Praktijk kracht Flashcards
buikspieroefeningen in ruglig
algemeen
- progressie
- LWZ neutraal houden bij alle oefeningen
unilateraal
1. knie in 90° heffen
2. knie in 90° heffen en gestrekt laten zakken
3. fietsbewegingen
4. gestrekt been heffen
5. gestrekt been circulaire bewegingen
bilateraal
1. knieën in 90° alternerend heffen
2. fietsbewegingen
3. beide benen ophouden -> 1 strekken & zakken -> buigen
4. gestrekt been alternerend heffen
5. schaarbewegingen met gestrekte benen = ad/abductie op 45°
6. knieën in 90° gelijktijdig heffen = erg zware oefening
buikspieroefeningen in stand
- Paloff press
- theraband aan sportraam horizontaal naar patiënt
- armen strekken & buigen = veranderen van lastarm
- progressie door statisch -> dynamisch
- progressie door instabiel oppervlakte - 3D-bewegingen
- theraband aan sportraam craniaal, lateraal & dorsaal van patiënt
- theraband naar heterolaterale SIAS bewegen door armen
–> progressie = romp meewegen
- heterolateraal been opheffen mogelijk maar meer activatie van heupflexoren
- ook mogelijk met dumbell
lumbale rugspieroefeningen
- algemeen
- tafel gekanteld op 45° naar beide kanten
- indien te moeilijk = assisteren door trekapparaat of kooi van Rocher
- geen hyperextensie - oefeningen
- beenbewegingen = benen naar horizontale bewegen vanuit 45°
–> zichzelf vasthouden
- romp bewegingen = romp in verlengde van benen heffen
–> fixatie riem gebruiken - funcitonele oefening
- ober’s buiging
- met extra gewicht
- ook activatie van heupextensoren
thoracale regio oefeningen algemeen
- compensatie
- vaak ook van belang bij mensen met nekklachten
- positie van CWZ controleren = vaak compensaties
- vb: hoofd in protractie fixeren - uitvoering
- altijd eerst scapula setting
- horizontaal trekapparaat <=> theraband
oefeningen voor trapezius pars transversus & ascendens
- oefeningen met focus op pars ascendens
- anteflexie of exorotatie met dumbell in zijlig
–> bij exorotatie elleboog tegen romp fixeren
- retroflexie met dumbells in buiklig - andere oefeningen
- uni of bilateraal mogelijk
- low-row
- horizontale abductie + exorotatie op einde met theraband of halters
–> ook infraspinatus aanspreken
- elbow in back pocket
–> lateroflexie WZ beperken
oefeningen voor serratus anterior
- push up plus = protractie op einde van push up
- progressie
- handen tegen muur
- handen & knieën steun
- handen & voeten steun
- alternatief = elleboogpush-up
–> enkel plus beweging uitvoeren = meer focus op serratus - serratus punch
- in ruglig met armen in 90° anteflexie
- protractie tegen weerstand
- ook in stand mogelijk met horizontaal trekapparaat of theraband
- hogere activatie van trapezius pars descendens in stand
–> anteflexie behouden = enkel doen als beide verzwakt zijn - dynamic hug
- in stand met theraband onder oksels
- retractie & exorotatie -> protractie & endorotatie
- optimale scapulaire translatie beweging
oefeningen voor cervicale flexoren
- algemeen
- hoofd heffen in ruglig
- craniocervicale flexie inbrengen die behouden moet worden
- zwaartekracht hoofd is vaak voldoende
- als te moeilijk = activo-actief ondersteunen door patiënt - progressie
- als hoofd te moeilijk
- inclinatie gebruiken
- verticaler = makkelijker
- test voor zakken = 10x10sec houden - compensaties
- hoogcervicale knik
- adem inhouden
- op tanden bijten
oefeningen voor cervicale extensoren
- in zit
- theraband in handen & rond occiput
- craniocervicale flexie die niet verloren gaat
- isometrisch of concentrische laag cervicale retractie
- weerstand moduleren door armen
stretch van heupbuigers
- houding van Menell
- passief heterolaterale knie optrekken/fixeren tegen romp van therapeut
- proximaal van knie overdruk geven
- andere hand = fixatie/controle van SIAS - voor-achterwaartse stand
- in stand of in lunge houding
- gewicht op voorste been verplaatsen tot maximale extensie
- extra rek: voorste been buigen & retroversie van bekken
- anteversie van bekken mag niet
- hiel mag van de grond af komen
stretch van rectus femoris
- methode 1
- onderbeen in flexie gesteund
- heup in 0° extensie
- rek door bekken retroversie
- lordose behouden - methode 2
- voet vastnemen & rekken
- als voet niet vast kan nemen = riem of handdoek rond enkel - methode 3
- in zijlig met onderste been opgetrokken
- therapeut bengt bovenste been naar heup extensie door hand & knieflexie door romp
- andere hand controleert SIAS
stretch van tensor fascia latae
- in stand
- handen aan bekken
- te stretchen been wordt gekruist achter steunbeen
- extra rek = heterolaterale lateroflexie - ruglig
- houding van Menell
- net proximaal van knie naar adductie bewegen
- fixatie van SIAS - zijlig
- onderste been passief opgetrokken als stabilisatie
- achter patiënt staan
- controle van SIAS
- hand aan knie & onderarm/onderbeen ondersteuning
- 90° knieflexie
stretch van adductoren
- stand
- handen ter hoogte van bekken
- heterolaterale zijdelingse verplaatsing van bekken
–> stretch door drop van bekken homolateraal
- bi of unilateraal door op voeten/knieën
–> in knieën stand mogelijkheid van strekken homolateraal been - in lig
- voetzolen tegen elkaar
- knieën zo ver mogelijk naar buiten bewegen
- enkel mono-art heupadductoren stretchen
stretch van hamstrings
- stand
- te stretchen been voor zich gesteund op verhoog met hiel
- niet met tippen op verhoog = dorsiflexie beperking door triceps surae
- romp voorwaarts bewegen voor extra rek - zit
- te stretchen been actief strekken
- moeilijkheid = controle van neutrale lordose - ruglig
- opheffen van been
- actief = gebogen been optrekken & knie strekken terwijl net onder de knie vast te houden
- passief = enkel op schouder van therapeut
- geen rotaties toelaten
- fixatie van SIAS
stretch van piriformis
- ruglig
- 90° heupflexie -> adductie
- door met beide handen knie op te trekken
- onderbeen door heterolateraal hand in exorotatie plaatsen
- kan ook door therapeut
stretch van quadratus lumborum
- zijwaartse spreidstand
- lichte retroversie
- heterolaterale lateroflexie = arm langs been glijden