Ned woordjes 1-40 Flashcards
1
Q
Aanleiding
A
dat wat je direct in beweging zet
2
Q
Aanwenden
A
gebruiken
3
Q
abrupt
A
plotseling
4
Q
absorberen
A
inzuigen, in zich opnemen
5
Q
abstract
A
zonder bepaalde voorstelling
6
Q
accentueren
A
de nadruk op iets legen
7
Q
accessoire
A
iets dat erbij hoort
8
Q
accidenteel
A
af en toe, bijkomstig
9
Q
acclimatiseren
A
wennen aan bepaalde omgeving
10
Q
accumulatie
A
opeenstapeling
11
Q
accuratesse
A
nauwkeurigheid
12
Q
acquisitie
A
het werven van orders
13
Q
activeren
A
aanwakkeren, werkzaam maken
14
Q
additief
A
wat erbij gevoegd is
14
Q
additief
A
wat erbij gevoegd is
15
Q
additioneel
A
bijkomend