Chronische pijn & placebo Flashcards
pijnmodellen
- biomedisch model
- decartes = 17e eeuw
- pathologie, pijn & hinder in perfecte relatie
- meer pathologie = meer pijn & hinder
- drukknoop-draad-beltheorie
- geen ruimte voor variatie
- voor acute pijn relatief goed <=> chronisch - biopsychosociaal model
- sensorische & emotionele ervaring
- feitelijke of potentiele weefselschade
pijn poort theorie
- algemeen
- Melzack & Wall in 1965
- externe & interne factoren beïnvloeden pijn
- bottum-up & tow-down - regulering van pijn prikkel door hersenen
- stimuleren van inhibitoire neuronen = tastprikkels
- substantia gelatinosa = filter tussen 1e & 2e orde neuronen - pijngrens
- welke prikkel wordt als pijnlijk ervaren
- gelijk over geslacht, cultuur & ras
- invloed door omgeving = angst, stress, depressie & humor
onderzoeken pijngrens humor & optimisme
- humor bij kinderen
- 7-16 jarigen in kinderziekenhuis
- gestandaardiseerde pijnprovocatie met ijswater
- voor, tijdens & na naar grappige filmpjes kijken
- enkel tijdens was gunstig = afleiding
- zelfde effect voor sociaal contact & aanraking - optimisme bij studenten
- 1 groep = beste persoonlijke situatie in toekomst
- andere groep = typsiche dag
- opschrijven
- hand in koud water steken
- optimistische groep = lagere pijnintensiteit scores
onderzoeken pijngrens angst & stress
- angst bij dieren
- korte schokken aan ratten = stress
- analgesie op pijnreactiviteit testen
- vb: inhibitie terugtrekken staart bij hitte - intense warmte bij volwassenen
- 3 groepen = vrees door schokken, angst door dreiging van shock & neutraal
- vinger op warmteplatform tot als pijn doet
- vreesgroep = langer door endogene opiaten
- angstgroep = korter door meer aandacht voor mogelijke pijn
chronische pijn
- algemeen
- 10-20%
- minder aanvaard door omgeving
- langere pijn = groter aandeel van psychische & sociale factoren
- betekenis van pijn speelt langere rol - predisponerende factoren
- vaarbaarheid voor chronische pijn
- neuroticisme of distress = met angst of depressie reageren op stress
- voor de helft erfelijk
onderzoeken neuroticisme
- chronische tension-type headache
- 380 uit 30.000 deelnemers
- aanhoudende hoofdpijn die drukkend of strak is
- deze deelnemers hadden hogere scores op neurocitisme
- invloed op therapie = stressmanagement - depressie & chronische pijn
- komen vaak samen voor
- pijn heeft negatieve invloed op diagnose & therapie van depressie
- minder serotonine = depressie & lagere pijngrens
- therapie van chronische pijn onmogelijk zonder therapie depressie - lage rugpijn
- gebruik van TSK Tampa Scale voor Kensiophobia
- vrees voor bewegen = goede voorspeller voor toekomstige beperkingen in activiteit & particiaptie
vrees-vermijdings model
- letsel
- pijnervaring
- reële inschatting
- flexibele afwisseling van normale belasting & ontspanning
- herstel
onderbelasting door pijnervaring
- cognitie = catastroferen
- emotie = vrees
- gedrag = vermijding & hypervigilantie
overbelasting door pijnervaring
- cognitie = minimaliseren
- emotie = opgewekt & woede
- gedrag = overactiviteit & negeren van lichaamssignalen
adaptieve reactie = beste tussenweg
- cognitie = pijn is niet bedrijgend
- emotie = geen angst
- gedrag = activiteiten voortzetten
vrees verminderen
- angsthiërarchie
- lijst van activiteiten & taken
- minst bang tot meest bang van schade uitlokken - exposure-oefeningen
- geleidelijk aan omhoog in hiërarchie gaan
- naar meest bedreigende & bevreesde activiteiten
- patiënt wordt uitgedaagd om zijn/haar eigen cognities vanuit een ander persectief te zien
uitlokkende factoren van chronische pijn
- stress, angst & trauma
- activatie van sympatisch zenuwstelsel
- moeite om tot rust te komen
- constante stroom van stresshormonen
- verhoogde bloeddruk, suikerspiegel & verzwakt immuunsysteem - traumatische gebeurtenis
- onverwachte & zeer intense ervaring
- compleet machteloos voelen
- combinatie met gevoel dat je gaat sterven = nog grotere schade
- 15-30% van chronische pijn heeft ook PTSD
top-down & bottom-up controle
- bottom-up
- alarm systeem
- verwerken van lichamelijke sensaties
- trekken van aandacht & onderbreken van acties bij hoge mate van salientie
- bij sensatie die intens, plotseling & onvoorspelbaar is - top-down controle
- gedrag optimaliseren & doel bereiken
- concentreren op belangerijke zaken
- attentional set = doel-relevantie stimulus kenmerken die actief worden gehouden in geheugen
- doel-relevant faciliteren & doel-irrelevant onderdrukken
leerprocessen
- operante conditionering
- wet van effect = leren afh van gevolg van gedrag
- beloning x gedrag = meer voorkomen
- beloning x straf = minder voorkomen - process
- niet gewoon associatie tussen gedrag & gebeurtenis
- actieve vorm van leren
- informatie zoeken over logische, betekenisvolle & perceptuele relaties
- geavanceerde representatie van interne & externe omgeving
multidiciplaire therapie van chronische pijn
- evolutie naar acuur
- veel voorkomende acute pijnevenementen kunnen transformeren naar chronisch
- veranderingen in omgeving = veranderingen in pijngerelateerd gedrag
- begrijpen van factoren die evolutie veroorzaken - samenwerking kine & psycholoog
- voor patiënten met complexe pijnproblematiek
- kine = vragenlijst voor psychologische risicofactoren
- bij aanwezigheid = doorsturen voor vere analyse
- continuüm van eenvoudig tot complex
RCT
- onderzoek van medicijn/behandeling
- effectiviteit & veiligheid testen
- willekeurige groepen = geen verschil die voor bias kan zorgen - controle groep
- geen specifiek effect door therapie geven = werkzame stoffen in medicijn
- wel non-specifiek effect geven = verwachting & extra aandacht
- placebo gebruiken = sham-behandeling in kine
–> vaak acupuntuur - placebo-effecten
- groter effect bij moeilijk te specificeren aandoeningen
- chronische pijn, vermoeidheid, astma & depressie
- actieve placebo = toevoegen van bijwerking heeft beter effect
–> vb: misselijkheid doet herinneren aan medicatie
onderzoek naar placebo-effect
- onderzoek
- acupunctuur voor chronische lage rugpijn
- 1 groep = traditionele chinese acupuntuur
- 1 groep = scham-acupunctuur
- 1 groep = geen therapie
- outcome = vragenlijst naar migrane, lage rugpijn & osteoartitis - effecten
- significante verbetering bij beide acupuntuur groepen
- geen significant effect tussen acupuntuur = niet effectieve behandeling
- ook effect van placebo boven usual care behandeling
- minder naar mate langer duren
responsverwachtingstheorie
= Kirsch 1985
- uitleg placebo
- ervaring van mensen hangt af van verwachtingen
- effect van placebo ≈ verwachting van type medicijn dat ze krijgen
- ook negatief = nocebo
- verwachting heeft ook effect op fysiologische reacties - onderdelen van placebo
- patiënt-kinesitherapeut relatie
- eigenschappen van patient vb: mindset
- eigenschappen van kinesitherapeut
- eigenschappen van behandeling
- eigenschappen van gezondheidsinstituut - toepassen van placebo
- klinische behandelingen verbeteren
- goedkope, makkelijke & niet-specifieke manier van therapie
- positieve verwachtingen benutten
balanced placebo design
- 4 mogelijke condities
- verwacht pijnstillend & krijgt pijnstillend = clinical scenario
- verwacht pijnstillend & krijgt geen pijnstillend = placebo effect
- verwacht geen pijnstillend & krijgt pijnstillend = treatment effect
- verwacht geen pijnstillend & krijgt geen pijnstillend = clinical scenario - studie met nicotine
- effectief roken = geen effect van verwachting
- de-nic roken = meer ontspanning door gedachte van echte sigaret maar minder als echte sigaret
onderzoek manipuleren van verwachting
- onderzoek
- 38 thorcale operaties door longkanker
- 3 groepen kregen fysiologisch zout = placebo
- 1 groep = natural history = geen infromatie over pijnstilling
- 1 groep = classic double blind administration = denken dat ofwel placebo ofwel pijnstiller
- 1 groep = deceptive administration = denken dat pijnstiller
- outcome = vraag achter extra pijnstillers - effecten
- progressief verloop over groepen = natural history meest aangevraagd
- subjectieve pijnscores wel gelijk = enkel verhoogde pijntolerantie
- placebo = supraspinale mechanismen
–> top-down
onderzoek van verwachting
- onderzoek
- 3 groepen kregen zelfde pijnstiller
- 1 groep = positieve verwachting
- 1 groep = neutrale verwachting
- 1 groep = negatieve verwachting
- pijn = hand op hete plaat - outcome
- subjectieve pijnscores
- fMRI in hersenen - effecten
- positief = minder pijn & hogere activiteit van endogeen pijnmodulerend systeem
- negatief = meer pijn & hogere activiteit van hippocampus, cingulate cortex & mediale prefrontale crotex
–> individuele toename in ervaren pijnintensiteit
placebo-manipulaties
- algemeen
- medicatie moet verwachte effecten hebben
- EN beter zijn den placebo groep
- perceptie is evenbelangerijk als medicatie zelf
- artsen hebben invloed op perceptie - onderzoek bij studenten
- iedereen voor een les een roze & blauwe pil geven
- “1 is wekkend & 1 is slaapmiddel” maar beide zijn eigenlijk placebo
- roze pil gaf meer alertheid dan blauwe pil - andere onderzoeken
- grotere dosis & grotere pillen = groter effect
- duurdere medicatie = beter effect
–> experiment met elektrisch shock
- spuit geeft meer effect als pil
open-hidden paradigma
- algemeen
- farmacologisch effect op pijn scheiden van verwachting
- vooral op opioïde geneesmiddel
- interpretatieproblemen van klinische proeven voorkomen - onderzoeken
- geen misleiding = altijd pijnstiller krijgen
- ethische beperkingen overwinnen
- onbekende temporele volgorde = wel weten dat ze krijgen maar niet wanneer
onderzoek open-hidden paradigma
- onderzoek
- pijnstiller voor post-operatieve pijn
- 1 groep = open conditie: door arts pijnstiller krijgen
- 1 groep = gesloten conditie: door machine - effecten
- open = significant lagere dosis voor zelfde effect
- kleiner verschil bij medicijn = minder groot placebo component
placebo persoonlijkheid
- individuele variabiliteit op placebo-effect
- 30-50% ervaren placebo
- onderzoek naar persoonlijkheid
- gevoeligheid voor suggestie, hypnotiseerbaarheid, neuroticisme & sociale wenselijkheid
- weinig consitentie - onderzoek bij alzheimer
- hogere dosis aan pijnstilling nodig
- verminderd placebo effect door verminderde corticale functie
- placebo effect vooral afh van corticale functies
hulpverlener-patiënt-omgeving interactie
- onderzoek
- prikkelbare darmsyndroom
- 1 groep geen behandeling = waiting list
- 1 groep sham-acupuntuur zonder veel interactie = limited
- 1 groep sham-acupunctuur met veel aandacht = augmented - effecten
- progressief meer verandering aan symptomen
- ookal is therapie nep
- belang van empathie & persoonlijke aandacht
verwachting & geloovaardigheid
- verwachting = affectief process
- verbeteringen die patiënten verwachten
- “hoeveel verbetering in u symptomen denkt u dat zal optreden” & “hoeveel vertouwen heeft u” - geloofwaardigheid = cognitief process
- overtuigingskracht van behandeling
- “hoe logisch lijkt de therapie” - interactie van beide effecten
- meestal hoge verwachtingen van patiënt pas vanaf hij behandeling gelooft