Recht h1 Flashcards
Aanvullend recht
Recht waarvan burgers mogen afwijken, geldt alleen wanneer partijen niets over de betreffende inhoud hebben afgesproken.
A-contrarioredenering
Redenering waarbij de rechter ervan uitgaat dat een bepaalde rechtsregel niet van toepassing is. Omdat die regel uitsluitend is geschreven voor de gevallen die uitdrukkelijk in de regel worden benoemd.
Bestuursrecht
Recht dat betrekking heeft op de mogelijkheden van de overheid (wetgever) om het maatschappelijk leven te regelen.
Burgerlijk / civiel / privaat recht (4 gebieden)
- Personen- en familierecht
- Vermogensrecht
- Ondernemingsrecht
- Burgerlijk procesrecht
Dwingend recht
Recht waarvan burgers niet mogen afwijken.
Formeel recht
Procesrecht, het heeft betrekking op het recht van procederen en de regels daarbij. (Welke rechter, welke manier van procederen, welke termijnen)
Gewoonterecht
Ongeschreven recht dat geldt omdat er door een groep inwoners van een bepaalde regio van het land steeds naar wordt gehandeld. Deze groep ziet het als een rechtsplicht om deze gewoonteregels op te volgen.
Interpretatiemethode (7)
Hulpmiddel dat de rechter kan gebruiken om een vaag zinsdeel uit te leggen.
1. Grammaticale interpretatiemethode
2. Wetshistorische interpretatiemethode
3. Anticiperende interpretatiemethode
4. Rechtsvergelijkende interpretatiemethode
5. Systematische interpretatiemethode
6. Teleologische interpretatiemethode
7. Overige interpretatiemethoden (privaatrecht: precedenteninterpretatie en interpretatie naar redelijkheid en billijkheid)
Grammaticale interpretatiemethode
Bij de uitleg van een woord sluit de rechter zich aan bij de betekenis die het heeft in het alledaagse spraakgebruik (voorbeeld; parkieten en pluimvee).
Wetshistorische interpretatiemethode
De rechter beroept zich op een passage uit de parlementaire geschiedenis van de betreffende wet (voorbeeld; studenten beurzen achteraf betalen).
Anticiperende interpretatiemethode
De rechter baseert zich op toekomstig recht (bijna-recht), dat heel waarschijnlijk goedgekeurd zal worden door het parlement.
Rechtsvergelijkende interpretatiemethode
De rechter verwijst naar een vergelijkbare buitenlandse wet, waarmee hetzelfde wordt geregeld, om een woord uit te leggen.
Systematische interpretatiemethode
De rechter legt een woord of zinsdeel uit aan de hand van de regeling waarvan de bepaling onderdeel uitmaakt, dus van de totale wet.
Teleologische interpretatiemethode
De rechter doet een beroep op de bedoeling die de wetgever met de regeling heeft gehad.
Precedenteninterpretatie
De rechter verwijst naar eerdere uitspraken van rechters waarin onduidelijke bewoordingen al zijn uitgelegd.
Interpretatie naar redelijkheid en billijkheid
Rechter doet bij uitleg van onduidelijke bewoordingen een beroep op redelijkheid en billijkheid.
Jurisprudentie
Rechtsspraak; de beslissingen afkomstig van een rechter of rechtscollege.
Materieel recht
Recht dat betrekking heeft op wat mag en niet mag, dus welke rechten en verplichtingen iemand heeft.
Monopoliepositie
De staat die op het terrein van strafrecht via het OM het alleenrecht heeft om sancties zoals gevangenisstraf en boete op te leggen.
Objectief recht
Recht dat voor iedereen geldt.
Ondernemingsrecht
Recht met betrekking op alle regels die verband houden met het uitoefenen van een bedrijf.
Organieke wet
Wet uitgevaardigd in opdracht van de Grondwet.
Procederen
Naar de rechter stappen om je gelijk te eisen.
Publiekrecht (3)
Recht met betrekking tot alle regels die gelden tussen de overheid en de burger.
1. Strafrecht
2. Staatsrecht
3. Bestuursrecht
Redenering naar analogie
De niet-wettelijk vastgelegde situatie, lijkt zodanig op een wel vastgelegde situatie, dat diezelfde regel ervoor kan worden gebruikt.
Staatsrecht
Bepaalt de inrichting van de Nederlandse Staat en de manier waarop de burgers daar invloed op kunnen uitoefenen.
Subjectief recht
Rechten of plichten van een individu, omdat objectief recht is geschaadt.
Verdrag
Overeenkomst tussen twee of meer staten (bilateraal of multilateraal).
Wet in formele zin
Besluit dat tot stand is gekomen op grond van samenwerking tussen Staten-Generaal en regering.
Wet in materiële zin
Besluit dat gericht is tot een onbepaald aantal (niet bij naam genoemde) personen, voor onbepaalde tijd.
Functies van het recht (4)
- Normatief (gedragsregels)
- Geschiloplossend (conflicten, straffen)
- Additioneel (aanvullend)
- Instrumenteel (richtlijnen)
Rechtsbronnen (4)
- Wet
- Verdrag
- Jurisprudentie
- Gewoonte
Privaatrecht (4)
- Personen- en familierecht
- Vermogensrecht
- Ondernemingsrecht
- Burgerlijk procesrecht