semi-aucilliaires Flashcards
Ze was net teruggekeerd van een congres in Frankrijk.
Elle venait de rentrer / retourner d’un congrès en France.
Ik ben bijna van de trap gevallen
J’ai failli tomber de l’escalier.
Zij kan zich vergissen.
Elle peut se tromper.
Mijn collega is bijna verongelukt.
Mon collègue a failli mourir dans un accident / se tuer dans un accident.
Ik ging net een bad nemen toen ik een ontploffing hoorde.
J’étais sur le point de prendre un bain quand / lorsque j’ai entendu une explosion.
Ik heb het hem toch juist gezegd.
Je viens de le lui dire.
Het kind heeft zijn been gebroken en kan nu niet meer lopen.
L’enfant s’est cassé la jambe et ne peut plus marcher maintenant.
Ik heb een schoonheidsvlakje laten wegnemen.
J’ai fait enlever une tache de beauté.
Hij begint te verouderen.
Il commence à vieillir.
Blijf glimlachen.
Continue / continuez à sourire.
Ne cesse / cessez pas de sourire.
Ik laat ze maar betijen / bezig.
Je les laisse faire.
We hebben eerst goed nagedacht.
Nous avons commencé par bien réfléchir.
Uiteindelijk hebben we “ja” gezegd.
Nous avons fini par dire “oui”.
Ze heeft zich laten opereren.
Elle s’est fait opérer.
We zullen je zeker op de hoogte houden.
Nous ne manquerons pas de vous tenir au courant. (
Hij laat dat gezwel onderzoeken.
Il fait examiner cette tumeur.
Ik ga zo dadelijk uw huisarts verwittigen.
Je vais avertir / prévenir votre médecin de famille.
Er is geen warm water. Ik kan de wonde niet spoelen.
Il n’y a pas d’eau chaude. Je ne peux pas rincer la plaie.
We zullen ons eerst krukken aanschaffen.
Nous commencerons par nous procurer / acheter des béquilles.
Hij moet zich vergist hebben.
Il doit s’être trompé.
Il a dû se tromper.
k heb bijna gedaan met de dossiers van de voorbije maand naar het archief tebrengen
Je finis d’apporter les dossiers du mois passé / dernier aux archives.
u moet blijven hopen
Vous devez continuer à espérer.
Dit kind was bijna verdronken.
Cet enfant a failli se noyer.
Nu begint hij te stappen
Maintenant il commence à marcher.
We moeten die patiënt blijven stimuleren
Nous devons continuer à stimuler ce.patient.
De medisch secretaresse heeft zich aan de deur laten zetten.
La secrétaire médicale s’est fait mettre à la porte
Ik was nog maar net binnen toen de telefoon al begon te rinkelen.
Je venais d’entrer quand / lorsque le téléphone a commencé à sonner.
Zelfs tegenover een woedende patiënt moet je doen alsof je niet bang bent!
Même envers / avec d’ un patient furieux il faut faire semblant de ne pas avoir peur.
Tenslotte moet u enkele druppeltjes in het pijnlijke oor doen
vous devez finir par introduire quelques gouttes dans l’oreille douloureuse
U hebt koorts. U kan niet werken, u moet in bed blijven
Vous avez de la fièvre. Vous ne pouvez pas travailler, vous devez garder le lit.