Ontwikkeling van gedrag Flashcards
ontwikkeling van aandacht
- aandacht in les
- aandachtsboog jongeren = 50min
- middelbaar = 50min les
- hoger = 1u15 les
- algemene progressieve stijging
–> lengte afh van verschillende elementen - andere aandachtsbogen = attention span
- 2-3j = paar minuten
- 4-6j = kwartier
- 6-12j = halfuur
- 12+ = 40-50min - gebruik van metacognitie
- systematische & selectieve waarneming
- vb: figuur-achtergrond waarneming
- sterke toename in lagere school
- nood aan inhibitie
- aandacht regulatie stoornis = ADHD
–> algemene toename van medicatie
ontwikkeling van geheugen
- passief herkenningsgeheugen
- al bij baby’s
- Rovee-collier experiment
–> voeten vast aan wieg voor beweging - actief inprentings & reproducerend geheugen
- groot verschil met passief herkenningsgeheugen
- wergeheugen capaciteit = backward digit span
- memorisatiestrategiën = herhaling, chunking & visualisatie
–> executieve functies - backward digit span
- 6j = 4-5
- 10j = 6
- 12j = 7
–> volledig ontwikkeld
ontwikkeling van zelfbewustzijn & zelfherkenning
- zelfbewustzijn
- mens een van de enige
- zelfherkenning in spiegel = maar enkele dieren
–> bv: primaten & dolfijnen - ontwikkeling
- subjectief zelfbewustzijn = 0-1j = self as agent
- objectief zelfbewustzijn = 1-2j = self as subject
–> zichzelf kunnen voorstellen
- intensivering zelfbewustzijn = 18-24maand
- operationalisatie van zelfbewustzijn = visuele herkenning voor spiegel - verwante ontwikkeling
- allocentrische voorstellingsvermogen
- geheugen & planning (frontale cortex)
- taal
onderzoek visuele zelfherkenning
- onderzoek
- nog geen ervaring van zichzelf in videos zien
- spiegel effect nabootsen op tv = contiventie ervaring
- als ze bewegingen maken dat tv meebeweegt of ouder naast zich & op tv zien - test
- pop proberen lokaliseren
- zien op scherm = vinden in ruimte
- doll in back & doll in front - mark “rouge” test
- onvoelbaar poeder in keur
- dan kind voor scherm zetten
- besef van eigen gezicht of niet - ontwikkeling = evolutie in 2e jaar
- wel zien & beseffen dat het er is
- niet weten waar het precies is
- duidelijke vooruitgang door training
- verband met object permanentie
ontwikkeling van metacognitie
- zelfreflectie
- reflecteren op eigen gedrag
- niet zo goed bij jongeren - executieve functies
- theory of mind = denkprocessen waarbij je rekening houd wat de andere ervaart
- onderlinge relatie
- complex
- alles ondersteunt elkaar
- basale functies
executieve functies
- functies
- taakinitiatie = beginnen
- flexibiliteit = onderbreken & terugkeren
- inhibitie = rustig aanpakken of impulsief
- emotieregulatie
- aandachtregulatie
- planning - tekorten = problemen aan doelgericht gedrag
- leren, denken & redeneren
- structureren, organiseren & reguleren van gedrag - anatomie
- basis cognitieve functies = in “oudere” hersendelen = die andere dieren ook hebben
- hersenstam & cerebellum
- hogere cognitieve functies = corticale zones hersenen
theory of mind
sally & jane test
- false-belief task
- 2 poppen
- 1 koffer & 1 mand
- 1 bal
verloop
1. sally steekt bal in mand
2. sally gaat weg
3. jane verplaatst de bal
4. sally komt terug
5. waar ligt de bal volgens sally
test
- sally weet niet dat de bal verplaatst is terwijl kleuter dit wel weet
- inlevingsvermogen
- 4-5j = 50% juist
- 6-9j = 100% juist
onderliggende mechanismen
- deel van kennis onderdrukken idpv leiding van concrete kennis
- doorbraak dat iemand de realiteit verkeerd kan waarnemen/interpreteren
precursors van false-belief
- vaststellingen
- peuters 15-18m = verrassing bij violation of expectation & helpen van andere bij zoeken juiste plaats
- peuters 18-20m = begrijpen dat andere personen andere voorkeuren/wensen hebben
- kleuters 2,5-3j = kunnen anderen misleiden - verschil met normale test
- enkel snel impliciet denken gebruiken
- 3jarige kleuters = false-belief task oplossen via concrete action-based opdrachten
schoolrijpheid
- aspecten van schoolrijpheid
- kind
- ouder/begeleider
- testen - testen
- ontwikkelingstesten
- schoolrijpheidtesten - andere
- observaties
- dynamic assesment
klassieke schoolrijpheidstest
- vaardigheden & kennis
- kan over recente gebeurtenis praten
- kan een tijd naar een verhaal luisteren
- kan kleuren opnoemen
- kent achternaam & adres
- kent een paar rijmpjes - gedrag
- toont belangstelling voor leesmateriaal
- volgt instructies van nieuw spel op
- voelt zich goed bij kleine groep vriendjes
- is behulpzaam met kleine karwietjes
schoolrijpheidstesten
- ontwikkeling
- voldoende cognitieve mogelijkheiden
- sociale vaardigheden
- goede spraak & taalontwikkeling
- taakspanning & concentratie - vaardigheden
- auditieve & visuele perceptie vaardhigheden
- lees & schrijfvaardigheden
- reken vaardigheden
tekeningen van kinderen
- kopvoeten = koppoter
- 3jarigen
- hoofd & benen
- ruwe aanduiding van neus, mond & ogen - bepalende factoren
- egocentrisme = zelf ervaring van gezicht, armen & benen maar niet romp
- lichaamsschema = details komen later pas
- ruimtelijk inzicht = beginnen met zo een groot hoofd dat er niet veel meer bij past
–> ontwikkeling samen met plenning & executieve functies
- tekenvaardigheden & fijnemotoriek
hechtingskwaliteit
- ainsworth
- niet enkel sterkte van hecting
- geen monotropie aan biologische moeder
–> mogelijkheid van meerdere verzoringspersonen
- kwaliteit van relatie met verzorger
- cognitief & gevoelsmatig functioneren
- vertrouwen in verzorger & zichzelf = internal working model - invloeden
- cultuur
- omgevingsstress
- ouderlijke sensitiviteit = responsiviteit
- continuïteit in zorg & opvoeding
- temprament
- traumatische gebeurtenissen
vreemde situatie test
- vreemde situatie test
- stress door vreemde omgeving
- vreemde personen
- scheidingsangst = kind word alleen gelaten - ouderlijke sensitiviteit
- vorm van responsiviteit = inhaken op signaalgedrag van kind
- mogelijkheid van effectief troosten kind bijpaniek, verdriet, …
- bepalende factor van hectingsrelatie
outcome van vreemde situatie test
- reacties op moeder na terug komen
- nabijheids zoekend gedrag
- vermijdend gedrag
- afwerend gedrag
- stress of huilgedrag - types kinderen = veilig & onveilig
- A = angstisch vermijdend = apatisch
- B = veilig = actief & snel getroost
- C = angstig-afwerend = ambivalent protest
–> vastklampen aan ouder maar affectievol gedrag afweren = protest tegen ouder voor scheiding
- D = gedesorganiseerd