Bz Signaalwoorden Flashcards
1
Q
Cum +coni
A
Toen
Omdat
Hoewel
2
Q
Ut +coni
A
Opdat
Zodat
Dat
3
Q
Cum +indic
A
(Telkens) wanneer, toen
4
Q
Ut +indic
A
Hoe
Zoals
Zodra
5
Q
Ne +coni
A
Opdat niet, dat (na we van vrezen)
6
Q
Ne in HZ
A
Niet (+coni in HZ verbod)
7
Q
Ne…quidem
A
Zelfs … Niet
8
Q
Qui +coni
A
Finalis/doel
Moeten/om te
Definiërend er zijn mensen die (zo zijn dat ze)