Spierkracht oefeningen theorie Flashcards
Danneels
Strategie voor precisie, repetitie en integratie, zie oefeningen laatste slides
- initieel spieren wakker maken
- probeer verschillende uitgangshoudingen
- pijn
- substitutie
- functioneel
- gebruik verschillende vormen van facilitatie en feedback om activiteit lokaal te stimuleren en globaal te inhiberen
CAVE : facilitatie is tussenstap = middel, geen doel - kijken welke spieren suboptimaal werken:
*Pathologie
*Houding - houdingscorrectie/bewustzijn
*Spieren wakker waken
*Onduidelijkheid over meest aangewezen strategie
*Bewust – cognitief recruteren?
*Opbouw in duur?
*Bewust integreren (2-3 tijden werken)? => 1e is proprioceptie, 2 is neuromusculaire controle / wakker maken, 3 is oefening. Tegenwoordig zegt men dat dit mss niet nodig is.
*Rughygiëne
Op het einde integreren in oefeningen. Bij core stability vroeger 3 tijden: nu wordt dit snel losgelaten en moeten we dit snel loslaten, veel oefeningen op gecontroleerde manier.
Uithouding en kracht: spierversterkende oefeningen
- modaliteiten
- snelkracht = sportspecifiek
- kracht: 70% 1RM
- max kracht: 80% 1RM - buikspieroefeningen
- testen
- rompbewegingen
- beenbewegingen
- combinatie been - en rompbewegingen
- algemene principes
- buikspieroefeningen in gesloten keten - Rugspieroefeningen
- differentiatie
- evaluatie
- thoracaal
- lumbaal
oefeningen voor buikspieren
- algemeen
- correcte uitgangshouding
- juiste dosering & progressieve opbouw
–> vaak te zware oefeningen
vb: lineair tot zit komen & beide benen heffen
- gevolg = verlies van controle LWZ & compensatie - functies
- statische controle = LWZ in neutrale positie
- dynamsiche controle
- voldoende spierkracht
–> motorische controle oefeningen onder highload
buispier test 1: ronde rug tot zit
- met ronde rug tot zit komen
- 5 = beweging met handen achter hoofd
- 4 = beweging met handen op borst
- 3 = beweging met armen gestrekt naar voor
- 2 = beweging tot scapula van tafel
- 1 = voelbare/zichtbare contractie - uitvoering
- slecht = overname van heupbuigers & voeten van grond af
- goed = mobiliteit van buikspieren volledig opgebruikt
- voeten kunnen omhoogkomen bij te kleine mobiliteit van romp of spierzwakte = onderscheid maken
- controle van mobiliteit door puppy houding of passief - onderscheid waarde 3??
- 3 = pas wnr passief in rompflexie gebracht actief benen op de grond
- 3+= armen naar voor in volledige rompflexie + aanhouden
buikspier test 2: benen zakken vanuit ruglig
- gestrekte benen laten zakken vanuit ruglig
- 5 = vlakke rug tot net boven tafel
- 4+ = vlakke rug tot 15°
- 4 = 30°
- 3+ = 60°
- 3 = 75°
- hier onder = overschakelen naar test 1 - uitvoering
- armen niet fixeren op tafel = fixatie & activatie van latissimus dorsi
- 1 been per keer omhoog brengen met geplooide knie = minder belastend voor rugpatiënt
- latenzakken = rug tegen tafel duwen & neutraal te houden
- kleine lordose mag maar geen vergroting
- meer functionele test = controle van buikspieren over rug
- bij retroversie = andere houding want geen functionele weerspiegeling
curl-up spieractivatie
- buikspieren
- dynamisch van 0-45° (afh van mobiliteit) = craniaal deel romp voorwaarts buigen
- retroversie bekken en lenden lordoseren
- statisch van 45° - heupbuigers
- statisch tot 45° = fixatie bekken en femur
- dynamisch vanaf 45° = romp heffen - fixeren van benen
- caudale insertie heupbuigers gefixeerd
- romp niet zoveel voorwaarts buigen
- heupbuigers vroeger en meer actief
- grote kans op anteversie bekken (indien direct: werk van heupbuigers) - flecteren vd benen
- craniale verplaatsing ZP
- bekken meer in retroversie
- bij verkorting heupbuigers wel beetje flexie toegestaan
curl-up gebruik
- curl-up
- eerste fase = flexie van craniaal naar caudaal = nuttige concentrische contractie
- 2e fase ≈ 45° bij einde flexie mobiliteit
- synergistische activiteit van heupbuigers & pectoralis spieren = kyfose
- fase kan vroeger of later vallen afh van sterke buikspieren & mobiliteit
- enkel eerste fase trainen - nadelen ivm met belasting
- zware belasting & grote impact op discus
- dysbalans rectus & stabiliserende spieren
- niet functioneel door concentrische training = wel goed voor hypertrofie maar - nadelen ivm functionaliteit
- proprioceptief niet echt relevant
- mobiliserend naar kyfose
- lordose secundair, hangende benen primair - dosering
- houding van armen
- inclinatie of declinatie hoek van bank
Rompbeweging = sit-up
- sit-up
- romp en bloc omhoog = isometrische contractie
- enkel huipbuigers concentrisch
- piek belasting in begin bij van grond afkomen
- hoge intradiscale drukken door grote hefboom
- vaak nood aan fixatie van voeten = nog meer activatie van heupbuigers - spiercontractie
- heupbuigers dynamisch
- buikspieren statisch
Beenbewegingen
- uivoering
- stabiliserend vermogen moet voldoende groot zijn
- goede houding
- hoge activiteit heupbuigers: CAVE verkorting - dosering
- benen lager dan 45° = zeer belastend
- variatie in beenbewegingen = lastarm, inertie, statisch of dynamisch
- romt niet stabiliseren door vastpakken = latissimus dorsi activatie - steeds in 2 of 3 tijden werken
- bekken in goede positie
- diepe buikspieren activeren
- oefening
Buikspieroefeningen in gesloten keten
- soorten oefeningen
- vaak SMC oefeningen
- gecontroleerder oefeningen
- stabiliserende oefeningen - gebruik
- in zit of stand, voeten op de grond, distaal fixatiepunt
- makkelijk met verhoogde belasting werken
- verticaal trekapparaat: adhv verhoogde blasting geen SMC of stabilisatieoefening maar wel kracht/uithoudingsoefening.
oefeningen voor rugspieren
- voorkomen
- bij veel rugpatiënten zwakt
- vooral bij chronische gevallen
- correcte manier & juiste dosering - ontlasten
- romp & benen vormen grote lastarmen
- ontlasten door trekapparaat = geassisteerd actief
- beter = varianten van oefening met minder belasting voor thuis ook te oefenen - onderscheid lumbaal & thoracaal
- meestal geen onderscheid = beide evenwichtig opbouwen
- soms nood aan enkel lumbaal of thoracaal
–> zie praktijk
Spierkrachttesten rugspieren
= zelfde oefeningen ook gebruiken voor training
- lumbale spieren focus
- romp op tafel
- benen naar horizontale
- 5 = tegen zware weerstand of 6+
- 4 = tegen lichte weerstand of 6-
- 3 = zonder weerstand
- 2 = beide patellae van grond af
- 1 = voelbare/zichtbare contractie - thoracale rugspieren focus
- benen op tafel
- romp naar horizontale
- 5 = tegen zware weerstand of 6+
- 4 = tegen lichte weerstand of 6-
- 3 = zonder weerstand
- 2 = sternum van tafel
- 1 = voelbare/zichtbare contractie - oefening in buiklig
- armen in endo
- hyperextensie van rug & lordose uitvoeren
- heel belastend
Oefenen van rugspieren
- matoefeningen
- oefeningen op tafel
- makkelijker: tafel omgekeerde V of knieën buigen bij heffen benen
- active asisted
- holtencurve FC 25
- dynamic leg extension
- dynamic trunk extension
- evt geasisteerd => zie afbeeldingen slides
cervicale flexoren & extensoren
- load
- meestal is gewicht van hoofd voldoende
- high load pas als voldoende motorische controle - fases
- eerste fase = correcte craniocervicale flexie
- tweede fase = beweging hieruit uitvoeren
Holtencurve voor wervelzuil
= verband aantal herhalingen x intensiteit van 1RM
- gewicht bepalen bij wervelzuil
- been = 15% LG
- beide benen = 30%
- romp = 70% - startgewicht bij trainen aan 70% 1RM
- suggestie vanuit veel onderzoek
- gemiddelde ontlasting
- vrouwen = -6kg romp & -9kg benen
- mannen = -5kg romp & -10kg benen - trainen met ontlasting
- formule: test gewicht x 60 of 70% / X% op curve
- brekenen van countergewicht