quality Flashcards
1
Q
in perfecte staat
A
in mint/perfect condition
2
Q
van betere kwaliteit
A
of a higher standard
of higher quality
3
Q
voortreffelijk, verfijnd
A
fine
4
Q
superieur
A
vintage
5
Q
eersteklas
eersterangs
A
first-class first-rate
6
Q
overtreffen
A
beat [infml]
7
Q
in het voordeel zijn/een voorsprong hebben
A
have an edge on/over
8
Q
waarmaken
A
live up to
9
Q
middelmatig
A
so-so [infml]
10
Q
stelt weinig voor
A
not be up to much [infml]
11
Q
kan niet door de beugel, niet voldoend
A
not come up to scratch
12
Q
verschrikkelijk
A
awful
dreadful
ghastly
lousy [infml]
13
Q
ontstellend, ontzettend
A
appalling
14
Q
onherstelbaar
A
beyond repair
irreparable
15
Q
slecht onderhouden
A
be in bad repair
16
Q
verval, bouwvalligheid
A
in disrepair
fall into disrepair