Routines Flashcards

1
Q

Mentaal plan–> routine

A

Mentaal plan
= opeenvolging van geïndividualiseerde strategieën om vaardigheden te ontwikkelen/ activeren
Routine
= doorgedreven info automatisatie mentaal plan totdat sporter routine mentaal+ lichamelijk snel kan activeren om prestatie te optimaliseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Routine

A

Wedstrijdvoorbereiding routine
= reeks taakrelevante gedachten/ acties die atleet systematisch onderneemt voorafgaand aan hun uitvoering van specifieke sportvaardigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Voordelen

A
  • activeert flow mindset
  • verbetert kwaliteit van prestatie
  • verhoogt consistentie
  • verbetert omgaan met tegenslag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Onderscheid bewaken uitleg

A

routine
- vast structuur in patroon denken/ handelen
- functionele bijdrage prestatie
- onder controle sporter
Bijgeloof
- risico= afgeven controle–> afhankelijk externe factor
- focus op niet functionele aspecten
Compulsie
- oncontroleerbare controle drang –> gebrek aan flexibiliteit
—> prestatiedaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

4 Routines

A
  1. Voorbereiding
  2. prestatie
  3. herstel
  4. afsluiting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Voorbereidingsroutine

A

Integreren lichamelijke en mentale opwarming
Rekening met Murphy:
- basisplan= ideale omstandigheden
- Back up plan= snelle aanpassing omstandigheden
Ruimer dan opwarming
- ochtend, avond, voordien, week voordien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Placebo’s ?

A

ketonen, ijsbad, cafeïne, massages
- Gevoel dat dit bijdraagt tot herstel of betere prestatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

snelle activatie van een routine

A

gebruik van:
- Triggers: markering van start van een routine
releases: symbolisch gedrag voor loslaten
Cue: woorden of korte uitspraken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

aandachtspunten

A
  • personalisatie essentieel
  • goede routine = flexbiele routine
    –> dwangbuis geeft feen zelfcontrole
    –> vermijd going through motions
    –> levend ifv nieuwe zelfinzichten+ vaardigheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voorbereiding routine

A

Technieken ifv activatie van mentale vaardigheden
integreer lichamelijk/ mentale opwarming
–> timing goed afstemmen–> vertrek vanuit lichamelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Prestatie routine

A

specificiteit sportdiscipline
- marathon, wielerwedstrijd, turnen
- Golf, boogschieten, serveren
- voetbal vechtsport
Voorhand oplossing voor voorkomende uitdagingen
Marathon bv: dit gaat pijn doen
Bv golf verplaatsing
bv Badminton je mist een belangrijk punt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Prestatie routines in races en routine

A

kenmerken
- vastaande opdrachten gelijkwaardig wedstrijd
- systematiscch plan
aanpak
- betekenisvolle onderdelen
- doelen stellen actieplannen per onderdeel
- back up plan voorspelbare/ voorkomende uitdagingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Pr in self paced task sports

A

KENMERKEN
sporter bepaalt zelf tempo
- herhaling zelfde of gelijk aardige beweging
- Bv: boogschieten, golf
AANPAK
- voorberedingsroutine flow automatisatie activeren
- back up voorspelbare verstoring ( vertraging slecht weer bv)
- routines tussendoor
3 O = Ontladen- Ontspannen- Opladen
4 R = React- Reflect- Refocus Ready

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

PR Interactieve sporten

A

Kenmerken
- spelvereisten veranderen
- Bv: tennis, basketbal, boksen
Aanpak
- identificeer belangrijke situaties
- doelen en actieplannen per situatie + bijhorende cues
- regelmatig zelfcheck en bijsturing
- back up plan typische moeilijkheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Herstel routine

A

5 stappen plan
1. Fysieke trigger routine op te starten
2. Bijsturen spanningsniveau
3. Bijstellen doelen ifv nieuwe realiteit
4. Spreek jezelf moed in en stress uit
5. Verbeeld je nieuwe succes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Afsluiting routine

A

fysiek
- cooling down
- recuperatievoeding
Mentaal
- evaluatie: leren loslaten
- coach je omgeving

17
Q

Attributietheorie

A

Resultaat wordt toegeschreven:
3 assen:
- intern vs extern
- stabiel vs onstabiel
- controleerbaar vs oncontroleerbaar