Psychopharmacology: Psychopharmacology Flashcards
Wat zijn de verschillende principes van psychofarmacologie?
-Drugroutes
-Drugwerking in synapsen
-Tolerantie
-Sensitisatie
-Farmacokinetica en farmacodynamica
Wat zijn kenmerken van drugroutes?
-Route of administration: route die drug aflegt om bij target te komen
-Per obstakel dat overwonnen moet worden kan dosering met factor 10 kleiner worden
-Bloed-hersenbarrière
-Lichaam elimineert drugs uit systeem
Welke routes of administration zijn er?
-Oraal
-Intranasaal
-Huid
-Injectie in bloed
-Injectie in brein
Hoe werkt een orale administration van drugs?
-Makkelijkst, maar wel complex: eerst geabsorbeerd in epitheel in maag en dunne darm
-Vloeibaar makkelijker opgenomen, in vaste vorm enkel geabsorbeerd indien maagsappen ze kunnen oplossen
-Moet ook wateroplosbaar zijn, want bloed hoge waterconcentratie
-Via gassen (longen) gaan door wanden van respiratoir systeem bijna meteen zodra geïnhaleerd
Hoe werkt een intranasale administration van drugs?
Via olfactory bulb immediately to brain
Hoe werkt een administration van drugs via de huid?
3 cellagen, sommige kleinmoleculaire drugs makkelijk opgenomen hierdoor
-Bv: nicotine patches
Hoe werkt een injectie in het bloed als administration van drugs?
Minder barrières
Hoe werkt een injectie in het brein als administration van drugs?
Minste obstakels te passeren
Wat zijn kenmerken van de bloed-hersenbarrière?
-Passeren bloed doorheen brein lastig door bloed-hersenbarrière: dichte juncties tussen cellen bloedvaten in brein
-Functie: beschermen brein door ionenbalans, blokkeren stoffen die balans kunnen verstoren etc.
-3 breinregio’s zonder bloed-hersenbarrière
-Als peptide in brein wil: moeilijk, want niet door bloed-hersenbarrière, dus andere alternatieven
-Implicaties behandelingen sommige aandoeningen: sommige drugs werken perifeer in, maar doen niets centraal omdat niet door bloed-hersenbarrière geraken
Wat zijn extra kenmerken van die dichte juncties tussen cellen bloedvaten in het brein van de bloed-hersenbarrière?
-In brein cellen van endothelium bloedvaten sterk verbonden en bedekt door astrocyten, niet zo in rest lichaam waardoor stoffen makkelijk kunnen passeren: in brein kunnen stoffen dus niet zomaar doorheen
-Uitwisseling in brein door astrocyten (bedekken 80% oppervlakte bloedvaten) om bv zuurstof af te geven aan neuronen en gliacellen, grote en elektrisch geladen moleculen (bv sommige aminozuren) kunnen niet door
Welke 3 breinregio’s hebben geen bloed-hersenbarrière?
-Area postrema (onderaan hersenstam)
-Hypofyse
-Epifyse
Waarom heeft de area postrema geen bloed-hersenbarrière?
Detecteert giftige stoffen om braakreflex op te wekken
Waarom heeft de hypofyse geen bloed-hersenbarrière?
Detecteert hormonen om andere hormonen in reactie hierop los te laten in bloed
Waarom heeft de epifyse geen bloed-hersenbarrière?
Laat hormonen toe om dag-nachtcyclus te kunnen controleren
Hoe elimineert het lichaam drugs uit het systeem?
-Nadat drug ingewerkt (of nog ervoor) kataboliseert en verwijdert lichaam deze
–>Gebeurt in verschillende plaatsen in lichaam
–>Nieren, lever en gal breken af
–>Uitscheiding als faeces, urine, zweet, borstmelk en uitademen
–>Psychofarmaca ontworpen om zo lang mogelijk in lichaam te overleven
-Lever gespecialiseerd hierin: cytochroom P450 enzym familie zorgt dat veel drugs hier afgebroken kunnen worden
Hoe kunnen drugs inwerken op synapsen?
-Drugs werken in op 1 van processen in synaptische transmissie, maar zorgt steeds voor toe- of afname neurotransmissie
–>Toename: agonisten
–>Afname: antagonisten
-Voorbeeld: acetylcholinesynaps op skeletspieren
-Drugs kunnen invloed hebben op hersenwerking naast invloed op perifere synapsen wanneer ze bloed-hersenbarrière voorbij kunnen
Op welke manier werkt de acetylcholinesynaps op skeletspieren als voorbeeld van drugswerking?
-ACh-agonisten exciteren spieren, ACh-antagonisten inhiberen
-Beet zwarte weduwe: gif antagonist die ACh-release stimuleert (spierzwakte)
-Botuline (in blikvoer): antagonist die ACh-release blokkeert, medisch gebruikt om selectief bepaalde spieren te verlammen (botox)
-Nicotine: agonist AChR
-Curare: ACh-antagonist door receptor te blokkeren, maar door teveel in korte tijd stoppen beweging en ademhaling (kan sterven)
–>Gebruikt in stammen en wildlife om dieren tijdelijk te verlammen
–>Ook klinische situaties: curarederivaat voor heel precieze operaties
-Fysostigmine: agonist die AChE inhibeert, waardoor meer ACh in synaps, gebruikt als vergif/jaagmiddel
–>Door overexcitatie beweging/ademhaling verstoord
–>In kleine dosissen gebruikt voor behandeling myasthenia gravis
Wat zijn kenmerken van tolerantie?
-Verminderde respons op drug door herhaalde blootstelling
-Experiment met vrijwilligers in gevangenis
-Verschillende soorten tolerantie
-Experiment met ratten
Wat waren de bevindingen van het experiment met de vrijwilligers in de gevangenis in verband met tolerantie?
-13 weken lang dagelijks voldoende alcohol geven om voldoende in intoxicatie te zitten
-Aanvankelijk: hoge bloed-alcoholniveaus en tekens van intoxicatie
-Even later daalde niveau en mate intoxicatie, ondanks zelfde inname
-Bloedalcohol en tekenen van intoxicatie correspondeerden niet altijd met elkaar na tijdje: hoge bloedalcohol, maar weinig intoxicatietekens
–>Resultaat van 3 soorten tolerantie: steeds meer alcohol nodig om zelfde intoxicatieniveau te bereiken
Welke soorten tolerantie zijn er?
-Metabole tolerantie
-Cellulaire tolerantie
-Aangeleerde tolerantie
Wat is metabole tolerantie?
Aantal enzymen nodig om stof af te breken stijgt: snellere afbraak waardoor bloedniveaus dalen
Wat is cellulaire tolerantie?
Hersencellen adapteren om effecten drug op brein minimaal te houden: daarom lage gedragstekens van intoxicatie ondanks hoge bloedniveaus
Wat is aangeleerde tolerantie?
-Psychologisch-contextueel
-Als mensen leren omgaan met uitdagingen van leven onder invloed, waardoor minder geïntoxiceerd lijken
-Daardoor daling in uitingen intoxicatie
-Voorbeeld: verslaafde sterft na drug te nemen in onbekende omgeving
Wat waren de bevindingen van het experiment met de ratten in verband met aangeleerde tolerantie?
-Ratten leren elektrische schokken vermijden terwijl over smalle riem lopen
-Leertrials in 3 condities: alcohol voor training, alcohol na training, controleconditie
-Testfase: iedereen kreeg alcohol voor test
–>Conditie die reeds alcohol kreeg presteerde beter, want motorervaring ondanks alcohol en leerden hiermee omgaan en presteerden daardoor beter
Wat zijn kenmerken van sensitisatie?
-Toegenomen responsiviteit op drug (zelfde dosis) door periodiek gebruik (<=> tolerantie eerder bij chronisch gebruik)
-Experiment met ratten in observatiebox
-Experiment met ratten met zwemtaak
-Neurale basis en aangeleerd
-Relevant voor begrijpen van farmacologische effecten drugs
Wat waren de bevindingen van het onderzoek met de ratten in de observatiebox in verband met sensitisatie?
-Reacties op amfetamine-injecties bekijken (stimuleren dopaminereceptoren)
-Om 3-4 dagen nieuwe injectie (periodiek)
-Motorische activiteit steeds meer uitgesproken na toediening zelfde dosis
–>Niet te verklaren door gewenning testsituatie, want ook controleconditie waarbij geen effect
–>Maar: drugs in eigen kooi (vertrouwde omgeving) geen invloed op motorische activiteit
-Zelfs indien maanden tussen toediening of zelfs maar 1 toediening nog steeds sensitisatie
Wat waren de bevindingen van het onderzoek met de ratten met de zwemtaak in verband met sensitisatie?
-Flupentixol toegediend (antagonist, blokkeert DA-receptoren) aan goed getrainde ratten net voor zwemtaak
-Over trials steeds lagere zwemsnelheid, uiteindelijk zelfs volledig stoppen
-Effect zelfde als trials snel volgden of met enkele weken ertussen
-Sensitisatie niet altijd gekenmerkt door toename gedrag, kan ook tot afname leiden!
Wat is de neurale basis van sensitisatie?
-Veranderingen in synaps
-Veranderingen in aantal receptoren postsynaptisch
-Verandering in snelheid NT-metabolisme in synaptische spleet
-Verandering in NT-reuptake
-Verandering in aantal en grootte synapsen
Wat is de aangeleerde basis van sensitisatie?
-Dieren tonen veranderingen in aangeleerde responsen op omgevingscues naaramte sensitisatie voortgaat (moeilijk sensitisatie voort te brengen in vertrouwde omgeving)
-Experiment: toediening amfetamine aan ratten en meten responsen
Wat waren de bevindingen van het experiment waarbij ratten amfetamine toegediend kregen en de responsen gemeten werden?
-1 groep in testbox (thuis): geen sensitisatie
-1 groep uit echte kooi gehaald en in testbox voor elk dagelijks experiment: home-out effect
Wat is de verklaring van het home-out effect bij sensitisatie?
Mensen/dieren gewoon bepaalde gedragingen te stellen in thuisomgeving waardoor moeilijk om (ook onder invloed drugs)
Waarom is sensitisatie relevant voor het begrijpen van farmacologische effecten van drugs?
-Veel therapieën moeten weken genomen worden vooraleer effect: mogelijke rol sensitisatie
-Sensitisatie gerelateerd aan drugafhankelijkheid: voordat verslaafd,moet persoon gesensitiseerd worden door verschillende ervaringen met drug weg van thuisomgeving
-Stressvolle levensgebeurtenissen kunnen effecten teweegbrengen die lijken op sensitisatie en CZS gevoeliger maken voor verslaving
Wat is pharmacokinetics (PK)?
Gaat over beweging drugs doorheen lichaam
Wat zijn kenmerken van pharmacokinetics?
-Hoe lichaam drug verwerkt, verdeelt over lichaam, metaboliseert en elimineert ifv tijd
-Sigmoïdale curve van percentage maximumrespons
-Verschillende situaties mogelijk
-Differentiële effecten in maximum respons percentage
Hoe ziet het algemene verloop eruit van de sigmoïdale curve van de maximumrespons bij pharmacokinetics?
-Interval waar underdosed
-Lineaire stijging
-Afvlakking/plateau: meer dosis leidt niet tot evenveel toename in % respons, want maximum bereikt
-Overdosisrisico
Welke verschillende situaties zijn mogelijk bij farmacokinetica?
-Enkel agonist aanwezig: minder hoge dosis nodig om maximum te bereiken
-Agonist en niet-competitieve antagonist: plateau lager, geen verschil in buigpunt
-Agonist en competitieve antagonist: hogere dosis nodig om effect competitieve antagonist te compenseren, plateau even hoog als bij enkel antagonist (alleen veel hogere dosis)
Welke differentiële effecten zijn er mogelijk bij farmacokinetica?
-Volledige agonist: soms niet eens oorspronkelijk endogeen product, maar drug die nog hogere affiniteit heeft voor recepptor en nog effectiever dan endogene drug
-Partiële agonist: iets minder effect
-Neutrale agonist: geen effect
-Inverse agonist: tegengesteld effect agonist
Wat is pharmacodynamics (PD)?
-Gaat over biologische respons op drug
-Manier waarop transmissie beïnvloed, manier waarop interactie met target gebeurt
-Verschillende soorten interacties mogelijk met receptorproteïne (groot proteïne waar veel verschillende ligands op kunnen binden)
Welke verschillende interacties zijn er mogelijk met een receptorproteïne volgens pharmacodynamics?
-Agonist
-Competitieve inhibitor: bindt aan zelfde plaats waar normaal 1 kan binden, geeft tegengesteld effect
-Allosterische activator/inhibitor: bindt op andere plaats en kan inhiberen/exciteren
Welke groepen van psychoactieve farmaca zijn er?
-Groep 1: Anxiolytic agents and sedative-hypnotics
-Groep 2: Antipsychotic agents
-Groep 3: Antidepressants and mood stabilizers
-Groep 4: Opioid analgesics
-Groep 5: Psychotropics and hallucinogetics
Wat zijn anxiolytics en sedative-hypnotics?
-Continuüm: lage (angst verlagen) - medium (verdoven) hoge (sterke verdoving, coma) dosis
-Vanwege risico’s steeds minder voorgeschreven
Wat zijn voorbeelden van anxiolytics en sedative-hypnotics?
-Benzodiazapines: diazepam (Valium), alprazolam (Xanax), clonazepam (Klonopin)
-Barbiturates (anesthetic agents), alcohol
-Other anesthetics: gamma-hydroxybutyrate (GHB), ketamine (Special K), phencyclidine (PCP, Angel Dust)