stijlfiguren Flashcards
stijlfiguur
een bijzonder gebruik van een woord, een bijzondere formulering of een afwijking van de gebruikelijke zinsbouw met de bedoeling een speciaal effect te bereiken
Variatio
gebruik van verschillende grammaticale constructies in gelijkwaardige zinsdelen
chiasme
of kruisstelling
overeenkomende woorden of zinsdelen worden kruisgewijs geplaatst, zodat je de Griekse letter ‘chi’ (X) krijgt als je ze zou verbinden (A-B-B-A)
alliteratie
twee of meer opeenvolgende lettergrepen of woorden beginnen met dezelfde medeklinker(s)
hyperbaton
scheiding van twee bij elkaar horende woorden (meestal substantief met adjectief dat ermee congrueert) door er één of meer woorden tussen te plaatsen –> letterlijke vertaling uit het Grieks: ‘overstap’
-metrisch hyperbaton: om metrische redenen (metri causa)
schilderend of expressief hyperbaton: om het adjectief te benadrukken
enjambement
het doorlopen van de zin van het ene vers op het volgende, doordat een woord of woordgroep inhoudelijk nog. bij het vorige vers hoort –> soms extreme hyperbaton
hypallage
een woord hoort inhoudelijk niet bij hetzelfde woord als het woord waarmee het grammaticaal congrueert
inversie
omkering van de volgorde werkwoord - onderwerp
metonymie
(Gr. ‘naamsverwisseling’)
vervangen van een woord door een verwant begrip
-stof ipv voorwerp dat eruit vervaardigd is
-abstract ipv concreet
-concreet ipv abstract
-deel ipv geheel (pars pro toto)
metafoor
een woord of uitdrukking wordt niet letterlijk gebruikt, maar in een overdrachtelijke of figuurlijke betekenis
retorische vraag
vraag waarop de spreker of schrijver geen antwoord verwacht
synchysis
Verstrengeling van woorden. Twee woordgroepen zijn in elkaar verstrengeld (A-B-A-B) –> verbinding van twee hyperbata
onomatopee
of klanknabootsing
woorden die geluiden, vooral van de natuur, nabootsen
apostrofe
het woord rechtstreeks richten tot een afwezige persoon