De school als pedagogische context Flashcards

1
Q

Social promotion

A

de praktijk om een student naar het volgende leerjaar te bevorderen, ongeacht of ze de benodigde materialen hebben geleerd of vaak afwezig waren, om ze op leeftijd bij hun leeftijdsgenoten te houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

1975 → Jackson wat waren de 3 onderwerp typen van zijn onderzoek en de conclusie?

A

Naturalistisch = vergeleken studenten die bleven zitten volgens het normale schoolbeleid met degenen die werden gepromoveerd

Pre-post = de prestaties en aanpassing van de zittenblijvers voor en na promotie werden vergeleken

Experimenteel = vergeleken studenten met moeilijkheden die willekeurig werden toegewezen aan promotie of blijven zitten

Conclusie
Er is geen betrouwbare hoeveelheid bewijs om aan te geven dat blijven zitten beter is dan promotie voor studenten met ernstige academische of aanpassingsmoeilijkheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

1984→Holmes en Matthews

wat is de conclusie van hun onderzoek?

A

Conclusie
Onderwijsprofessionals die studenten laten blijven zitten, doen dit ondanks dat bewijs aantoont dat het potentieel voor negatieve effecten opweegt tegen de positieve uitkomsten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

1989→Holmes wat is de conclusie van zijn onderzoek?

A

Conclusie
Er werden grotere negatieve effecten aangetoond in studies waarin zittenblijvers en gepromoveerde studenten werden vergeleken op IQ en prestaties in het verleden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Peer ability grouping

A

leerlingen van hetzelfde niveau in een groep plaatsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is het Socio-affectieve effect van Peer Ability Grouping

A
  • De algemene conclusie is verschillende effecten.
  • Hoogbegaafde jongens -> antisociaal gedrag en connecties om een centrale sociale positie in de klas te krijgen wanneer het klaslokaal een tekort aan hoogbegaafde jongens had.
  • Zorgt wel voor ongelijkheid.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

geboorteseizoen-effecten

A

kinderen geboren in oktober- november- december altijd een van de jongste in hun leeftijdsgroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verklaringen voor het geboorteseizoen-effect in het onderwijs

A
  1. Verhoogde frequentie van infecties en vitamine D-tekort tijdens de wintermaanden
  2. Verschillen in schoolduur
  3. Leeftijdspositie effect→ dat de jongste kinderen in een klas benadeeld zijn in vergelijking met hun oudere klasgenoten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

redenen voor Leeftijdspositie effect

A
  1. neurocognitieve functies minder ontwikkeld
  2. leraren de academische en sociale vaardigheden van jongere kinderen onderschatten
  3. c. Het lesniveau dat in de klas wordt gevolgd, is vaak afgestemd op het vaardigheidsniveau van het ‘gemiddelde’ kind.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

omgekeerd geboorteseizoen- effect

A

Binnen deze groep presteerden jongere (in de herfst geboren) kinderen iets beter dan oudere (in de winter geboren) kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verklaring omgekeerd geboorteseizoen- effect

A

voor kinderen die in de herfst geboren zijn, hun relatief lagere leeftijd en daarmee samenhangende onrijpheid de belangrijkste reden zijn dat ze blijven zitten zijn, terwijl bij kinderen die in de winter geboren zijn dit vaak komt door een ander probleem, niet gerelateerd aan leeftijd (bijvoorbeeld een leerstoornis).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly