sociale begrippen Flashcards
4 kernwaarden van wetenschap
- nauwkeurigheid
- objectiviteit
- scepticisme
- onbevangenheid
kenmerken van de moderne sociale psychologie
- overtuiging dat het sociale gedrag niet los gezien kan worden van sociale gedachten
- rol van emotie in de sociale kant van het leven
- begrijpen van het belang van sociale relaties
- veel aandacht voor hersenonderzoek
- rol van impliciete (onbewuste) processen
- volledig rekening houden met sociale diversiteit
manieren om onderzoek te doen
- systematische observatie
- correlatie
- experimentele methode
mediërende variabele
variabele die wordt beïnvloedt door een onafhankelijke variabele en vervolgens zelf een afhankelijke variabele beïnvloedt
deceptie
achterhouden van daadwerkelijke reden waarom mensen participeren in een onderzoek
2 procedures om depeptie te verkleinen
- informed consent
2. debriefing
3 belangrijke aspecten van sociale psychologie
- cognitie
- emotie
- gedrag
heuristieken
vuistregels die wij gebruiken bij het maken van beslissingen op basis van kansen
representatieheuristiek
hoeveel lijkt het op wat je kent? hoe meer iemand overeenkomt met de kenmerken die typisch zijn voor een bepaalde groep, hoe groter de kans dat iemand bij die groep hoort
beschikbaarheidsheuristiek
hoe beschikbaar is de informatie in je geheugen, beslissing maken op basis van informatie die het eerste naar boven komt
ankering
je begint met een anker, dit anker houdt je tegen om veel hoger of veel lager te gaan
eiken aan aanpassen
de tendens om een bepaalde waarde of getal te gebruiken als startpunt en op basis daarvan vervolgens aanpassingen te maken
status quo heuristiek
dingen die veel voorkomen en bekend zijn geworden zien als ‘goed’
status quo
stand van zaken
impact van schema;s op sociale cognitie
- aandacht
- coderen
- ophalen
aandacht
informatie die overeenkomt met schema’s valt eerder op
coderen
gegevens die overeenkomen met de schema’s wordt eerder opgeslagen
ophalen
informatie die consistent is met de schema’s wordt eerder opgehaald dan informatie die niet consistent is met de schema’s
selffullfilling prophecies
men gaat zich gedragen op zo’n manier dat hij of zij uiteindelijk bevestiging zullen krijgen van hun eigen verwachtingen
optimistische bias
neiging om te geloven dat het uiteindelijk wel goed komt
overconfidence bias
meer vertrouwen in de juistheid van eigen oordeel dan eigenlijk redelijk is
planning fallacy
optimistische schatting van hoeveel tijd iets kost om te doen
counterfactual thinking
denken in tegenstelling tot de feiten, je afvragen hoe het zou zijn als dingen anders waren gelopen
magical thinking
neiging om aannames te maken waarvan iemand eigenlijk weet dat ze niet waar kunnen zijn
terror management
inspanningen om in het reine te komen met de zekerheid van onze dood en de daarbij behorende verontrustende implicaties
humeur bepalend geheugen
humeur is van invloed op wat we ons herinneren, omdat we bijvoorbeeld op het moment van de herinnering in dezelfde gemoedstoestand waren
humeur overeenstemmend effect
meer postieve informatie opslaan als we in een goede stemming zijn
affectieve vooruitzichten
hoe we ons denken te gaan voelen in een situatie