Recht h9 Flashcards
Actief kiesrecht
Recht om stem op iemand uit te brengen, waardoor deze als gevolg van verkiezingen binnen het staatsapparaat kan worden opgenomen.
Afspiegelingscollege
Wijze waarop GS (of College van B&W) zijn samengesteld, namelijk verhoudingsgewijs ten opzichte van de politieke verhoudingen binnen PS (of Gemeenteraad).
Algemene maatregel van bestuur
Regel afkomstig van de regering. AMvB’s kunnen zowel krachtens attributie als delegatie worden uitgevaardigd. In het eerste geval zijn sancties niet mogelijk.
Attributie
Rechtstreeks toekenning van (onder meer) wetgevende bevoegdheden aan staatsorganen.
Autonomie
Bevoegdheid om regels te stellen met betrekking tot de eigen huishouding (openbare zaken die betrekking hebben op de provincie of gemeente).
Budgetrecht
Recht van Staten-Generaal om wijzigingen in de begroting van een bepaald departement aan te brengen. Het kan zover gaan dat de totale begroting wordt verworpen.
Burgemeester
Voorzitter van de gemeenteraad en van het college van B en W. Wordt benoemd door de regering, waarbij de gemeenteraad een belangrijke rol speelt.
College van burgemeester en wethouders
Dagelijks bestuur van de gemeente, waarvan wethouders door de leden van de gemeenteraad worden gekozen.
Commissaris van de Koning
Voorzitter van GS en PS die wordt benoemd door de regering (waarbij PS een belangrijke rol spelen).
Decentralisatie
Verschijnsel waarbij staatsmacht niet bij 1 centrale overheid geconcentreerd is, maar waarbij ook lagere overheden toegang tot deze staatsmacht hebben.
Delegatie
Overdracht van een (wetgevende) bevoegdheid door een staatsorgaan aan een ander orgaan. Dit andere orgaan oefent de bevoegdheid op eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid uit.
Demissionair kabinet
Kabinet dat na de verkiezingen in oude samenstelling blijft doorregeren totdat het nieuwe kabinet is samengesteld. Alleen lopende zaken worden afgewikkeld.
Districtenstelsel
Manier waarop de leden van een vertegenwoordigend orgaan worden gekozen. Daarbij wordt het land in zoveel districten verdeeld als er zetels zijn weggegeven. Per district wordt 1 persoon afgevaardigd.
Eenheidsstaat
Staatsvorm waarbij er meerdere overheden naast de centrale overheid zijn, maar de centrale overheid kan altijd bevoegdheden van lagere overheden afnemen en er wordt controle uitgevoerd over de lagere overheden.
Dualistisch stelsel
Stelsel waarbij het democratisch gekozen orgaan losstaat van het bestuursorgaan en dit laatste controleert en ter verantwoording roept. Niet alleen landelijk, ook bij provincies en gemeenten.
Formateur
Persoon die, eventueel na voorwerk van een verkenner of informateur, concreet vorm gaat geven aan het kabinet. In samenwerking met de toekomstige minister president en de fractievoorzitters van de partijen die in het kabinet zullen gaan samenwerken.
Fractie
Kamerleden tezamen die namens een bepaalde politieke partij zitting hebben in de Staten- Generaal.
Functionele spreiding van staatsmacht
Vorm van decentralisatie met lagere overheden die staatsmacht bezitten met betrekking tot een specifieke taak, zonder gebondenheid aan een bepaald stuk grond.
Gedeputeerde Staten
Dagelijks bestuur van de provincie, gekozen door de PS.
Gemeenteraad
Gemeentelijk orgaan dat via verkiezingen door de inwoners van de gemeente wordt samengesteld. Gemeentelijke wetgever.
Grondwet
Basisdocument voor de inrichting van de staat binnen een bepaalde samenleving zoals de Nederlandse.
Informateur
Persoon die na afloop van de verkiezingen onderzoekt welke reële mogelijkheden er zijn tot de vorming van een nieuw kabinet.
Medebewind
Van hogerhand opgelegde plicht om een bepaald onderwerp binnen bepaalde grenzen te regelen.
Meerderheidscollege
Wijze waarop GS (of college van B en W) zijn samengesteld, namelijk op basis van in PS (of gemeenteraad) vertegenwoordigde politieke partijen, die samen de meerderheid van het aantal te verdelen zetels hebben.