Samenvatting Flashcards

1
Q

Welke 3 onderdelen staan er in het advies?

A

Mondhygiene, voeding, fluoride

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom voeren we soms restauratieve/invasieve behandelingen uit?

A

Om mondhygiene mogelijk te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarvan is het afhankelijk hoeveel carieus weefsel je weghaalt?

A

Van de diepte van de laesie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de eerste optie bij jeugdigen als het gaat om invasief behandelen?

A

Slicen > eventueel duraphat erbij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom wil je als eerst gaan slicen?

A

Op deze manier wordt het element bijgeslepen zodat mondhygiëne mogelijk is. Hiermee zorg je ervoor dat de ouders en het kind bewust worden van het feit dat de verantwoordelijkheid bij henzelf ligt als het gaat om de ziekte cariës

Coachen en arrested laten worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebruik je wanneer Duraphat onvoldoende is?

A

SDF

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom voer je een restauratie uit? (8)

A
  1. mogelijk maken mhg
  2. herstel vorm
  3. herstel functie
  4. oraal comfort
  5. voorkomen gevaar pulpa
  6. gevoeligheid
  7. kans op migreren
  8. esthetiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat valt er onder micro-invasief?

A

Slicen, sealant (in glazuur) (2)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat valt er onder non-invasief?

A

Duraphat lak, preventie (1)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welk restauratiemateriaal wordt bij voorkeur gebruikt bij de blijvende molaren?

A

Composiet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk restauratiemateriaal wordt bij voorkeur gebruikt bij een melk molaar?

A

Compomeer (mix materiaal, minder slijtvast)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Glasionomeer is goed bestand tegen vocht. Waarbij is het handig om dit toe te passen?

A

Klasse I bij kinderen (V bij volwassenen). Doorbrekende elementen + lage spanningsboog. Ook is het goed om bij ouderen toe te passen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waardoor kan sneller slijtage optreden bij composiet?

A

Knarsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de isthmus?

A

versmalling: smalste deel restauratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom worden elementen droog geblazen bij het detecteren van cariëslaesies?

A

Om vroege laesie zichtbaar te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe kan de doorschemering van de pulpa inzichtelijk worden gemaakt?

A

Door te spelen met het licht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waarom worden er Bitewings gemaakt?

A

Om eventuele problematiek approximaal inzichtelijk te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Als er veel cervicale problemen zijn, ga je er dan eerder vanuit dat het actieve of inactieve laesies zijn?

A

Actieve

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welk detectiemiddel kan bij dentine, vooral in het front worden gebruikt?

A

FOTi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welk detectiemiddel is handig bij glazuur en niet bij dentine?

A

QLF

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoeveel eetmomenten worden er maximaal bij een kind geadviseerd?

A

max. 5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Vanaf welke leeftijd poetst een kind met volwassen/kinder tandpasta?

A

Vanaf 5 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Waarom is het slim om de ouders vanaf de geboorte al te laten poetsen

A

Zodat het in het systeem komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Welk effect van fluoride is het meest belangrijk?

A

Post-eruptief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Is de mondvloeistof in rust onder- of oververzadigd met ionen?

A

Oververzadigd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wanneer raakt de mondvloeistof onderverzadigd met ionen?

A

Na een zuuraanval. De H+ ionen vangen hydroxyl-apatiet en fluoride-apatiet weg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat gebeurt er als je in een keer een hoge concentratie fluoride toedient.

A

Heeft alleen effect op de oppervlaktelaag. Er is geen volledige remineralisatie mogelijk

Bij een hoge mineraalconcentratie in oplossing vindt er met name neerslag van mineralen in de oppervlaktelaag
plaats. Bij lage mineraal-concentratie vindt de eremineralisatie in de gehele laesie plaats.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Stel een kind heeft een hoog cariës risico, vanaf welke leeftijd mag er dan met een volwassen tandpasta worden gepoetst? Wat is hiervan de reden?

A

Vanaf 3/3,5 jaar
Op dit moment zijn de incisieven in BK uitontwikkeld. Op deze manier wordt fluorose voorkomen (esthetiek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat is het effect van Xylitol?

A

Remt metabolisme bacteriën (ook na uitspugen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Is een sealant tegenwoordig preventief of invasief?

A

Invasief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Is het altijd nodig om carieus weefsel te verwijderen?

A

Als goede mondhygiëne mogelijk is niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Wanneer is het volledig verwijderen van carieus weefsel noodzakelijk?

A

Alleen perifeer

Bij centraal is het overbehandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Waarom wordt er in de regel niet bij blijvende elementen gesliced?

A

Vanwege de esthetiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Waarom is het niet verstandig om cariësdetector te gebruiken?

A

De kans is groot dat er dan ook gezond weefsel wordt verwijderd (je kan niet alleen perifeer aanbrengen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Behandel je bij glazuurlaesies invasief?

A

Eigenlijk nooit (zowel hoog als laag risico). Vrijwel altijd preventief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Dentine laesies worden ingedeeld in 3 delen. Waar houdt je rekening mee als de laesie minder dan 1/3 van het dentine betreft?

Laag risico
Hoog risico

A

Bij laag risico: Preventief
1. Is het goed schoon te houden? = (aanvullend) advies cariës preventie
2. Bijslijpen nodig?

Bij hoog risico afweging > kans groter invasief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Dentine laesie (< 1/3)
- Approximaal: gecaviteerd?
Ja?
Nee?
- Occlusaal?

A
  • Preventief en invasief
  • Alleen preventief
  • Sealant gewenst?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Dentine laesie (1/3 - < 2/3) = middelste deel dentine (moeilijkste catagorie)
- Approximaal:
- Occlusaal:

A
  • Meestal preventief en invasief
  • Sealant (+ uitslijpen) of restauratie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Waardoor kunnen elementen gaan migreren?

A

Als een laesie weg carieert of volledig afwezig is. Er kan verschuiving plaatsvinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Wat is het verschil tussen flowable en een sealant?

A

Flowable is meer gevuld. Sealand beval helemaal geen vulstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Hoe lang kan een composiet restauratie in de molaarstreek aanwezig zijn?

A

15 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Wat kan er gebeuren op de isthmus?

A

Breuk van materiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Wat is het voordeel van het plaatsen van een dummy?

A

Het zorgt ervoor dat gezond weefsel wordt bespaard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

De risicogroep is bepalend voor je behandeling, maar kan veranderen. Waarbij moet je alert zijn?

A

Bij doorbraak van elementen en andere factoren die van invloed zijn voor een hoog risico

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Waarvoor wordt gekozen wanneer slicen bij een melkelement niet haalbaar is?

A

voor restauratie of Hall kroon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Wat is zacht dentine?

A

Dentine dat vervormt onder druk van een instrument en dat makkelijk verwijderd kan worden met een hand excavator.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Wat is leerachtig dentine?

A

Dentine dat niet vervormt onder druk van een
instrument, maar dat nog steeds makkelijk verwijderd kan worden met een hand excavator. Leerachtig dentine is de overgang tussen zacht en stevig dentine, het verschil tussen leerachtig en stevig dentine kan klein zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Wat is stevig dentine?

A

Dentine waarbij iets kracht nodig is om het te verwijderen met een handexcavator

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Wat is hard dentine?

A

dentine dat alleen verwijderd kan worden met een boor of als er flink kracht wordt gezet met een zeer scherpe handexcavator.

Na verwijdering kan met de sonde een krassend geluid (‘çri dentaire’) gehoord worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Hoe kan het krassende geluid met een sonde op hard dentine worden genoemd?

A

çri dentaire

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Stelling: Afhankelijk van de diepte van de laesie wordt centraal alleen het zachte dentine geëxcaveerd (bij diepe laesies) of tot leerachtig of stevig dentine (bij minder diepe laesies).

A

Juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Welk hoekstuk mag niet bij kinderen worden gebruikt?

A

Airrotor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

Tot aan waar bevinden matigdiepe laesies zich?
En diepe leasies?

A
  • in middelste derde deel dentine (perifeer verwijderen tot hard, centraal tot leerachtig, stevig)
  • in buitende derde deel dentine (perifeer verwijderen tot hard, centraal verwijderen tot zacht)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

Op welke manier kan erosieve schade vergroot worden?

A

Door abrasie en attritie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

Waardoor wordt de erosiviteit van voeding bepaald?

A

Door de pH en de buffercapaciteit hiervan

56
Q

Tot met welke ICDAS boor je niet?

A

1 t/m 3

57
Q

Boor je bij ICDAS 4 - 5?

A

hangt van de patiënt af: cariesrisico, plek van cariës

58
Q

Boor je bij ICDAS 6?

A

hangt ook van de patiënt af: maar bijna zeker van restaureren

59
Q

Wat staat er in de richtlijn voor wortelcariës? (2)

A
  • Basisadvies cariespreventie, korter recallinterval, extra keer poetsen / spoelen, Duraphat tandpasta 1x pd (onvoldoende dan 2x pd, dit onvoldoende dan aangevuld met professionele Fluoride maatregelen)
  • Invasief ingrijpen altijd zo lang mogelijk uitstellen, moment van ingrijpen afhankelijk van laesies, risico op schade en belastbaarheid patiënt. Voorkeur: vrijleggen om mondhygiëne mogelijk te maken
60
Q

Wat staat er in de richtlijn voor jeugdigen? (4)

A
  • Voorkom cariës: geef ouder informatie
  • Eerste tandje —> naar de tandarts
  • Advies cariespreventie is de basis
  • Carieslaesies? Basis en eventueel aanvullend advies cariespreventie, bij gevorderde dentinelaesies eventueel aangevuld met aanvullende invasieve maatregelen
61
Q

De omstandigheden van de patiënt zijn niet statisch. Wat wordt hiermee bedoeld?

A

Dat er wisselende dingen kunnen voorkomen in het leven:

  • Thuis / -uitwonend
  • Werk
  • Ziekte
  • Major life events
62
Q

Welk materiaal heeft een chemische hechting (verbindt meteen met tandweefsel)

A

GIC

63
Q

Hoe hecht Macromechanische retentie (amalgaam) zich?

A

Het hecht zich aan de hand van de vorm van de preparatie

64
Q

Welke materialen hechten mbv adhesiefsysteem (etsen, primer, bonding)?

A

Composiet en compomeer

65
Q

Wat leidt tot verschillende adhesiefsystemen?

A

Verschil in hechting aan dentine en glazuur

66
Q

Wat zijn 3 voordelen van een duurzame adhesieve verbinding?

A
  1. Geen noodzaak tot uitbereiding preparatie met als doel houvast van restauratiemateriaal
  2. Element kan worden versterkt
  3. Geen of minder microlekkage
67
Q

Waardoor is GIC chemisch hardend (conventioneel)?

A

Door een zuur-base reactie

68
Q

Hoe kan het dat GIC licht uithardend is?

A

Doordat het kunststof gemodificeerd is

  • snel verlopende polymerisatiereactie en langzamer verlopende zuur-base reactie
  • gebruik conditioner aanbevolen
69
Q

Wat is het verschil tussen GIC en composiet/compomeer? (3)

A
  • Slijtvastheid / breukweerstand minder dan composiet/compomeer, daardoor minder geschikt
    voor klasse II restauraties. Voor kindertandheelkunde occlusaal kan het wel gebruikt worden.
  • Kleur en kleurstabiliteit minder dan composiet/compomeer, daardoor minder geschikt voor frontrestauraties. Blijft minder lang mooi.
  • Kan het beste tegen vocht ivm composiet en compomeer, dus als je een sealant maakt in een
    element die niet volledig is doorgebroken, waardoor de kans op vocht vrij groot is gebruik je
    GIC.
70
Q

Waarbij/hoe wordt GIC toegepast? (5)

A
  • ART (atraumatic restorative treatment) komt van oorsprong uit ontwikkelingslanden, kan zonder
    elektriciteit gebruikt worden (uithardingslamp)
  • Melkmolaren (occlusaal)
  • Wortelcarieslaesies / cervicale laesies (kleur verandert snel, dus esthethisch minder mooi)
  • Tijdelijke restauratie
  • Sealant
71
Q

Wat zijn kenmerken van compomeer, waarbij wordt het gebruikt en welk systeem? (7)

A
  • Andere naam: polyzuurgemodificeerd composiet
  • Combineert eigenschappen composiet en glasionomeercement
  • Wordt met name (bijna altijd) in de kthk toegepast (restauratie melkmolaren), klasse 1 of 2
  • Niet etsen, primer, bonden, maar tweestapssysteem «
  • Betere breukweerstand dan GIC
  • Minder slijtvast dan composiet daarom hiervoor de voorkeur in kthk
72
Q

Wat zijn kenmerken voor amalgaam? (10)

A
  • Samenstelling en uithardingsreacties
  • Verwerking en randvoorwaarden
  • Klinisch gedrag
  • macromechanische hechting
  • Kwikhygiene
  • Amalgaam wordt in het Nederlandse mondzorg vrijwel niet meer gebruikt. Elders wel.
  • In EU vanaf 2018 niet meer gebruiken bij melkdentitie, zwangere vrouwen en vrouwen die
    borstvoeding geven.
  • Vanaf 2019 verplicht: amalgaamafscheider en voorgedoseerde capsules (uit schuurmachine)
  • 2022-2030: Verbod op gebruik amalgaam
  • In andere landen wordt het meer gebruikt want praktisch en goedkoop
73
Q

Uit welke bestanddelen bestaat amalgaam? (5)

A

Definitie: metaallegering waarvan Hg een van de bestanddelen is:
- Zilver 65-70%: vergroot sterkte, expansie en verkleint kruip
- Tin 26% - 29%: vergroot kruip, contractie, corrosie en verkleint sterkte, hardheid en
uithardingstijd.
- Koper 3-6%: vergroot hardheid, sterkte expansie en dofheid verkleint kruip
- Zink 0-2% : vergroot plasticiteit amalgaam
+ Kwik = amalgaam

74
Q

Wat is de geschiedenis van restauratie materiaal (4)

A
  • Eerst was het in het oude China een zilverpasta
  • Rond 1700 verwijdering carieus weefsel en vullen met lood- of tinfolie (lood —> plomberen)
  • Rond 1800 vijlsel van zilveren munten + kwik
  • 1896 verbeteringen door Black
75
Q

Op welke manier wordt amalgaam verwerkt? (5)

A
  • Condenseren = verdichten: door goed aandrukken
  • mengsel wordt in caviteit samengeperst, aandrukken in lijnhoeken en punthoeken, adaptatie tegen wanden
  • overmaat kwik wordt omhoog geperst
  • laagjes van 1 mm
  • caviteit ruim overvullen, overtollig kwik wordt dan door het bijsnijden en modelleren verwijderd
76
Q

Waarmee dient rekening te worden gehouden wanneer er met amalgaam wordt gewerkt? (3)

A
  • Voorwaarden preparatie en matrix (NB! amalgaam hecht niet aan tandweefsel)
  • Corrosie randspleet (selfsealing), expansie, kruip (creep, flow), fractuur restauratie (isthmus, rand
    (ditching)) en fractuur knobbels
  • Werken met amalgaam? Rubberdam, amalgaamafscheider
77
Q

Waarmee moet naast een rubberdam bij amalgaam worden gewerkt?

A

Met een amalgaamafscheider

78
Q

Wat houdt corrosie bij amalgaam in?

A

aantasting van metalen door elektrochemische reacties lost het probleem van randspleet op

79
Q

Wat is kruip van amalgaam precies?

A

de blijvende vervorming van een materiaal dat gedurende langere tijd belast is

80
Q

Welk materiaal kan er bij een klasse 4 in het front worden gebruikt?

A

Composiet

81
Q

Wat zijn 7 stappen bij kroon- en brugwerk?

A
  1. Diagnose
  2. Afdrukken maken
  3. Occlusie en articulatie in kaart brengen
  4. Materiaalkeuze
  5. Preparatie
  6. Techniekwerk
  7. Passen & plaatsen
82
Q

Waarvan is de behandelbeslissing afhankelijk?

A

van resterend weefsel element en patiënt (wensen, financiële mogelijkheden, mondgezondheid

83
Q

Er is een nieuwe patiënt, wat doe je? (3)

A
  • Anamnese afnemen: o.a. opsporen risicofactoren en indicatoren
  • Intra-oraal onderzoek (o.a. cariesdetectie)
  • Opstellen persoonlijk preventieplan
84
Q

Wanneer aanvullend advies op basisadvies?

A

Als cariesactiveit actief blijft (nieuwe /
voortschrijdende laesies) —> aanvullend advies cariespreventie

85
Q

Hoe kan erosieve-gebitsslijtage ontstaan? (3)

A
  • Intrinsieke zuren
  • Extrinsieke zuren
  • Eet- en drinkgewoonten
86
Q

Benoem nog een aantal kenmerken van FOTI en QLF (4)

A
  • Minder betrouwbaar dan visueel-tactiel
  • FOTI: glazuurlaesies worden minder goed gedetecteerd (gebruik bij dentine)
  • QLF: dentinelaesies worden minder goed gedetecteerd (gebruik bij glazuur)
  • Algemeen: meer cariesdetectiemetboden maken je waarneming niet betrouwbaard
87
Q

Wanneer operatief ingrijpen? (5)

A
  • Om plaque verwijderen/mhg mogelijk te maken
  • Progressie in dentine, pulpagevaar
  • Klachten
  • Esthetiek
  • Herstel van functie
88
Q

Wat kan er gebeuren wanneer de glazuur-dentinegrens niet volledig schoon is?

A

Er kan makkelijker secundaire cariës ontstaan

89
Q

Waarom mag er centraal carieusweefsel achterblijven?

A

Het gaat erom dat het cariësproces tot stilstand wordt gebracht. Dit kan door de caviteit af te sluiten zodat er geen voeding voor de bacteriën (en zuurstof) meer bij kan komen. Dit dient goed de worden gedaan: The seal is the deal

Tot op hard is overbehandeling

90
Q

Wat is het doel van etsen en bij welk weefsel (glazuur/dentine) wordt het toegepast?

A

Etsputten glazuur, weghalen smeerlaag, verhogen
retentie van het oppervlak. Zowel bij glazuur als dentine

91
Q

Wat is het doel/effect van primen en bij welk weefsel (glazuur/dentine) wordt het toegepast?

A

De primer zorgt voor verbinding tussen de hydrofiele onderlaag van het dentineoppervlak en de hydrofobe composieten.

Toepassing: voornamelijk relevant voor dentine omdat door het etsen de collageenvezels zijn neergeslagen. De primer zorgt ervoor dat deze vezels zich weer oprichten (hydrofiel effect primer)

92
Q

Wat is de zuurstofinhibitielaag?

A

Het bovenste laagje van de bonding die iets vloeibaar blijft (hardt niet volledig uit) omdat dit in aanraking komt met zuurstof. Het is een soort laagje tussen composiet en bonding.

93
Q

Hoe gaat etsen precies in zijn werking? (4)

A
  1. Met fosforzuur (38%, 20 seconden)
  2. Ets eerst glazuur, daarna dentine
  3. Spoelen 20 sec
  4. Droogblazen
94
Q

Hoe gaat primen precies in zijn werking? (3)

A
  1. Primer aanbrengen (15 seconden
  2. Penselende bewegingen maken = soort van inborstelen)
  3. Licht uitblazen (5 seconden)
    NB! Niet spoelen of uitharden
95
Q

Hoe gaat bonden precies in zijn werking? (3)

A
  1. Dun laagje aanbrengen (15 seconden)
  2. Licht uitblazen (niet spoelen)
  3. Polymeriseren (20 seconden) (uitharden)
96
Q

Wat doet bonding precies? (2)

A
  • Bonding kruipt in de etsputten van het glazuur en tussen de opgerichte collageenvezels van het dentine
  • Bovenste laag hardt niet uit = zuurstofinhibitielaagje, hieraan hecht de composiet
97
Q

In combinatie met welk adhesiefsysteem wordt er met compomeer gewerkt?

A

Wordt met name in de kthk toegepast i.c.m
zelfetsende primer (restauratie melkmolaren)

98
Q

Welke zelfetsende adhesieven zijn er?

A

1 (alles in één=etsen+primen+bonden) of 2 stappen (etsen+primen, bonden)

99
Q

Welke Ets- en spoeladhesieven (etch and rinse) zijn er?

A

2 (etsen en primen+bonden) of 3 stappen (etsen, primen, bonden) > 3 stappen voorkeur!

100
Q

Wat vergroten en verkleinen de volgende bestanddelen van amalgaam?
* Zilver
* Tin
* Koper
* Zink

A
  • vergroot: sterkte, expansie
  • verkleint: kruip
  • vergroot: kruip, contractie, corrosie
  • verkleint: sterkte, hardheid, uithardingstijd
  • vergroot: hardheid, sterkte, expansie, dofheid
  • verkleint: kruip
  • vergroot: plasticiteit amalgaam
101
Q

Wat kan je zeggen over het samenspel van de verschillende factoren die cariës kunnen veroorzaken?

A

Dit is bij iedere patiënt anders (samenstelling speeksel, plaque opbouw)

102
Q

Je wil dat behandeling van een laesie bewezen effectief is. Hoe doe je dat?

A

Door bewezen effectiviteit wat ingedeeld is in A, B en C door Ivoren Kruis: evidence based

103
Q

Waar kan het aan liggen dat poetsen lastig is? (3)

A
  1. Orthodontie
  2. Veranderingen in leven
  3. Bij ouderen: verschillende medicatie (droge mond), motoriek, veranderingen eetgedrag (smaakbeleving anders, meer zoet en zout)
104
Q

Wanneer is de mondvloeistof oververzadigd met ionen?

A

In rust: neutrale pH

105
Q

Wat is de basis voor cariëspreventie?

A

Het Basisadvies cariëspreventie (eventueel aanvullend)

106
Q

Wat is het voordeel van fructose (fruitsuiker) boven sucrose?

A

Het os makkelijker weg te spoelen (grotere clearance rate) + meer verzadigd gevoel

107
Q

Waar gaat positieve gezondheid van uit?

A

Functioneren, veerkracht, eigen regie

108
Q

Wat os echt noodzakelijk bij het behandel plan?

A

Een individuele benadering

109
Q

Waarom moet je alert zijn bij doorbrekende elementen?

A

Weten dat ze er zitten (anders ga je er voorbij), lastig schoon te houden

110
Q

Wanneer verwijderen je geen carieus weefsel? (3)

A
  1. Als het arrested is
  2. Als het schoon te houden is
  3. Als het een glazuurlaesie betreft
111
Q

Waarom wordt er bij een matig diepe laesie tot stevig verwijderd?

A

Omdat er anders onvoldoende bulk is voor het restauratiemateriaal

112
Q

Wanneer ben je er zeker van dat je NRCT kan uitvoeren

A

Als je weet dat de ouders voldoende betrokken en gemotiveerd zijn om ervoor te zorgen dat de mondhygiëne van het kind verbetert (is dit niet het geval, dan zoek je naar een andere methode)

113
Q

Waarom zou je ART kunnen toepassen in NL?

A

Als kinderen niet tegen het geluid van de boor kunnen

114
Q

Hall-kroon =

A

The seal is the seal = afsluiten van buitenwereld

115
Q

Waarbij wordt de hall-kroon gebruikt?

A
  1. Uitgebreide dentine laesies
  2. Laesies in twee of meer vlakken
116
Q

Waarom grijpen we invasief in?

A

Om mhg mogelijk te maken, maar afhankelijk risico patiënt + grootte, locatie en activiteit

117
Q

Wanneer heb je meer kans op fout-positieve uitslagen?

A

Wanneer je meerdere detectiemethodes gebruikt: beperk tot 2

118
Q

Waarom is het zo belangrijk om vroege laesies te detecteren?

A

Zodat je meer tijd hebt om het proces te beïnvloeden

119
Q

Waarom geven we (radiolucenties) een score voor diepte?

A

Om de progressie te monitoren en voor de beslissing om invasief in te grijpen

120
Q

Wat gebeurt er als de buffercapaciteit van een voedingsmiddel hoog is?

A

Het is lastiger voor het speeksel om het te neutraliseren

121
Q

Wanneer heb je meer kans op fracturen van het element?

A

Als de restauratie groot is (niet in restauratiecyclus komen is beter)

122
Q

Moeten restauraties vaker worden vervangen in het front of de molaarstreek waarom en wat is hiervan het effect?

A

In het front, vanwege verkleuringen van voeding/dranken. Dit houdt in dat er telkens gezond weefsel opgeofferd dient te worden bij vervanging

123
Q

Waarom bij voorkeur restauraties repareren

A

Weefselbesparing

124
Q

Is een brug altijd handig?

A

Nee, er zijn namelijk pijler elementen nodig die beslepen moeten worden: opoffering gezond weefsel (liever implantaat)

125
Q

Voorkeur plaat of frame prothese?

A

Frame:

Bij plaat rust de behuizing meer op de mucose wat niet goed is (bij goede mhg minder probleem)

126
Q

Welk composiet gebruik je in het front?

A

Microfijn; esthetisch

127
Q

Waar gebruik je een flowable?

A

als het net te diep is voor een sealant en er te weinig bulk is voor composiet (ondiepe laesies)

128
Q

Welke twee soorten GIC zijn er?

A
  1. Chemisch hardend: zuur-base-reactie
  2. Lichtuithardend: kunststof gemodifceerd
129
Q

Hoe werkt lichtuithardend GIC?

A

Snel verloopt van polymerisatiereactie en langzaam verloopt zuur-base-reactie

(gebruik conditioner (ets) aanbevolen)

130
Q

Waarom GIC bij wortel cariës/cervicaal?

A

Lastig droog te houden

131
Q

Amalgaam is op röntgenfoto’s vaak meer radio-opaak (wit). Waaraan kon je nog meer zien dat het om amalgaam gaat?

A

Aan de vorm preparatie; moet namelijk aan het materiaal voldoen (vaak rechtere hoeken)

Dat is macro-mechanische hechting
Bij composiet dus niet vanwege de micro-mechanische hechting

132
Q

Hoe kan je het verschil tussen composiet en GIC op röntgenfoto’s zien?

A

Afhankelijk van de composiet of GIC soort

133
Q

Met werk principe voor straling(bescherming) houdt je rekening?

A

ALARP (as low as reasonably practicable, ‘zo laag als redelijkerwijze uitvoerbaar is’)

134
Q

Wat als er een strakke donkere lijn onder een restauratie zit op een röntgenfoto?

A

Wellicht een laagje bonding (cariës kan het niet zijn, heeft een andere vorm)

135
Q

Waarom zie je vaak tussen het glazuur en dentine een zwart randje?

A

Dit komt doordat het twee verschillende materialen zijn die anders zijn opgebouwd. De straling gaat dan anders

136
Q

Is composiet hydrofoob of hydrofiel?

A

Hydrofoob

137
Q

Is de onderlaag van het dentineoppervlak hydrofiel of hydrofoob?

A

Hydrofiel