Slokdarmpathologie Flashcards
Slokdarmtumoren: epidemiologie wereld + Belgie
Belgie
- 7% alle tumoren GI
- bijna altijd slokdarmcarcinoom, zelden sarcoom (Kaposi, Aids)
- benigne vnl leiomyoom
- vroeger vnl plaveiselcelcarcinomen, nu meer adenocarcinomen
- 10x meer bij mannen
- behalve postcricoidaal carcinoom, andersom (V)
- Leeftijd 50-70 jaar
Wereldwijd
- komt meer voor in bepaalde landen/regios
- Normandie, Bretagne, Chine, Korea, India, Japan ed.
- hier gaat het vnl om plaveiselcelcarcinoom veroorzaakt door irritatie door hogere consumptie van (bepaalde) alocohol/tabak en hete thee
Slokdarmtumoren: riscofactoren
- Chemische, mechanische en thermische prikkels die zorgen voor irritatie slokdarm
- alcohol en roken
plaveiselcelCa alcohol, roken zowel pc als adenoCa - Hete dranken zoals thee
- Aanslepende refluxoesofagitis (Barett)
- Langdurige stase (Achalasie)
((*het eten van weinig groenten en fruit > plaveiselcel))
((Obesitas > adenoCa))
- Precancereuze toestanden
- caustische oesofagitis
- Barett slokdarm
- Radiatie oesofagitis
- Plummer Vinson syndroom > post-cricoidaalCa
Slokdarmtumoren: Benigne slokdarmtumoren
Voorkomen en etiologie:
- zeldzaam
- Kunnen uitgaan van het epitheel (poliepen, cysten (30-%) of papillomen)
- Spierlaag: leimyomen (75%)
- Andere onderliggende structuren: fibromen, lipomen, hemangiomen, neurofibromen, fibromyoxmen, GIST
Symptomen:
- kunnen uiteenlopen, discreet
- dysfagie
- gevaarlijk: bloeding
Diagnose:
- Echo-endoscopie: uitpuiling maar normale mucosa, tumor is vanuit spierlaag
- Rx: goed afflijnde ruimte innement proces, nl peristaltiek
- Biopsie: diagnose en uitsluiten maligniteit (diep!)
Behandeling:
- bij ulceraties en bloeding of dysfagie (want moet groot zijn om dysfagie te geven)
- Differentiatie met leiomyosarcoom (groter, inhomogeen, geulcereerd)
- Indien geen andere verdachte tekens lijkt 5 cm acceptabele grens als criterium
» verwijdering (verdacht > slokdarmresectie)
Slokdarmtumoren: plaveiselcelCa
- Epidemio en risico
- Wereldwijd meest voorkomende slokdarmtumor
- Risico
* Roken, alcohol, achalasie, hete dranken, (hpv) - Etio en patho
- irritatie slokdarm
- maligne proliferatie epidermoid weefsel
- bovenste 2/3 slokdarm
- polypoide woekeringen uitpuilend in lymen of vlakke geulcereerde of submuceuze infiltraties - Symptomen
- Dysfagie (2/3 lumen)
- Eerst vast, dan vloeibaar
- braken/pijn
- Heesheid (n. laryngeus recurrens)
- Horner (sympaticusketen)
- Diafragmaparalyse (n. phrenicus)
- Vermagering
- Hematemesis - Complicaties
- Snelle uitzaaiingen uitgebreid lymfhatisch netwerk
* hals
* mediastinum
* epigastrisch
* abdominaal
- ontbreken serosa waardoor snel infiltratie omliggende weefsel - Diagnose
- Endoscopie met bioptname
((- Rx: aard, anatomie, uitgebreidheid (???) ))
- Echo-endoscopie:
lokale uitgebreidheid (T/N)
- CT of PET/CT voor lokale en perifere uitzaaiingen - Prognose
- zeer slecht, 2/3 inoperabel
- 1j 20%, 5j 10%
- door lymfevaten al in LP en geen serosa waardoor snel uitzaaiingen/infiltratie + laattijdig symptomen - Behandeling
adhv TNM classificatie zie verder
Slokdarmcarcinoom: adenoCa
- Epidemio en risico
- meest voorkomende slokdarmkanker in Belgie en Westerse wereld
- neemt toe
- Risico: Barett (GERD), roken, obesitas - Etio en patho
- maligne proliferatie klierweefsel
- dus slijmvlies onderste 1/3 slokdarm
- meestal vanuit Barett slokdarm (GERD) - Symptomen
- Dysfagie (2/3 lumen)
- Eerst vast, dan vloeibaar
- braken/pijn
- Heesheid (n. laryngeus recurrens)
- Horner (sympaticusketen)
- Diafragmaparalyse (n. phrenicus)
- Vermagering
- Hematemesis - Complicaties
- relatief vaak hematogene metastase naar lever
- Snelle uitzaaiingen uitgebreid lymfhatisch netwerk
* hals
* mediastinum
* epigastrisch
* abdominaal
- ontbreken serosa waardoor snel infiltratie omliggende weefsel - Diagsnose
- Endoscopie met bioptname
((- Rx: aard, anatomie, uitgebreidheid (???) ))
- Echo-endoscopie:
lokale uitgebreidheid (T/N)
- CT of PET/CT voor lokale en perifere uitzaaiingen - Prognose
- zeer slecht, 2/3 inoperabel
- 1j 20%, 5j 10%
- door lymfevaten al in LP en geen serosa waardoor snel uitzaaiingen/infiltratie + laattijdig symptomen - Behandeling
- Preventief: PPI bij GERD ter voorkoming Barett
adhv TNM classificatie zie verder
Slokdarmtumoren: staging en behandeling adhv staging
- TNM:
T Epitheel > Tis Lamina propria > T1a Muscularis mucosa > T1a Submucosa > T1b Muscularis propria > T2 Adventitia > T3 andere structuren > T4a (pleura, resect) T4b rest N/M ((N1=1-2, N2=3-6, N3=7+))
- Behandeling
- Tis, T1a: endoscopische mucosale resectie
- T1b: endoscopische submucosale resectie
- T2N0M0: hk +/- neoadjucante chemoradiatie
- T2-4a (m0): neoadjuvante chemoradio
- Endoscopisch
- Wegname/destructie
- EMR = endoscopische mucosale resectie
- Ablatie (radiofrequent/ photodynamisch of laser) bij Barett dysplasie
Chirurgisch:
- Ivor Lewis esophagectomie
- Anastomose bepaald door hoogte letsel
*distaal = intra-thoracale resectie + anastomose
* mid/hoog = volledige slokdarmresectie + cervicale anastomose - incisie bovenste abdomen + posterolaterale thoracotomie
- oesofagus en aanliggende structuren geresecteerd
(pyloromyotomie) - anastomose gemaakt (intrathor vs. cervicaal)
> buismaag
- kan tegenwoordig ook Minimaal invasief
- patientenfactoren van belang of chirurgie mogelijk is
- chirurg: ervaring, workload
- Lymfeklierdissectie
- Stagering, efficientie behandeling
- Van belang bij beperkte aantasting
- makkelijk bij thoracoscopie
- bij minimaal invasief??? - Complicaties
- Lekkage:
* meest gevreed
* ischemie buismaag
* ontbreken serosa
* bijkomende oorzaak laattijdige stenosen
- Pulmonair
* atelectase, pneumonie, aspiratie, pleuravocht/chylothorax - Neo-adjuvante chemoradatie
- meestal vanaf 2b > nog niet doorheen musculairs
- respons bepaald 5y overleving - Niet-curatief: palliatief
- Stentplaatsing
- palliatieve radiatie
- palliatieve chemo