Specifieke vaardigheden 1 Flashcards

1
Q

Fonologie

A

klankleer (onderscheiden van spraakklanken in ‘boek’ en ‘doek’)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Semantiek

A

woordenschat (het leren van betekenis van woorden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Morfologie

A

vormleer (werkwoorden vervoegen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Syntaxis

A

zinsopbouw (woordvolgorde in zin)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Pragmatiek

A

communicatieve regels (niet door elkaar heen praten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Metalinguïstiek

A

reflectie (zelfcorrectie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

5 perioden normatieve taalontwikkeling

A
  1. Prelinguale periode: 1ste levensjaar
    • Baby’s communiceren via lichaamstaal en gelaatsexpressies. Ze uiten zich door lachen, huilen, bewegingen, vocalisaties en brabbelen. Ouders reageren op deze communicatie: ze praten op duidelijke en expressieve wijze en passen hun taalgebruik aan.
    • Na 6 maanden gaat baby ook op voorwerpen reageren.
  2. Vroeg-linguale periode: 1 – 2,5 jaar
    • Kinderen leren in deze periode dat taal een middel is om betekenis over te dragen. Het taalgebruik ontwikkelt zich via eenwoord- en tweewoorduitingen naar eenvoudige meerwoordzinnen. In de vroege fasen praten kinderen vooral over zaken uit hun dagelijkse leefwereld.
  3. Differentiatiefase: 2,5 – 5 jaar
    • De lexicale ontwikkeling. Kinderen gaan naast inhoudswoorden ook andere woordklassen (bijv. voorzetsels) gebruiken. Ze leren zelfstandige naamwoorden te verbuigen en werkwoorden te vervoegen.
  4. Voltooiingsfase: 5 – 10 jaar
    • Schriftelijke taal wordt in deze fase verworven. Ook doen kinderen veel met mondelinge taal d.m.v. bijvoorbeeld het kringgesprek. Woordenschat neemt toe en kinderen verbeteren elkaar (metalinguïstische vaardigheid)
  5. Latere taalontwikkelingsfase: (>10jaar)
    • Woordenschat neemt nog toe en kinderen leren steeds beter de betekenis van woorden af te leiden uit de context. Ook morfologie en syntaxis wordt steeds ingewikkelder. Kinderen leren dat taal niet alleen letterlijk maar ook figuurlijk gebruikt kan worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Nativisme

A

stellen dat er een sterke biologische aanleg is voor taalontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Interactionisme

A

veronderstelt dat mensen beschikken over enige aangeboren eigenschappen waardoor kinderen taal kunnen leren op basis van taalervaring.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Brede omgevingstaal

A

taal die niet rechtstreeks tot het kind gericht is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Child directed speech/verzorgerstaal

A

taal die rechtstreeks tot kind gericht is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

restricted code

A

In lagere sociale milieus wordt verzorgers taal relatief vaak gebruikt om te sturen, verbieden en bevelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

elabarated code (expansie)

A

In hogere sociale milieus wordt taal meer uitleggend gebruikt, taal dient om omgeving te begrijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Invloed van meertaligheid

A

Kinderen die twee talen leren, hebben doorgaans een kleiner vocabulaire in elk van hun talen dan kinderen die slechts één taal leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Geboorteafhankelijke invloeden

A
  • Eerstgeboren kinderen zijn tijdelijk enig kind, en zolang die status voortduurt, hebben ze meer mogelijkheden voor communicatieve interactie met een volwassene en een grotere blootstelling aan volwassenen ‘kindgerichte spraak dan ooit geborenen ooit doen.
  • Eerstgeborenen zijn meer gevorderd in woordenschat en grammatica, maar latere geboren kinderen zijn meer gevorderd in conversationele vaardigheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly