Stijlvormen Teksttoets Ovidius Flashcards
Tricolon
Drie onderdelen
Vaak gepaard met climax in de betekenis of in aantal lettergrepen
Hyperbaton
Uiteenplaatsing grammaticale eenheid
Het hoge nest
Chiasme
ABBA
Leven om te eten maar eten om te leven
Asyndeton
Twee of meer tekstelementen zonder verbindingswoord
Dus veel komma’s
Polysyndeton
Twee of meer tekstelementen die steeds met nevenschikkend voegwoord verbonden zijn
En en en
Alliteratie
Eerste letter
Liesje leerde lotje lopen
Magno cum murmure montis
Apostrofe
De verteller richt zich rechtstreeks tot een personage
Hoe was je er aan toe, Dido, toen je dergelijke dingen zag
Metonymie (5)
- abstractum pro concreto
- concretum pro abstracto
- naam van god(in) ipv van een begrip uit zijn/haar invloedssfeer
- materiaal ipv het onderwerp
- pars pro toto
Abstractum pro concreto
Een abstract ipv concreet begrip
Mijn verlangen -> mijn geliefde
Concretum pro abstracto
Een concreet ipv abstract begrip
Bed->huwelijk(sbed)
Naam van godin
Ipv begrip
Bacchus-> god van wijn -> wijn
Materiaal
Ipv onderwerp
Ijzer -> zwaard
Pars pro toto
Deel ipv geheel
Daken -> huizen
Enallage
Verbinding van bijvoeglijk nmw met ander zelfstandig nmw dan het bij hoort
De gang met kalken licht
Retorische vraag
Een vraag waarbij het niet de bedoeling is dat er een antwoord gegeven wordt
Dichterlijk meervoud
Mv ipv ev
Drift(buien)
(Gevoelens van) vreugde