Ned woordjes 1-40 Flashcards
Aanleiding
dat wat je direct in beweging zet
Aanwenden
gebruiken
abrupt
plotseling
absorberen
inzuigen, in zich opnemen
abstract
zonder bepaalde voorstelling
accentueren
de nadruk op iets legen
accessoire
iets dat erbij hoort
accidenteel
af en toe, bijkomstig
acclimatiseren
wennen aan bepaalde omgeving
accumulatie
opeenstapeling
accuratesse
nauwkeurigheid
acquisitie
het werven van orders
activeren
aanwakkeren, werkzaam maken
additief
wat erbij gevoegd is
additief
wat erbij gevoegd is
additioneel
bijkomend
adequaat
goed passend bij de omstandigheden
ad hoc
speciaal voor dit doel
alternatief
andere mogelijkheid; een van de mogelijkheden bij een multiplechoicevraag
analoog
Op de zelfde manier als
analyse
onderzoek dat of uitleg die duidelijk maakt hoe iets in elkaar zit
analyseren
een analyse van iet maken, ontleden
Anticiperen
Vooruitdenken, rekening houden met iets waarvan je verwacht dat het zal gebeuren
a priori
Al gelijk vooraf, van tevoren
Arbitrair
Willekeurig, zoals het toevallig uitkomt
Argument
Goede reden, reden om tot een bepaalde conclusie te komen
Argumenteren
Argumenten aanvoeren
Artificieel
Kunstmatig
Assement
Een test waarbij men nagaat of iemand geschikt
Assimilatie
Het in elkaar opgaan, aanpassen
Associatie
Verbinding van gedachten, wat opgeroepen wordt door iets anders
Assortiment
Collectie
Aspect
Deel van een zaak
Assymmetrisch
Niet in verhouding, niet elkaars spiegelbeeld zijn
Attitude
Gedrag, de manier waarop men over iets of iemand denkt
Attribuut
Karakterstiek, iets dat typisch bij iemand past, typisch kenmerk
Autonoom
Zelfstandig, onafhankelijk
Aversie
Weerzin
Bagatelliseren
Doen alsof het onbelangrijk is
Baisse
Prijsdaling, inzinking
Beogen
Iets proberen te bereiken