Regulatie ademhaling Flashcards
Dyspneu
ademnood
Apneu
ademstilstand
Apneusis
lange diepe inademing, korte uitademing
Cheyne Stokes
Teugvolume neemt toe, steeds dieper inademen, geforceerder uitademen. Dan neemt teugvolume weer af, en volgt een periode van apneu. Vaak door hersenschade of COvergiftiging
Cluster ademhaling
Teugvolume blijft hetzelfde, maar hoog frequente in- en uitademing, gevolgd door apneu, dan weer cluster. Vaak door CVA
Regelsysteem stuurt 2 grootheden
ademhalingsdiepte en ademhalingsfrequentie
Regelsysteem reageert op
Hypoxie (O2 tekort), Acidose (te snel) en Alkalose (te korte ademhaling)
Glomuscellen
meten pCO2 en pO2, ook gevoelig pH. Aortaboog afferenten via n. Vagus. A. carotis afferenten via n. Glossopharyngeus
Reactie glomuscellen respiratoire acidose
reageert snel op afname O2 -> in membraan zorgen mechanismen dat er minder K+ uit de cel stroomt -> celmembraanspanning positiever -> bij drempeloverschrijving depolarisatie -> influx Ca2+ -> vrijkomen neurotransmitters -> actiepot. naar hersenen
Centrale chemosensoren
voornamelijk gevoelig voor pCO2 en pH, vormen bij normale bloed-gas waarden de primaire feedback controle
Reactie centrale chemosensoren
CO2 kan de barrière tussen endotheel en chemoreceptor overbruggen, HCO3- en H+ niet: meer pCO2 -> meer in extracell. vloeistof waar zenuwuiteinden zitten -> actie
Neurotransmitters bij acidose
Serotonine kunnen het systeem activeren, GABA zorgt voor inhibitie.
CPG
2 gebieden in hersenstam waar kernen zitten die bijdragen aan het activeren vh ventilatiesysteem: medulla & pons.
Medulla
regelt ritme ademhaling: pacemaker. DRG -> inspiratie, vooral diafragma aansturen. VRG-> inspiratie &expiratie, spieren tussen ribben & in abdomen
Pons
verfijning ademhaling: hoesten en praten