Ronde 2 Flashcards
Narcolepsie
Verstoring van de REM-slaap, waardoor overdag plotselinge REM-slaap optreedt, die meestal gepaard gaat met cataplexie.
Geheel-lerenmethode
Mnemoniek waarbij je het materiaal eerst ‘als geheel’ benadert, zodat je je een globale indruk vormt van de betekenis. Later kun je de details aan die algemene indruk ‘ophangen’.
Behoeftehiërarchie
Maslow
Selffulfilling prophecy
Gedrag dat of observaties die worden veroorzaakt door verwachtingen.
Mnemoniek
Techniek om het geheugen te verbeteren, in het bijzonder door verbindingen te leggen tussen nieuw materiaal en informatie die al in het langetermijngeheugen ligt opgeslagen.
Expliciete herinnering
Een herinnering die met aandacht verwerkt is en bewust kan worden teruggehaald.
Negatieve straf
Het weghalen van een aantrekkelijke stimulus na een respons.
Kalmerend middel
Drug die de psychische en lichamelijke activiteit afremt of vertraagt doordat deze het transport van zenuwimpulsen in het centrale zenuwstelsel belemmert.
ZDT
Deci & Ryan
competentie
verbondenheid
autonomie
De tendens van het lichaam om lichaamswaarden op een bepaald niveau te handhaven.
Grond
Dat deel van een patroon dat geen aandacht trekt; de achtergrond.
Perceptuele blindheid
Waarnemingsfout die plaatsvindt omdat het mensen vanwege selectieve aandacht niet lukt om iets waar te nemen; hun aandacht is er niet op gericht, of ze verwachten het niet.
Timbre
Sensorisch kenmerk van geluid. Het timbre wordt bepaald door de complexiteit van de golf (combinatie van zuivere tonen).
Olfactie
Reuk
Structuralisme
Willem Wundt
Historische stroming binnen de psychologie die de basisstructuren van de geest en de gedachten trachtte te ontrafelen. Structuralisten zochten de ‘elementen’ van de bewuste ervaring.
Wederzijds (reciproque) determinisme
Het proces waarbij de persoon, de situatie en de omgeving elkaar wederzijds beïnvloeden.
Blindzicht
Het vermogen om voorwerpen te lokaliseren ondanks schade aan het visuele systeem, waardoor iemand voorwerpen die hij niet kan zien toch kan identificeren. Onderzoekers denken dat er bij blindzicht sprake is van onbewuste visuele verwerking in de waar-route.
Impliciete herinnering
Een herinnering die niet met opzet of bewust in het geheugen geprent is.