar niet gedwaald ten aanzien van de feiten of het recht, maar heeft hij of zij wel alle in redelijkheid van hem te vergen zorg betracht ter voorkoming van het feit.
Buitenwettelijke schulduitsluitingsgrond: afwezigheid van alle schuld
Voorbeelden:
- Verontschuldigbare dwaling ten aanzien van de feiten
HR Melk- en water.
- Verontschuldigbare dwaling ten aanzien van het recht
HR Motorpapieren - Verontschuldigbare onmacht
HR Black-out. - Betrachten van de redelijkerwijs te vergen zorg
Betrokkene niet gedwaald ten aanzien van de feiten of het recht, maar heeft hij wel in alle redelijkheid van hem te vergen zorg betracht ter voorkoming van het feit.
Verschil culpa en avas:
- culpa: bewijslast rust op OM (bestanddeel)
- avas: bewijslast rust op verdachte
- Culpa in geval van grove onachtzaamheid
- Avas: in geval van licht schuld.