Bijzondere syntactische structuren + Taal, denken en cultuur Flashcards
1
Q
Staande uitdrukking
A
Vaste uitdrukking
2
Q
Eigen fabricaat
A
Zelfgemaakt
3
Q
Importwoord
A
Een leenwoord
4
Q
Purist
A
Iemand die geen leenwoorden tolereer
Zuiveraar van taal
5
Q
Idioom
A
Eigenaardigheid van een taal
6
Q
Lacune
A
Leegte
7
Q
Kneuterigheid
A
Gezelligheid
8
Q
Schertsend
A
Spottend
9
Q
Geringschattend
A
Minachtend
10
Q
De Sapir-Whorf-hypothese
A
De Sapir-Whorf-hypothese houd in dat de cultuur van een taalgemeenschap de taal bepaalt en andersom. De taal beïnvloedt het wereldbeeld van het individu.
11
Q
Duchtig
A
Grondig
12
Q
De gemoederen
A
Emoties
13
Q
Befaamd
A
Gekend
14
Q
Dierbaar
A
Iets waar men waarde aan hecht
15
Q
De notie
A
De kennis