industrial relations Flashcards
aantal arbeidskrachten, personeel(sbestand); beroepsbevolking
workforce
labour force
mankracht
manpower
personeel
the staff
the personnel
personeelslid
member of staff
an employee
handarbeiders, fabrieksarbeiders
blue-collar workers
kantoormensen, ambtenaren
white-collar workers
werknemer
worker
bedrijfsleider
manager
manageress
bestuurs-
managerial
(hand)arbeider
hand
labourer
werkman, handwerksman
workman
werkvloer
shopfloor
leidinggevend persoon, directeur
an executive
directeur
managing director
raad van bestuur
the board (of directors)
voorzitter, voorzitster
chairman
chairwoman
chairperson
bevorderen
to promote
to upgrade
degraderen
to demote
to downgrade
bedrag, tarief
a fee
loon
wages
pay
salary
loonstrookje
pay slip
opslag, loonsverhoging
a rise