stijl lat Flashcards

1
Q

asyndeton

A

= ontbreken van de nevenschikkende voegwoorden.

Doel: Wat zo verbonden is krijgt extra aandacht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ellips

A

= Weglaten van een (eenvoudig) woord dat je vanuit de context makkelijk bij kan denken.
Doel: de focus komt nog meer op de kerngedachte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Brachylogie

A

=Een inhoudelijk logische gedachte die je vanuit de context van de zin verwacht, wordt weggelaten

Doel: hierdoor krijgt de “weggelaten” gedachte extra nadruk, want je hebt er zelf naar moeten zoeken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Asymmetrie

A

= in grammaticale opbouw (doorbreken van het syntactische verwachtingspatroon, de normale grammaticale constructie die je verwacht)

 Doel: de lezer alert houden, de grammaticaal   afwijkende woorden krijgen extra nadruk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Beschrijvende of historische infinitief

A

Doel: net zoals in het Nederlands zorgt het gebruik van de infinitief in plaats persoonsvorm voor meer levendigheid: (En hij, maar dansen!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Collectief enkelvoud

A

Doel: het woord dat afwijkt krijgt nadruk, maar soms kan ook het welluidende ritme van de zin meespelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

abstractum pro concreto=

A

Doel: de lezer alert houden, doen nadenken, een abstract begrip vergt meer denkwerk dan het concretere alternatief. Hierdoor krijgt dit ook extra aandacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Precieuze woordkeuze

A

=gebruik van meer verfijnde en eerder plechtige woorden om de begrippen ‘leven’ en ‘dood’ te verwoorden

Doel: aangezien leven en dood ten tijde van de keizers geladen begrippen waren die veelvuldig voorkwamen (lees: moord) varieert Tacitus hiermee om het literaire gehalte van zijn werk te verhogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Adjectieven met de waarde van een substantief in de genitief

A

=Invloed uit de poëzie om het literaire gehalte van zijn werk te verhogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hendiadys

A

= één begrip wordt uitgedrukt door middel van twee nevengeschikte substantieven

Doel: dit begrip valt hierdoor extra op en krijgt nadruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Tautologie

A

=Hetzelfde zeggen: 1 begrip wordt met meerdere synoniemen weergegeven

Doel: Ook hierdoor krijgt dit begrip de nadruk in de zin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

andere poëtische elementen of elementen uit de retoriek

A

=Metonymie (vb. abstractum pro concreto, pars pro toto), tweeledige en drieledige opbouw van zijn zinnen, parallellisme of chiasme hierbinnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Sententia

A

=een afrondende en mooi verwoorde gedachte aan het einde van een thema

Doel: kerngedachte van zijn thema mooi afronden met een wijsheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Taciteïsche disjunctie

A

=Tacitus geeft vaak twee interpretaties van de feiten, een gunstige en een ongunstige. Omdat hij pessimistisch ingesteld had, had hij vaak een voorkeur voor de negatieve interpretatie. Hij verwoordt die telkens als tweede, omdat ze zo beter blijft hangen.

Doel: op een subtiele manier de lezer overtuigen van zijn eigen mening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Suggestief klankgebruik van de sombere klanken o, u, (i), s

A

Doel: zijn pessimistische kijk op de situatie ondersteunen via de klankkleur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Gebruik van de indirecte rede

A

Doel 1: gedachten en gevoelens van de personages weergeven, zodat de lezer zich kan inleven in de hoofdrolspelers.
Doel 2: bronnen niet prijsgeven (je komt niet te weten van wie Tacitus de informatie over de hoofdpersoon te weten gekomen is).
Doel 3: zijn eigen mening via deze weg kenbaar maken (in de mond van iemand anders).