Hoofdstuk 1 - AALO Fitness Trainer Flashcards

1
Q

Gedragscode AALO Fitness Instructeur. Welke 4 basis principes dient men te kennen?

A

1) Fitness instructeurs zullen zich respectvol opstellen naar hun klanten en hun rechten als individu respecteren.
2) Fitnessruimte Instructeurs zullen zich inspannen om professionele relaties op te bouwen en te onderhouden met hun klanten en andere gezondheidsprofessionals
3) Fitness Instrucrteurs zullen een gezonde en verantwoorde levensstijl stimuleren
4) Fitness instructeurs zullen streven naar het hoogste niveau van professionaliteit in hun werk en in ontwikkeling van hun loopbaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een visie?

A

Een visie is een een kijk op iets, een geheel van opvattingen, een mening over een onderwerp, en hoe het onderwerp zich zou moeten ontwikkelelen.

Wie ben ik?
Waar sta ik voor?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Over welke onderwerpen is het belangrijk om een eigen visie te ontwikkelen?

A

1) Mensvisie
2) Bedrijfsvisie
3) Managementvisie
4) Personeelsvisie
5) Productvisie
6) Onderwijsvisie
7) Marketingvisie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beroepsomschrijving, wat is de hoofdtaak van een Fitness Intructeur?

A

Het begeleiden van nieuwe (en bestaande) klatnen bij het halen van hun doelstellingen aan de hand van trainingsprogramma’s. Deze dienen gepland/geinstrucueerd en gevalueerd te worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Om een gericht trainingsprogramma voor een klant te kunnen maken en de klant hierin te
begeleiden, moet de fitnessinstructeur in staat zijn om:

A

informatie te verzamelen en te controleren;
• informatie te analyseren en hieruit conclusies te trekken mbt het niveau en doelstelling van
de klant;
• een trainingsprogramma te maken dat veilig is, met oefenvormen die aansluiten bij het
niveau en doelstelling van de klant;
• trainingsonderdelen en oefenvormen bij klanten eigen te maken door deze correct uit te
uitleggen en voor te doen;
• binnen een trainingsprogramma een logische, opbouwende structuur toe te passen en in
het geval van klachten alternatieve oefenvormen aan te bieden;
• de voortgang van trainingsprogramma’s te monitoren (mbv testen) en aan te passen indien
nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Mensvisie

A

De visie van mensen op andere mensen noemen wij mensvisie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bedrijfsvisie - kernpunten

A
Communicatie
Competenties v/d personeel
Betrouwbaarheid
Toegankelijkheid
Tegemoetkoming 
Veiligheid
Begrip voor de klant
Geloofwaardigheid
Leefbaarheid
Tastbaarheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Managementvisie

A

Managen is het aansturen en coördineren van mensen, met als doel arbeid binnen een bedrijf op
een resultaatgerichte en efficiënte manier uit te voeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Een visie voor het inzetten en aansturen van het personeel kan bestaan uit één van de drie
serviceconcepten. Fitnessbedrijven verschillen in hun visie via welk serviceconcept zij hun
dienst willen aanbieden. Het verschil tussen de serviceconcepten is de hoeveelheid tijd (en
dus personeelskosten) die een fitnesstrainer kwijt is aan het begeleiden van een klant.

A

Serviceconcept 1: De dienst is 100 procent gestandaardiseerd.
• Serviceconcept 2: De dienst is 50 procent gestandaardiseerd en 50 procent op maat

gemaakt voor de klant.

• Serviceconcept 3: De dienst is 100 procent op maat gemaakt voor de klant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Service concept 1

A

is op dit moment het meest gebruikte serviceconcept in de fitnessbedrijven.
De taak van de fitnesstrainer is veelal gericht op een lichte manier van klantbegeleiding. Dat
wil zeggen dat er geen regelmatige of uitgebreide begeleiding is van de klant. De kosten van de
dienst zijn daardoor laag (budget-sportscholen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Service concept 2

A

richt zich op het standaardiseren van het product (de trainingsschema’s)
en legt daarbij het accent op de optimalisering van de relatie coach-klant tijdens de lessen/
trainingen. Sfeer en beleving spelen hierbij een belangrijke rol. Een goede dienstverlening is
het toverwoord. (AALO FORMULE 7)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Service concept 3

A

richt zich op intensieve begeleiding, met nog meer diepgang in de relatie in

een 1-op-1-situatie. Er vindt regelmatige en uitgebreide begeleiding plaats en het trainings-
programma is op maat gemaakt, d.w.z. perfect aansluit bij de doelstelling, behoefte en begin-
situatie van de klant. (PERSONAL TRAINING)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Personeelsvisie

A

Personeel speelt de belangrijkste rol in een dienstverlenend bedrijf. Het personeel bevindt zich

op de werkvloer en gaat de relatie aan met de klant. Om het personeel optimaal te laten functio-
neren, moet het precies weten wat zijn taken zijn. Hiervoor bestaat een taak- en functiebeschrij-
ving. In deze beschrijving moet staan welke zaken het personeel hoort uit te voeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De meest gehoorde behoeften PERSONEEL ZIJN onder te verdelen in:

A
  1. hogere behoeften: ontplooiing, doorgroeimogelijkheden;

2. lagere behoeften: erbij horen, je thuis voelen, je veilig voelen, jezelf kunnen uiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Productvisie

A

Het product (of dienst) is datgene wat het fitnessbedrijf verkoopt aan de klant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe dient het product of dienst bekeken dienen te worden?

A
  • Het product moet in de ogen van de klant een meerwaarde hebben.
  • Het product moet in de ogen van de trainer een meerwaarde hebben voor de klant.
17
Q

Wat is Het product voor het fitnesssegment: de Formule 7?

A

De Formule 7 is het product dat de AALO heeft gemaakt voor het fitnesssegment. Het product
is psychomotorisch

18
Q

In welke pijlers wordt de Formule 7 onderverdeeld?

A
  • de zeven profielschema’s;
  • oefeningen op apparatuur of losse oefeningen;
  • variaties op de zeven profielschema’s.
19
Q

Onderwijsvisie

A

Met onderwijsvisie wordt de visie op de wijze
van lesgeven bedoeld van degene die het onderwijs geven: de visie van de fitnessinstructeurs
dus.

20
Q

Voor welke 3 doelstellingen worden klanten lid bij een fitnesscentrum:

A
  • Psychomotorische doelstelling
  • Sociaal-affectieve doelstelling
  • Cognitieve doelstelling:
21
Q

Psychomotorische doelstelling?

A

de Formule 7 (G,U,S)

7 routes: Gewichtscontrole, Uithoudingsvermogen ,Spierversterking of combinatieroute

22
Q

Sociaal-affectieve doelstelling?

A

zelfbeeld, het sociale aspect.

23
Q

Cognitieve doelstelling:

A

inzichtelijk niveau, bewustzijnswording, verstand.

24
Q

Vakconcept

A

is (vertrekpunten) van waaruit het

onderwijs gegeven kan worden:

25
Q

Welke vakconconcepten worden binnen onderwijsvisie gegeven:

A
  • idealistisch vakconcept;
  • gedragstheoretisch vakconcept;
  • handelingstheoretisch vakconcept.
26
Q

• idealistisch vakconcept;

A

Het idealistische vakconcept stelt dat sport kan en moet bijdragen aan een betere wereld. We
gebruiken het als middel om een aantal karaktereigenschappen die je in het dagelijks leven
nodig hebt, te oefenen en te trainen. Denk bijvoorbeeld aan moed, doorzettingsvermogen,
hardheid en opoffering. Wat je in de ene situatie leert, kun je in de andere weer gebruiken. We

spreken dan ook van transfer. Dit is waarschijnlijk voor iedereen herkenbaar. Mooie voorbeel-
den zijn de vecht- en kampsporten waarbij je leert incasseren en leert positief te reageren in de

maatschappij.

27
Q

• gedragstheoretisch vakconcept;

A

=GTV ==> stelt dat de kwaliteit van bewegen de hoogste prio-
riteit heeft, d.w.z. het technisch en tactisch juist bewegen. De klant (leerling) wordt gezien als

robot die zich moet aanpassen aan de technische en tactische mogelijkheden van de sport. De
klant (leerling) is een zogenoemde ‘role-taker’.

28
Q

Het handelingstheoretische vakconcept

A

Net als in het GTV staat in het handelingstheoretische vakconcept de kwaliteit van bewegen

centraal. Het grote verschil met het GTV is dat de mens (de klant met zijn eigen normen, waar-
den en behoeftes) centraal staat en is geen role-taker (volger) meer, maar ‘role-maker’! In

tegenstelling tot het GTV onderga je het geheel niet, maar wordt er van je verwacht dat je actief
meedenkt en meewerkt.

29
Q

Marketingvisie

A

Marketing is de studie die zich bezighoudt met het in de markt zetten van een product of dienst.
Het einddoel van marketing is natuurlijk de klant aanzetten tot de aanschaf van het product. Een
veel toegepaste methode binnen de marketing is de AIDA-methode. Hierbij wordt de stap tot
aankoop gefaseerd opgewekt.