22/23 Flashcards

1
Q

Noem twee soorten ziekten die door deze biopten Endoscopie kunnen worden gediagnostiseerd

A

ontstekingen en tumoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke van de onderstaande mechanismen is betrokken bij het opgang brengen van de zuur productie in de maag
door de geur van het voedsel?

A

de stimulatie van de entero-chromaffine cellen in het corpus van de maag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

In welke fase van de maagzuur secretie spelen aminozuren een stimulerende rol?

A

Zowel in de gastrale als in de intestinale fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke drie verschillende processen spelen een rol bij het beperken van de schade en het herstel van de mucus
laag die door dit hormoon wordem beïnvloed? Worden deze processen geactiveerd of geremd?

A

Stimulatie mucines secretie (1p); Verhoogde bicarbonaat secretie (1p); Remming pariëtale cel/HCl secretie (1p); Stimulatie celproliferatie
(1p); Stimulatie lokale doorbloeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke problemen kun je zien als gevolg van een exocriene pancreasinsufficientie? 3x

A

steatorroe, gewichtsverlies, tekort aan vet-oplosbare vitamines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Het transport van galactose over de basolaterale membraan van de enterocyt gaat via het transporteiwit…

A

GLUT2, passief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de functie van het co-lipase bij de vetvertering in het duodenum?

A

Voorkomen van inactivering van het pancreas lipase door galzouten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe komt het dat de urine donker kleurt bij personen met een cholestatische leverziekte?

A

Toename geconjugeerd bilirubine in urine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

CFTR kanaal, cruciaal zout/water waar?

A

Het CFTR chloride kanaal is cruciaal voor zout en water secretie door het long epitheel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de rol van HLA typering (DQ2, DQ8) bij je diagnostiek?

A

neagtief=geen coeliakie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke indicaties voor cholestatische leverziekte verwacht je aan te treffen bij dat onderzoek?

A

Icterus (geelzucht): verkleuring huid/oogwit, Pruritus: krabletsel vanwege jeuk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Patiënten met sikkelcelziekte kunnen niet genezen van deze ziekte.
Is deze stelling juist of onjuist?

A

onjuist, ze kunnen wel genezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de meest voorkomende oorzaak van kernicterus in Nederland?

A

Bloedgroepantagonisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke tumormarker zou je kunnen gebruiken in de diagnosestelling en tijdens de behandeling van een
pancreascarcinoom?

A

Ca19.9

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De hoogte van het serum bilirubine kan goed worden ingeschat op basis van de mate van geelzien. J/N

A

niet juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bij een à terme zuigeling wordt de maximale serumconcentratie van bilirubine bereikt op de 3-4 de levensdag

A

juist

17
Q

Geef vier klinische beelden die bij deze patiënt in de komende 5 jaar kunnen optreden ten gevolgen van de conditie van zijn
lever 9 lever cirrose met portale
hypertensie)?

A

Ascites, varices bloeding, ondervoeding, infectie en sepsis, ontwikkeling van hepatocellulair carcinoom, hepatische encefalopathie,
overlijden.

18
Q

Wat wordt bedoeld met het choleretisch effect van galzouten op het galvolume en welk celtype is hierbij betrokken?

A

Galzouten stimuleren de secretie, er is een vaste relatie tussen de hoeveelheid gesecreteerd galzout en het gal volume. Dit vindt plaats in
de hepatocyt.