Regionale taalvariatie Flashcards

1
Q

Isoglosse of isofoon

A

Kleine, systematische taalverschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Tussentaal

A

( = Verkavelingsvlaams of omgevingstaal ) taal tussen dialect en AN

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Taalunie

A

Waakhond van het Nederlands

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Standaardtaal

A

( = Algemeen Nederlands, Standaardnederlands ) De taalvariant die we als correct beschouwen in zinsbouw, uitspraak, woordenschat, spelling en woordvorming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly