Agogisch handelen Flashcards
1
Q
werken met een groep
A
- algemeen
- inhoudelijk aspect
- vormelijk aspect = effecten op kinderen
- aansluiten bij leerbehoeften van maatschappij of natuurlijk
- grondprobleem = maturiteit bij brengen terwijl conflicten & weerstand beperken
- in groep werken = nooit perfect aansluiten voor iedereen - groepsbegeleider
- inzicht in groepsdynamiek & sociale processen nodig
- heterogene groepen = extra aandacht nodig
- eerste ontmoeting erg belangerijk
- manier van praten, luisteren & autoriteit van belang
- voorbeeld geven voor gedrag
2
Q
groepdynamiek
A
- dynamiek
- elke groep heeft bepaalde structuur
- elk lid = bepaalde positie & rol
- groepsleden met sleutelrol goed benutten
- systeem van regels & gewoontes - groepsdruk
- gezamelijk gedrag & opzoeken van gemeenschappelijke doelen
- zorgt voor impliciete of expliciete groepsregels
- vb: praten over gevoelens - pesten
- kinderen die blind zijn voor groepsregels
- detecteren door begeleider = zondebok, apatie, agressie, …
3
Q
sociometrie
A
- algemeen
- sociale relaties in groep meten
- voorstellen in sociogram
- inzicht krijgen in groepsstructuur = subgroepen, populariteit, cohesie, … - gebruik
- bespreken kan gunstig maar ook gevaarlijk zijn
- cohesie beïnvloeden door bepaalde activiteiten
4
Q
preventie van probleem gedrag
A
- algemeen
- meestal gebrek van interesse
- 100% heel de tijd is onmogelijk
- intresse & aandacht op momenten waar nodig
- verhogen door manier van uitleg & nooit uit oog verliezen - nooit uit oog verliezen
- inpikken op kleinste teken van onaandachtigheid
- oogcontact met iedereen
- fysiek door lokaal te bewegen & zelf achteraan te staan
- regelmatig prikvragen te stellen & niet enkel personen die zich aanbieden - manier van uitleg
- vraag-antwoord uitleg = jezelf beantwoorden
- anektodes & spectaculaire voorbeelden
- met een stelling kindere provoceren
- primeurs van actualiteit
5
Q
extra aandacht aan kinderen
A
- algemeen
- toename van aantal kinderen in probleem situaties
- gedrags & ontwikkelingsstoornissen komen meer voor
- vaak op onbegrijpte manier mee omgaan = gebrek aan tijd & kennis - onderscheid
- vaak deze kinderen die problemen in groep veroorzaken
- oplossing aanreiken of zelf laten zoeken = problem-solving method
- respect voor eigenheid & autonomie
–> geen oplossingen afwinden
- overleg-gevonden oplossingen hebben meer kans op slagen - beluisteren van jongeren
- door vragen analyseren van gedrag & situatie
- relativeren van absolute uispraken
- difieren van veralgemeningen
- laten ventileren van gevoelens
6
Q
kader van Gordon
A
- onderdelen
- schema voorstellen
- leer & onderwijs gebied
- acceptatie lijn
- problemen van leerling
- problemen voor leerkracht = behoeften & waarden conflict - inhoud
- acceptatielijn is afh van persoon, situatie & tijd
- behoeftenconflicten = afh van omgeving
- waardenconflicten = zo fundamenteel dat er niet over onderhandeld kan worden
–> negeren geen goede oplossing - waarden conflict aanpakken
- zorgen dat jongeren zich op lange termijn kunnen openstellen
- zich laten accepteren als model
- consitent reageren op situaties
- alle info hebben vooraleer dat je reageert
7
Q
methode 2 van Gordon
A
- methode 1
- overhand als begeleider
- macht is noodzakelijk & wordt gerationaliseerd
- reactie van kinderen = frustatie & onbegrip - methode 2
- onderhand als begeleider
- begeiler verliest leiderschap = stress & nervositeit
- reactie = extra opdrachten als straf of omgekeerde = te lief doen - keuze
- soms van ene methode naar andere springen
- indien dan toch blijkt dat niet werkt = extra autoritarie houding - methode 3
- wederzijds respect
- problemen oplossen staat centraal
- leerling met probleem = actief luisteren
- conflict = omgeving weizigner & normen acceptabel gedrag aanpassen
8
Q
belonen & straffen
A
- gedrag stimuleren
- afnemen van storend gedrag = altijd samen met aanleren van gewenst
- verbaal vb: ik-boodschap
–> aandacht krijgen van kinderen = soms nadelig
- observationeel leren door anderen of begeleider = geduld
- systematisch belonen - versterkers
- gedrag niet belonen is vaak beter als remmers
- sociale belondingen = respect & affectie
- symoblische of ruil = punten die tegenover iets staan
- activiteitbeloning = toelaten van toffe activiteit
- materieel - remmers
- sociale remmer = afzonderen & mee lachen
- symbalische = strafpunten
- bepaalde activiteiten opleggen
- previleges afnemen
- materieel
9
Q
principes van straffen
A
- straf moet als straf ervaren worden
- geen straf indien niet uit leren
- geen straffen in prestige sfeer
- richten op daad idpv persoon
- straf ≈ daad - gevolgen van verkeerd
- schrik = vermijden van personen/situaties
- agressie
- negatief zelfbeeld
10
Q
alternatieven van straffen
A
- verbaal
- confonrterende ik-boodschap = aangeven wat & waarom storend is
–> specifieke vorm van feedback op assertieve manier gegeven
- spiegelen = storend gedrag nabootsen
- misten = indirecte opmerking waardoor jongere uit lood geslagen is
–> oneliners vb: rome is ook niet in 1 dag gebouwd - andere technieken
- triadisch intervenëren = bij conflict hele groep meenemen
- macht afstaan = beslissing in handen van probleemzorger
- karikaturiseren