19/20H + 20/21 Flashcards

1
Q

wat doet ghreline

A

toenemende eetlust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat/hoe zorgt voor de afsluititng van de nasopharynx

A

m. pterygoideus lateralis, door het strak trekken van het palatum molle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

met wat voor eptheel is maag dunne/dikke darm bekleed

A

cilindrisch epitheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is dyspepsie

A

beschrijving van bovenbuik symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat doet PGE2

A

directe remming van parietale cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een pernicieuze anemie

A

vermindering van de histamine gestimuleerde maagzuursecretie.
Treedt er een auto-immuunreactie op tegen de pariëtale cellen. De zuurproductie valt weg, wat het moeilijker maakt voor Fe2+ om te oxideren. Ter compensatie gaat het antrum veel gastrine afgeven, maar dit heeft geen effect.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  • Door welke cellen wordt cholecystokinine afgegeven en hoe wordt de afgifte van dit hormoon gestimuleerd?
A

Door de I-cellen in het duodenum, gestimuleerd door vetzuren, aminozuren/peptides in het duodenum en CCK-RF

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Via welk mechanisme en hoe (stimulatie of remming) wordt de maagzuur secretie door cholecystokinine gereguleerd?

A

Stimulatie van D cel in het antrum. Gevolg een afgifte van somatostatine en een remming van de maagzuur secretie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke andere functie(s) heeft cholecystokinine naast de regulatie van de maagzuur secretie?

A

de acinaire secretie van de pancreas, contractie van de galblaas en relaxatie van de spincter van Oddi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Enterokinase deficiëntie:

A

malabsorptie van eiwitten en vetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waar ligt cauda pancreatis (perit), en de rest?

A

intra, retro

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe worden aminozuren door de enterocyt vanuit het darmlumen naar het bloed getransporteerd?

A

Over de luminale membraan Na+ afhankelijk
Over de basolaterale membraan passief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

GLUT5 deficiëntie

A

lactose normaal, sucrose afwijkend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Het transport van dipeptides over de luminale membraan van de enterocyt

A

H+ afhankelijk proces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

het transport van dipeptides over de basolaterale membraan

A

gebeurt niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De ligamenten die samen het omentum minus vormen

A

lig. hepato-duodenale en lig. hepato-gastrico

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waar ligt de CFTR en wat doet het?

A

in de apicale membraan van de ductus en is betrokken bij chloride absorptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Het voedingsadvies bij leverziekten omvat naast tenminste drie hoofdmaaltijden ook een late-avond snack. Wat is reden voor het nuttigen van een kleine maaltijd voor het naar bed gaan?

A

de verkort de nuchtere vastende periode

15
Q

verzadigingscentrum

A

ventromediale hypothalamus.

16
Q

niks

niks

A

niks

16
Q

wat doet de n. sublingualis

A
  1. smaak voorste deel tong
  2. gevoel voorste deel tong
  3. parasympathische aansturing van speekselklieren
17
Q

Slokdarmcarcinoom

A

endoscopie van slokdarm en maag met het nemen van biopten

18
Q

Achalasie

A

incomplete relaxatie van de onderste slokdarmsfincter

19
Q

Pylorushypertrofie baby

A

2 maanden en niet-gallig spuug

20
Q

In een Barrett’s slokdarm

A

het distale deel van het plaveiselcel epitheel in de slokdarm vervangen door cilindrisch klierepitheel. De kans op adenocarcinoom is hierdoor toegenomen.

21
Q

In tractus digestivus komt overeen;

A

mucosa, muscularis mucosae, submucosa, muscularis propria.

22
Q

Vagotomie vermindert de

A
  1. Vagotomie vermindert de stimulatie van enterochromaffiene cellen in de maagwand.
  2. Vagotomie vermindert de stimulatie van pariëtale cellen in de maagwand.
23
Q

door wat wordt lipase gemaakt

A

hoofdcellen

24
Q

Acetylcholine stimuleert de secretie

A

de secretie van BiC gedurende de gastrale fase.

25
Q

Trypsinogeen -> trypsine

A

door de protease activiteit van enterokinase uit het duodenum

26
Q

Meest voorkomende oorzaken acute pancreatitis

A

alcohol en galstenen

27
Q

coeliakie

A

lactose afwijkend, sucrose afwijkend

28
Q

Hoe worden langketige vetzuren door de enterocyt vanuit het darmlumen naar het bloed getransporteerd

A

luminaal door passief transport en basolateraal als chylomicronen

29
Q

erfelijke hemochromatose, welk gen onderzoeken op de aanwezigheid van mutaties

A

HFE

30
Q

Onderzoek voor darmkanker

A

test waarin [Hb] wordt bepaald

31
Q

erfelijke hemochromatose, welke bloedwaarden in ieder geval bepalen om het vermoede te toetsen?

A

transferrine saturatie, ferritine gehalte, levertesten zoals ALAT/ASAT, gamma GT

32
Q

erfelijke hemochromatose, welke ingreep moet je sws doen?

A

aderlating/flebotomie

33
Q

verlaagd haptoglobine

A

dat hemolyse de meest waarschijnlijke oorzaak is van de icterus.

34
Q

Stille icterus

A

CT abdomen, want dit heeft de hoogste sensitiviteit en specificiteit voor beoordeling van pancreascarcinoom.

35
Q

waarom bij galstenen een echo van abdomen?

A

omdat je hiermee zowel een cholecystitis als aanwijzingen voor choledocholithiasis kunt vinden

36
Q

PBC

A

test voor antistoffen tegen mitochondriën (AMA)

37
Q

wat is noodzakelijk bij ascites en levercirrose

A

beperking inname zout

38
Q

UDCA stimuleert…

A

de galflow in de galwegen