SCC literatuur college 7: Pels, Distelbrink & Postma (2009) Flashcards

1
Q

in dit artikel wordt opvoeding bekeken vanuit drie contexten:
1. cultureel ecologisch
2. omgang met dissonantie
3. het hebben van een dynamisch concept van cultuur
leg uit wat deze contexten inhouden

A
  1. cultureel ecologisch: nature/nurture, wat is door cultuur bepaald en wat door biologie?
  2. omgang met dissonantie: meerdere referentiekaders, waarin verschillende idealen kunnen leven
  3. het hebben van een dynamisch concept van cultuur: opvoedingspatronen hebben een historische en collectieve dimensie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

wat zijn de drie subsystemen van Super en Harkness?

A

parental ethnotheories
opvoedingspraktijken en gedrag
de directe leefomgeving binnen en buiten het gezin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

noem een aantal kenmerken van collectivisme

A

weten hoe het hoort, respect naar ouderen, controleren, autoritaire opvoeding, minder uitleggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

noem een aantal kenmerken van individualisme

A

zelfstandigheid, voor jezelf opkomen, begeleiden, onderhandelen, meer uitleggen, schuld en intern geweten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

conformiteit

A

het aanpassen aan de eisen die de omgeving stelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waardevoorkeuren van adolescenten zijn sterk situatieafhankelijk. wat wordt hiermee bedoelt?

A

ze laten in verschillende contexten ander gedrag/ andere waarden zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gedurende de laatste decennia is in ontwikkelende landen (zoals Nederland) sprake van een enorme verandering in de ouder-kind relatie.
wat houdt deze verandering in? (3)

A
  1. van autoritair naar egalitair
  2. van groepsgericht naar individualistisch
  3. afname van de regulerende rol van personen in de sociale omgeving, door middel van toezicht.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

moslimjongeren moeten voortdurend schipperen tussen hun verschillende loyaliteiten: de islam, hun ouders en de samenleving. deze ambivalentie (tegenstrijdigheid) is voor hen niet het probleem, maar het feit dat die ambivalentie door de omgeving niet wordt geaccepteerd. leg dit uit

A

aan de ene kant is er sprake van een negatieve bejegening vanuit de wijdere omgeving.
aan de andere kant laat onderzoek zien dat allochtone ouders Nederland niet in alle opzichten positief vinden, en deze mening geven ze dus ‘door’ aan hun kinderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Polder-islam

A

een islambeleving die in overeenstemming is met de overlegcultuur in de Nederlandse samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

vooral ouders van eerste generaties kunnen de Nederlandse cultuur wantrouwen. zij kiezen er dan vaak voor om de eigen culturele en religieuze identiteit te behouden (en door te geven aan hun kinderen) via eigen onderwijs.
wat kan een verklaring zijn voor het niet-binden aan de Nederlandse cultuur?

A

segregatie: allochtone gezinnen wonen bij elkaar in de wijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly