SCC hoorcollege 3: etniciteit, cultuur, geloof en klasse Flashcards

1
Q

wat zijn reactieve en proactieve factoren (mbt redenen om te migreren)

A

reactief: pushfactoren: slechte omstandigheden in land van herkomst.
proactief: pullfactoren: goeie omstandigheden in land waar je naartoe wil.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

is culturele transmissie wel/niet een statisch proces? leg uit waarom wel/niet

A

niet, men past zich voortdurend aan door nieuwe contexten. hierbij vindt vaak een combinatie plaats tussen het behouden van bepaalde cultuur en het meebewegen met de culturele veranderingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

acculturatie is een cultureel veranderingsproces door contact waarbij er sprake is van wederzijdse beïnvloeding.
hierbij kunnen vier strategieën ten aanzien van relaties met andere groepen en het behoud van de eigen cultuur ingezet worden:
vertel welke vier strategieën dit zijn voor migranten en leg uit wat deze inhouden

A

integratie: veel contact, veel behoud eigen cultuur
separatie: weinig contact, veel behoud eigen cultuur
assimilatie: veel contact, weinig behoud eigen cultuur
marginalisatie: weinig contact, weinig behoud eigen cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn acculturatie strategieën van de dominante groep, en wat houden deze in?

A

multiculturalisme: veel contact, veel behoud eigen cultuur
segregatie: weinig contact, veel behoud eigen cultuur
melting pot/pressure cooker: veel contact, weinig behoud eigen cultuur
uitsluiting: weinig contact, weinig behoud eigen cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

potentiële succes van of problemen door integratie zijn afhankelijk van drie factoren:

A

houding en visie van de dominante groep
status van de migratiegroep
beeldvorming (media)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

levensbeschouwing, religie en cultuur hebben invloed op de status van een groep.
hoezo?

A

er bestaat een groot verschil in hoe mensen tegen dingen aankijken.
1. groot verschil in beleving /uiten van ziektes
2. aanpak van dagelijkse opvoeding verschilt per cultuur/religie
3. invloed op hulpzoekgedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly