Specifieke vaardigheden 2 Flashcards
Functionele geletterdheid
lezen en schrijven met voldoende snelheid en nauwkeurigheid om het goed toe te kunnen passen in het dagelijks leven
Twee verschillende invalshoeken om het proces van leren lezen en spellen te beschrijven;
- Taakanalytische modellen
2. Informatieverwerkingstheorie
Informatieverwerkingstheorie Technisch lezen
drie leesstrategieën
- Indirecte woordherkenning = het decoderend lezen van woorden, per letter
of later per groepje letters, wanneer een woord nog niet meteen herkend wordt. - Directe woordherkenning = het woord wordt meteen als geheel herkend.
De herkenning gaat snel en geautomatiseerd. Dit ontstaat door leeservaring en het vaak lezen van het woord. - Gebruik maken van de context = niet alle geschreven informatie hoeft
gebruikt te worden om de tekst te begrijpen. Men gaat sneller lezen doordat de lezer zich door de inhoud laat leiden en via verkorte informatieverwerking tot woordherkenning te komen (anticiperend lezen)
Informatieverwerkingstheorie spellen
drie leesstrategieën
o Auditieve strategie, klank voor klank in tekens omzetten
o Regelstrategie, het systematisch toepassen van een spellingsregel bijvoorbeeld altijd stam+t in de tegenwoordige tijd.
o Inprentingsstrategie, het oproepen van de schrijfwijze van woorden of delen
ervan uit het geheugen. Dus eigenlijk gewoon onthouden, want je hoort het niet en er is geen regel voor zoals de lange of de korte ei.
o Analogiestrategie, het schrijven van een woord zoals je een ander woord
schrijft wat je wel kent. Dus als je weet hoe je bureau schrijft, voor cadeau hetzelfde doen
o Mnemotechnische strategie, het gebruiken van ezelsbruggetjes om
spellingsproblemen te onthouden.
o Hulpmiddelenstrategie, het gebruik van een woordenboek bijvoorbeeld
o Visueel-motorische strategie (direct spellen): het gaat gewoon automatisch
Sight-word reading
Lezers lezen bekende woorden, die ze al kennen dus, door hem toe te voegen aan hun geheugen. Dit is de meest efficiënte manier van lezen
Fases in de spelling ontwikkeling
- Pre alfabetisch
Kinderen weten nog niets of heel weinig van het alfabetisch systeem. Ze lezen meestal niet, en als ze een woord kunnen lezen, komt dat doordat ze onthouden hoe een speciaal woord eruitziet - Gedeeltelijk alfabetisch
Kinderen komen bij deze fase wanneer ze de namen en klanken van letters leren.Dat komt doordat ze woorden nog niet goed in verschillende klanken kunnen opdelen en dus niet goed weten welke klank precies bij welke letter hoort in het midden van een woord - Alfabetisch
Kinderen worden alfabetisch als ze alle connecties tussen letters in woorden en klanken kunnen maken. Ze weten dan dus welke letters en combinaties van letters welke uitsprak hebben. - De geconsolideerde fase
In deze fase worden steeds meer woorden in het geheugen opgeslagen. Ze kunnen lettergrepen of kleine woorden nu in een keer herkennen als geheel
Thuisgeletterdheidsmodel
- Dat ouder-kind interacties tijdens thuisgeletterdheidsactiviteiten in twee categorieën groepeert: codegerelateerde (of formele) en betekenisgerelateerde (of informele) activiteiten
Codegerelateerde activiteiten
betrekken kinderen rechtstreeks bij het afdrukken via activiteiten zoals het onderwijzen van letters, woorden en spelling
Betekenis gerelateerde activiteiten
activiteiten waarbij de betekenis van de afdruk centraal staat bij de activiteiten, zoals het lezen van verhalen van ouders.