smv Flashcards
divertikel vn Meckel, aan welk lig. kan het vastzitten?
lig. van Vitelline
valva ileocaecalis
klep van Bauhin
welke papilla in de tong
fungiformis, vallata, foliata, filiformis
welke papilla geen taste buds
filiformis
Tijdens een orale belastingstest worden de tijdelijke veranderingen in de bloedsuikerspiegel geregistreerd na consumptie van
verschillende voedingsstoffen en vergeleken met de verandering bij controle personen.
Welke uitslag verwacht je bij een patiënt met coeliakie?
lactose afwijkend, sucrose afwijkend
In welke fase van de spijsvertering en hoe beïnvloeden peptides en aminozuren de maagzuursecretie?
in de gastrale fase, door stimulatie van de gastrine afgifte
verschil perni anemie en ze syndroom
perni geeft veel gastrine door ontsteking bij parietale cellen; hoog gastrine, maar laag zuur. bij ze is allebei hoog
Door welk celtype in de maag wordt lipase gesecreteerd?
hoofdcel
Welke regulator stimuleert of welke regulatoren stimuleren de secretie van bicarbonaat gedurende de gastrale fase?
alleen acethylcholine
Een gevolg van deze mutatie is cystinurie, een verhoogde uitscheiding van cysteine in de urine.
2. Wat verklaart de verhoogde uitscheiding van cysteïne in de urine en wat heeft dit tot gevolg voor de patiënt?
Door het ontbreken van de transporter die cysteïne kan transporteren, is de opname van cysteine uit de pro-urine niet mogelijk (1p). Dit kan leiden tot
nierstenen
Cystinurie wordt veroorzaakt door een mutatie in het transporteiwit voor basische aminozuren. Dit heeft tot gevolg dat de aminozuren
arginine, lysine en cysteïne niet meer kunnen worden opgenomen door de enterocyt.
1. Verklaar waarom ondanks de afwezigheid van deze transporter er toch geen deficientie van deze amino zuren onstaat
Naast aminozuren kan de enterocyt ook di- en tripeptides opnemen (1p) via een specifieke transporter PepT1
Hoe veroorzaakt cholera toxine het ontstaan van diarree?
CT activeert kanalen die chloride afgeven aan het lumen van de darm
Welke veranderingen in het microscoopbeeld zijn kenmerkend in het slijmvlies van de tractus digestivus als er sprake is van
een chronische ontsteking?
Verstoorde architectuur van het slijmvlies en toename van lymfocyten ten opzichte van normaal.
Welke bloedwaarden laat u in ieder beval bepalen, om het vermoeden van erfelijke hemochromatose te toetsen?
Transferrine saturatie, Ferritine gehalte, Levertesten zoals ASAT, ALAT, gamma GT
Welke ingreep maakt in ieder geval deel uit van uw behandelplan bij erfelijke hemochromatose?
flebotomie, aderlating