Spierenleer Flashcards
Spierenleer
Myologie, is de studie die spieren bestudeert
ORIGO EN INSERTIE
Een algemene stelregel is dat de origo het aanhechtingspunt is op het
onbeweeglijke botstuk en de insertie de aanhechting is op het beweeglijke
botstuk
Spierindeling
A) Spoelvormig: in het midden dik en aan de uiteinden dun. (B) Plat: platte spiergroep zoals de buikspieren. (C) Waaiervormig: verschillende breedtes in de uiteinden.
SPIERVORMEN
• Een eenkoppige spier is bijvoorbeeld de
m. Brachialis.
• Een tweekoppige spier is bijvoorbeeld de
m. Biceps brachii.
• Een driekoppige spier is bijvoorbeeld de
m. Triceps brachii.
• Een vierkoppige spier is bijvoorbeeld de
mm. Quadriceps femori
SPIERWEEFSELS
Het gladde spierweefsel bevindt zich onder andere in de wanden van de
ingewanden. (Niet aanstuurbaar onder wil).
• Het dwarsgestreepte spierweefsel bevindt zich in alle skeletspieren. (Wel
aanstuurbaar onder wil).
• Het hartspierweefsel heeft kenmerken van zowel glad als dwarsgestreept
spierweefsel.