21/22 Flashcards

1
Q

risicofactoren voor een slechtere lange termijn prognose AN

A

Lang (verborgen) ziek voor de behandeling; ernstig gewichtsverlies; oudere leeftijd bij start; vreetbuien en purgeren; bijkomende
persoonlijke problemen; relationele problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waar liggen paneth cellen

A

gehele dunne dar (duo/jejunum/ileum)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke regulator stimuleert of welke regulatoren stimuleren de secretie van bicarbonaat gedurende de intestinale fase?

A

zowel acethylcholine als vetzuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Je bent MDL arts. Een 40-jarige vrouw komt op je spreekuur wegens sinds 1 week bestaande waterdunne diarree en helder rood rectaal
bloedverlies. Ze heeft een paar dagen koorts gehad. Het abdomen is diffuus pijnlijk bij palpatie. Het rectaal toucher is zonder afwijkingen.
Welke aanvullend onderzoek is nu als eerste aangewezen?

A

feceskweken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Het hormoon 1,25-dihydroxyvitamine D stimuleert de opname van Ca2+ door het maag-darmkanaal.
In welk deel van het maag-darmkanaal vindt deze hormonaal gereguleerde opname van Ca2+ voornamelijk plaats?

A

duodenum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Je bent internist en ontvangt een 78-jarige vrouw op het spreekuur die door de huisarts is doorverwezen met vermoeidheids- en
neurologische klachten. Uit bloedonderzoek is gebleken dat ze een macrocytaire anemie heeft. Op basis van deze gegevens besluit je een
endoscopie uit te laten voeren. Dat onderzoek duidt op een ontsteking van het maagslijmvlies.
1. Wat is op basis van bovenstaande gegevens de meest waarschijnlijke oorzaak van de klachten en het afwijkende bloed- en
endoscopische beeld?

A

autoimmuun gastritis/atrofische gastritis/pernicieuze anemie (1p), verlies pariëtale cellen (1p), verlies intrinsic
factor (1p), B12 deficiëntie (1p)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat geven qua meds en voeding

A

vit b12 suppletie, parenteraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een AB0-antagonisme kan niet ontstaan bij een moeder met bloedgroep AB.

A

nj

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Een A0-antogonisme kan ontstaan indien er sprake is van een moeder met bloedgroep A en een kind met
bloedgroep O.

A

j

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

syndroom v gilbert

A

verhoogd totaal bili, normaal direct bili. omzetting werkt slecht, erfelijk en komt meestal op adeloscente leeftijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bekleding met overwegend goblet cellen, waar?

A

colon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

villi, waar?

A

gehele dunne darm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe wordt in de pancreas voorkomen dat er autodigestie treedt.

A

Intracellulaire opslag in membraanblaasjes (1p), afgifte als inactieve pro-enzymen (1p); aanwezigheid van trypsine inhibitor (1p).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Een 56-jarige man met een chronische pancreatitis en exocriene pancreasinsufficiëntie gebruikt het enzym preparaat Creon in de
voorgeschreven hoeveelheden tijdens alle maaltijden en tussendoortjes. Helaas blijft hij last houden van steatorroe.
Welke van de onderstaande aanpassingen in de medicatie en/of voeding schrijf je deze patiënt voor?

A

maagzuurremmer, meer creon ——- niet minder vet!!!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Het transport van galactose over de luminale membraan van de enterocyt is
xxx. over de basolaterale membraan is
xxx

A

afh. van ATP hydrolyse, passief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

CF patiënten hebben een verminderde secretie van bicarbonaat door de pancreas

A

CF patiënten hebben een verminderde secretie van bicarbonaat door de pancreas

17
Q

Waarom bestaat er een groot risico op ondervoeding bij een zuigeling met nog niet ontdekte CF?

A

zuigelingen met CF hebben vaak een pancreas insufficiëntie

18
Q

Patiënten met homozygote sikkelcelziekte hebben meer kans op het ernstig verlopen infecties met pneumococcen.
Wat is hier de oorzaak van?

A

asplenie

19
Q

Welke microscopisch waarneembare veranderingen zijn kenmerkend in het slijmvlies van de tractus digestivus als er sprake
is een acute/actieve ontsteking?

A

Intacte architectuur van het slijmvlies en de aanwezigheid van segmentkernige neutrofiele granulocyten

20
Q

Bij patiënten met cholestatische leverziekten moeten wel/niet standaard de vet oplosbare vitamines worden gesuppleerd:

A

niet

21
Q

Verklaar waarom er boven een bepaalde concentratie van galzouten spontaan micellen worden gevorm

A

galzouten zijn amfoteer en hebben een hydrofiele en een hydrofobe zijde. Bij een toenemende concentratie vormen ze multimere
structuren waarbij de hydrofobe zijde aan de binnenkant zitten

22
Q

Waarom veroorzaakt een defect in de uitscheiding van fosfolipiden in de gal tot ernstige leverziekte?

A

Fosfolipiden voorkomen schade in de galwegen door galzouten