Longvolumes Flashcards
1
Q
VT
A
VT= teugvolume
2
Q
Dynamische longvolumes
FEV1
FVC
A
FEV1=hoeveelheid er in de 1e sec na diepe inademing uitgeblazen kan worden
FVC=geforceerde vitale capaciteit
3
Q
FRC-ERV=
A
RV
4
Q
RV+VC=
A
TLC
5
Q
Gevolg FVC
A
Bij uitademen worden de luchtwegen beetje dicht gedrukt door + druk en diafragma
6
Q
Voordelen flow-volumecurve (3x)
A
- stroomsterkte betere maat voor opsporen luchtwegweerstand
- fouten tijdens blazen gemakkelijker te zien
- karakteristieke patronen herkennen ziektebeelden
7
Q
Goed geblazen als:
A
- scherpe enkele piek
- flow loopt geleidelijk af naar 0
- zonder artefacten
8
Q
ERV
A
Expiratoir reservevolume
9
Q
RV
A
Residuale volume
10
Q
FRC
A
Functionele residuale capaciteit
11
Q
TLC
A
Totale longcapaciteit
12
Q
IVC
A
Inspiratoire vitale capaciteit