4. Behandeling van cariëslaesies Flashcards

1
Q

Welke methode wordt gebruikt bij CTM bij kinderen 0-18 jaar?

A

Gewoon gaaf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke risicocriteria kent “gewoon gaaf”? (4)

A
  • Motivatie en betrokkenheid van ouder en patiënt (afgemeten aan mondhygiëne en het volgen van het basisadvies)
  • Cariësontwikkeling/-progressie
  • Elementen in doorbraak?
  • Cariësprogressie bij elementen in doorbraak?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat moet je elke PMO doen?

A

Checken of het cariësrisico nog klopt. De patiënten veranderen (nieuwe baan, kind gekregen, etc. > verandering cariësrisico!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke patiënten hebben een verhoogd cariës-risico? (4)

A
  • De patiënt is jonger dan 22 of ouder dan 65.
    Bij de patiënt is het afgelopen jaar 1 nieuwe of actieve cariëslaesies geconstateerd.
  • De patiënt poetst minder dan 2x per dag met fluoride tandpasta.
  • De patiënt is gediagnosticeerd met het syndroom van Sjögren, krijgt chemotherapie of wordt bestraald in het hoofd-hals gebied.
  • De patiënt gebruikt chronische medicatie welke een droge mond kunnen veroorzaken of gebruikt meer dan 5 verschillende soorten medicijnen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke protocollen op CTM? (5)

A
  • Bepaling cariësrisico en PMO-interval
  • Preventieplan
  • Cariësdetectie (klinisch) en
    behandelbeslissing
  • Cariësdetectie (röntgen) en
    behandelbeslissing
  • Excavaren carieus weefsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar staat ICCMS voor?

A

International Caries Classificitation and Management System.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Carieus weefsel, verwijderen? (3)

A

Kan, hoeft niet altijd. Maar kan ook d.m.v..:
- Stapsgewijze verwijdering: om pulpa te beschermen, cariës kan namelijk stil gaan staan; Doen we niet meer!
- Selectieve verwijdering: gedeeltelijk verwijderen van carieus weefsel; centraal carieus weefsel achterlaten.
- Niet-selectieve (= volledige) verwijdering (perifeer: altijd noodzakelijk, centraal? Dan overbehandeling).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn kenmerken van carieus dentine?

A
  • Zacht
  • Leerachtig
  • Stevig: biedt weerstand tegen hand excavator
    · Tot hoever excaveren? Perifeer altijd tot hard dentine, centraal afh van diepte laesie, maar nooit tot hard (= overbehandeling)
  • Hard: vergelijkbaar met gezond dentine, krassend geluid sonde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Tot hoever moet worden geëxcaveerd?

A

Perifeer altijd tot hard dentine. Centraal afhankelijk van diepte laesie, maar nooit tot hard (= overbehandeling).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Een methode om cariës te behandelen is NRCT. Wat houdt deze methode in?

A

Ook wel slicen genoemd. Het is gebaseerd op de gedachte dat niet het geïnfecteerde dentine de drijvende kracht is achter het cariësproces, maar de tandplaque die zich op het laesieoppervlak bevindt.
- Verwijderen van tandplaque > vertraging of stilstand van cariësproces.
- Carieuze laesie wordt toegankelijk gemaakt.
- M.n. toegepast bij kinderen, om zodoende het carieuze element tot de wisseling te behouden zonder over te moeten gaan tot invasief ingrijpen of extractie. Ook toegepast bij wortelcariës!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Een methode om cariës te behandelen is ART. Wat houdt deze methode in?

A

Cariës uitsluitend m.b.v. handinstrumenten verwijderen, waarna het element zonder verdere preparatie wordt gevuld (glasionomeercement). Dit hecht aan dentine en glazuur en bevat de eigenschap F-ionen af te geven.
- Met name effectief in gebieden waar omstandigheden van adequate tandheelkundige behandeling verre van optimaal is (ontwikkelingslanden).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Een methode om cariës te behandelen is de Hall-technique. Wat houdt deze methode in?

A

Carieuze tijdelijke elementen zonder enige vorm van cariësverandering worden voorzien van een voorgevormde metalen kroon gevuld met een glasionomeercement (F-ionen afgeven).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Een methode om cariës te behandelen is m.b.v. een sealant. Wat houdt de methode in?

A

Een fissuurlak die in de fissuur of op het carieuze approximale vlak (tussen elementen) wordt geappliceerd na reiniging en voorbewerking. De laesie wordt afgedicht met een kunststof of glasionomeercement, waardoor accumulatie van plaque wordt voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke behandelmethode wordt gebruikt bij tot matig diepe laesies?

A

Selectieve verwijdering tot leerachtig of stevig dentine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke behandelmethode wordt gebruikt bij diepe laesies?

A

Selectieve verwijdering tot zacht dentine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Tot waar moet je perifeer reinigen?

A

Altijd tot op hard dentine tot in ieder geval 1 mm onder de glazuurdentinegrens.

17
Q

Wat te doen bij glazuurlaesies?

A

Bij glazuurlaesies ga je altijd preventief te werk d.m.v. motivational interviewing en rekening houdend met omstandigheden/mogelijkheden van de patiënt.

(aanvullend) advies cariëspreventie
– (aanvullend) advies mondhygiëne
– (aanvullend) advies fluoride
– (aanvullend) advies voeding

18
Q

Wat doe je als de laesie in het buitenste 1/3 van het dentine zit? (approximaal, occlusaal) (3)

A
  • Goed schoon te houden? > (aanvullend) advies cariëspreventie, bijslijpen nodig/mogelijk voor goede mhg?
  • Approximaal? Ja, preventief en invasief; nee, alleen preventief. Cavitatie hier is niet goed schoon te houden.
  • Occlusaal: sealant gewenst?
19
Q

Wat doe je als de laesie in het middelste 1/3 van het dentine zit? (approximaal, oclusaal) (3)

A
  • Approximaal: meestal preventief en invasief
  • Occlusaal: sealant/restauratie > goede afsluiting essentieel
  • Excaveren: perifeer tot hard, centraal tot leerachtig/stevig
20
Q

Wat doe je als de laesie in het binnenste 1/3 van het dentine zit? (approximaal, occlusaal) (3)

A
  • Approximaal: preventief en invasief
  • Occlusaal: sealant/restauratie: goede afsluiting essentieel
  • Excaveren: perifeer tot hard, centraal tot zacht (bescherming van pulpa essentieel!! NB! Diepe cariesprotocol)
21
Q

Wanneer ga je invasief ingrijpen? (4)

A
  • Om mhg mogelijk te maken
  • Afh. van grootte, activiteit en locatie laesie
  • Afh. van risicofactoren patiënt
  • Invasief ingrijpen? Dan ook altijd een persoonlijk preventieplan
22
Q

Restaureren? Juist excaveren

A

Perifeer: tot hard dentine iig 1 mm onder de gdg
Centraal: afh van leasiediepte, maar nooit tot hard

23
Q

Wat is NRCT en waarom wordt deze methode gebruikt?

A

Dit is slicen. Hierbij wordt carieus weefsel weggeslepen waardoor betere mhg wordt mogelijk gemaakt. Bewustwording ouders en kind

24
Q

Wat is de behandeling bij ICDAS 0?

A

Basisadvies cariëspreventie (BC)

25
Q

Wat is de behandeling bij ICDAS 1, 2

A

Basisadvies cariëspreventie / fluoridevernis (FV)

26
Q

Wat is de behandeling bij ICDAS 3

A

BC / FV / sealant

27
Q

Wat is de behandeling bij ICDAS 4

A

BC / FV / sealant / restauratie

28
Q

Wat is de behandeling bij ICDAS 5, 6

A

BC / NRCT (slicen; het reinigbaar maken van de
cariëslaesie) / Hall-kroon / restauratie / RVS-kroon

29
Q

Klinisch onderzoek is slechts een deel voor de behandelbeslissing. Welke factoren zijn medebepalend?

A

Bevindingen van anamnese, röntgenologische detectie van cariëslaesies, reinigbaarheid van de laesie en het cariësrisico

30
Q

Wat valt er onder micro-invasief?

A

Sealants, slicen

31
Q

Wat valt er onder non-invasief

A

BC, lak

32
Q

Op grond van alleen een klinisch onderzoek kan slechts ten dele een behandelbeslissing worden genomen. Welke onderdelen zijn medebepalend?

A

Bevindingen van anamnese, röntgenologische detectie van cariëslaesies, reinigbaarheid van de laesie en het cariësrisico