Hoorcolleges WF (2/2) Flashcards
femenologie (college 7)
Femenologie = er is alleen de geleefde en beleefde realiteit.
Fenomenologie is een filosofische benadering die zich richt op de studie van bewustzijn en subjectieve ervaring.
sociaal constructivisme (college 7)
Het zegt dat een feit iets is wat geconstrueerd is door mensen. De psychosocio-culturele realiteit is kunstmatig.
Wij construeren samen de sociale werkelijkheid.
wetenschappelijk realisme (college 7)
Deze stroming stelt:
* Wetenschappelijke theorieën zijn waar
* Theoretische entiteiten bestaan echt
* De wetenschap vindt de echte onderscheidingen
* Wetenschap is de waarheid en ultieme structuur van de realiteit.
Het wetenschappelijke wereldbeeld is dus de juiste
wetenschappelijkheid (college 8)
Uiteindelijk ligt de criteria voor wetenschappelijkheid bij jezelf; jij bepaalt hoe je de term wetenschap invult.
De ‘echte’, ‘slechte’ en pseudo’ wetenschap (college 8)
-Zoeken naar het demarcatiecriterium staat voor het maken van onderscheid tussen ‘echte’ en ‘psuedo’ wetenschap.
-Versisimilitude is het, In de ‘echte’ wetenschap, onderscheid maken tussen ‘goede’ en ‘slechte’ wetenschap.
denkfouten en cognitieve illusies (college 8)
Cognitieve illusies gaan over de betrouwbaarheid van onze intuïtie bij het vellen van waardeoordelen, het nemen van beslissingen, het inschatten van situaties en het trekken van conclusies.
micro en macro (college 9)
Micro is het kleine (lower level) en macro is het grote (higher level).
emergentie (college 9)
Iets is niet te reduceren tot onderdelen.
Emergentie is het verschijnsel waarbij complexe eigenschappen, patronen of gedragingen ontstaan in een systeem als gevolg van de interactie en organisatie van de componenten van dat systeem, en deze eigenschappen kunnen niet eenvoudig worden voorspeld of herleid tot de eigenschappen van individuele componenten.
Structure versus agency (college 9)
Structure: nadenken in termen van maatschappij, gemeenschap of collectief)
Agency: nadenken in termen van person of individu.
reductie (college 9)
Patronen op macro- die ontstaan door gedrag op micro-niveau.
consilience (college 9)
Hierbij zoek je naar aansluiting/overlap/convergentie van domeinen en werk je multidisciplinair. Je hebt een verschijnsel dat je vanuit verschillende ooghoeken bekijkt, waardoor je een mooi samenhangend beeld krijgt: unity of science.
Er is sprake van dwarsverbanden tussen wetenschappelijke vakgebieden.
complementariteit (college 9)
Dit betekent dat er twee benaderingen van een verschijnsel zijn en die lijken tegengesteld aan elkaar. Dit is het debat over het denken over vrije wil.
nomologische verklaring + voorbeeld (college 10)
Dit type verklaring is gebaseerd op wetmatigheden en natuurwetten. Het probeert gebeurtenissen te verklaren door te laten zien dat ze consistent zijn met bestaande wetten.
Voorbeeld 1: Het verklaren waarom een object in beweging blijft met een constante snelheid als er geen externe krachten op inwerken door te verwijzen naar het behoud van de impuls, een natuurwet.
mechanistische verklaring + voorbeeld (college 10)
Deze verklaring is gebaseerd op oorzaken en mechanismen. Het probeert de interne werking van systemen te begrijpen en hoe oorzaken tot gevolgen leiden.
Logisch positivisten wilden mechanistische verklaringen reduceren tot nomologische verklaringen.
Voorbeeld 1: Erfelijkheid berust op de werking van het DNA
teleologische verklaring + voorbeeld (college 10)
Op basis van doelen/functies (wat biologen vaak doen)
Het zoekt naar de verklaring van gebeurtenissen door te wijzen op het doel dat ze dienen.
Voorbeeld 1: egels rollen zich bij gevaar op, de functie van dit gedrag is dat ze zo beter beschermd zijn.