Stess & stresshantering Flashcards
1
Q
vakgebieden
A
- psychologie = alfa
- humane wetenschappen
- mind (& brain)
- normaliteit
- soorten gedrag onderscheiden = functioneel, aangepast, problematisch & gestoord
- interventie door non-farmacologisch - psychiatrie = gamma
- medische wetenschappen
- brain (& mind)
- ziekte
- interventie door farmacologisch
2
Q
klinische modellen
A
- biomedisch perspectief
- ziekte -> ziek zijn -> ziekte rol
- iedereen met zelfde afwijking heeft zelfde klachten & rol
- verouderd model
- vooral focus op klachten en niet op preventie - historische ondersteuning van biomedisch perspectief
- hippocrates = lichaamsvochten
- plato = geest & lichaam afzonderlijk
- thomas van aquino = lichaam & ziel samen - biopsychosociaal perspectief
- ziekte = objectief, ziekzijn = subjectieve ervaring
- multidiciplinair centra
- klachten = centraal aanmeldingspunt
- redenen van ontwikkeling = veel andere factoren vb: sociale steun, stress, …
- focus op stress, placebo & chronische pijn
3
Q
algemeen stress
A
- definitie
- psychologische & fysiologische reacties = strain
- op reële of vermeende bedreiging = situatie
- van fysiek & psychisch eveniwcht = interactioneel process - nut van reactie
- energie & kracht geven
- van belang voor in ongekende situaties flexibel te zijn
- snelle reactie = AZS
- trage reactie = hormonen - onderdelen van reactie
- lichamelijk
- psychisch
- gedragsmatig
4
Q
stress reactie
A
- lichamelijk
- zweten
- verminderde speekselproductie
- verhoogde bloeddruk & hartslag
- verhoogde AH
- ruste/slapeloosheid & vermoeidheid
- dilatatie in pupil - psychisch
- irritiatie
- pessimisme
- cynisme
- piekeren
- minder zelfvertrouwen & concentratie - gedrag
- woedeuitbarstingen
- toename op roken & alcohol
- verminderde eetlust
5
Q
snelle reactie
A
- algemeen
- vecht-of-vlucht systeem = overlevingsmechanisme
- regulering van ortho & parasympatisch ZS - adrenaline
- aanmaak in bijnier merg binnen enkele seconden
- snelle effecten
- snel verdwenen - routes
- korte & directe
- lange & indirecte
6
Q
adrenaline effecten
A
- lichamelijk
- kippenvel
- verstijven
- hogere hartslag & voelen van hartslag - doorbloeding
- meer bloed naar spieren = meer kracht mogelijk
- minder naar spijsverteringsstelsel = vlinders - psyche = verhoogde alterheid, concentratie & geheugen
7
Q
directe & korte route
A
- weg = neurale shortcut
- thalamus = tussenstation tussen zintuigen & sensorische gebieden
- doorsturen naar amygdala - reactie
- snelle emotionele reactie
- toenaderings of vermijdingsrectie
- aangeboren = instinctief of door klassieke conditionering - eigenschappen
- onnauwkeurig = ruwe informatie
- snel & onbewust = alarmsysteem
- emoties niet altijd vrijwillig kunnen stoppen
8
Q
indirecte & lange route
A
bewuste route van LeDoux
- weg
- primaire sensorische gebieden = visueel, autidief & somatosensorisch
- amygdala = zo snel mogelijk gevaar detecteren
- prefrontale cortex = redeneren over reactie
–> wordt snel overruled door amygdala = bij langdurige stress ook effectief volume vermindering
- hippocampus = herinneringen ophalen - reactie
- meer gedetailleerde info
- bewust beoordeling maken
9
Q
amygdala
A
- functie
- 2 smalle amandelvormige structuren
- gevaar detectie
- ook positieve emoties in opwinende & spannende situaties
–> sommige mensen moeten lachen bij stress
- interpretatie van sociale interacties = emotie & bedreiging - activatie van amygdala
- meer geactiveerd = moeilijker daling van activiteit
- activatie bij elke activiteit met emotionele respons
- vooral bij mensen die moeite hebben emoties onder controle houden
10
Q
onderzoek amygdala
A
- onderzoek geweld in videogames
- hogere activatie
- na 1 week al afname van prefrontale delen & stijging amygdala
- meer vijandige levensstijl = koppig, ongeduldig & prikkelbaar
- anderen als onsympatiek & kwaadaardig erveran - nijmeegse donders instituut
- vrouwen naar fotos van boze, bange & blije mensen zien
- 1/2 zag net hiervoor een extreem geweldadige film
- gestreste vrouwen = heftigere reactie van amgydala op foto & minder onderscheid in emoties van mensen
11
Q
trage reactie
A
- HPA hypothalamix pituitary adrenal axis = hypothalamus-hypofyse-bijnier as
- negatieve feedback regulatie
- CRF adrenocorticotrophic hormone-releasing factor van hypothalamus
- ACTH adrenocotricotrophic hormone van bijnier
- stimuleren aanmaak van cortisol - cortisol
- binnen enkele minuten aangepaakt
- maximaal na 20min
- piek valt niet samen met adrenaline = aanhoudende alertheid
- verhoogde glycemie & beter gebruik
- verhoogde stoffen voor weefselherstel
12
Q
nut van cortisol
A
- positief = acuut
- energie niveau op peil houden
- energie naar belangerijke spieren sturen
- organen in lichaam op werking zetten
- stofwisseling opkrikken
- waak- & slaapritme reguleren = hoogste niveau’s in voormiddag - negatief = chronisch
- te veel & te alng
- neurotoxische stof = aantasting van hippocampus
- ontregelde hippocammpus = geen remming van HPA-as
- ontstaan van vicieuze cirkel: stress -> cholesterol -> meer stress - overactivatie van HPA-as
- negatieve feedback loop niet aanwezig
- meest consistente biologisch bevinding bij depressie
- herstelde patiënten = blijvende abnormale HPA functie
- onderliggende kwetsbaarheid
- kan ook aanleiding geven tot diabetes type II
13
Q
stress ervaring
A
- stresserende gebeurtenis
- voor iedereen anders = schadelijke/bedreigende situatie
- cogniteve, transactionele stressmodel van Richard Lazarus
- ervaring dat omgevingprikkel > eigen mogelijkheden - verhouding
- stressweerbaarheid = maximaal verdraagbaar
- chronische stressoren = altijd in mate aanwezig & kleine veranderingen
- acute stressoren = pieken in bepaalde situaties
14
Q
draagkracht/draaglast model
A
- draaglast = vermogen van individu
- maatschappelijke verwachtingen van redzaamheid bij omgaan van moeilijkheden & tegenslagen = stressoren
- ziekte & herstel
- ingrijpende levensgebeurtenissen
- verlies ervaringen
- confilcten - draagkracht = waargenomen eisen
- hulpbronnen van redzaamheid bij omgaan met moeilijkheden & tegenslagen
- persoonlijke
- sociale
- culturele
- economisch
15
Q
appraisal
A
= taxatie
- adaptatie process aan stressoren
- primaire & secundaire beoordeling
- cognitieve processen = bepalen waarom & mate van stress
- bijna automatisch
- zowel voor fysieke als emotionele bedreiging - primaire appraisal
- dreiging & anticipatie van gevaar
- verlies of verliesdreiging
- uitdaging = mogelijkheid van beheersing of winst - secundaire appraisal
- wat kan ik aan deze situatie doen of kan ik deze situatie aan
- mogelijkheden, tijd, energie, zin & motivatie
- positieve stress ervaren = buiten comfortzone maar toch controleren