Psychopharmacology: Primer to the nervous system Flashcards
In welke 2 delen is het zenuwstelsel opgesplitst?
-Centraal zenuwstelsel: hersenen en ruggenmerg
-Perifeer zenuwstelsel: zenuwvezels (craniaal, spinaal)
In welke 2 delen is het perifere zenuwstelsel opgesplitst?
-Sensorische, afferente vezels
-Motorische, efferente vezels
In welke 2 delen zijn sensorische, afferente vezels opgesplitst?
-Somatisch: signalen huid, spieren, zintuigen
-Visceraal: signalen inwendige organen
In welke 2 delen zijn motorische, efferente vezels opgesplitst?
-Somatisch: signalen naar skeletspieren, vrijwillig
-Autonoom: signalen naar smooth muscle, hartspier, klieren, ongecontroleerd
In welke 2 delen zijn autonome motorische, efferente vezels opgesplitst?
-Sympatisch: fight-flight
-Parasympatisch: rest-digest
Welke 3 specifieke functies vervult het zenuwstelsel?
-Ontvangen sensorische input
-Infoverwerking en integratie: info beoordelen, opslaan en respons genereren
-Motorische input creëren
Uit welke 2 types cellen bestaat zenuwweefsel?
-Neuronen
-Gliacellen
Wat zijn neuronen?
-Zorgen voor communicatie binnen zenuwstelsel via zenuwimpulsen
-Bestaat uit sensorische en motorische neuronen (lange axonen, gemyeliniseerd)
-Tussen sensorische en motorische neuronen: terneuronen die communicatie overbrengen (kort of lang, wel of niet gemyeliniseerd)
Wat zijn gliacellen?
-Ondersteunen en voeden neuronen
-Verschillende soorten: microglia, astrocyten, oligodendrocyten, schwann-cellen
Wat zijn microglia?
Fagocyten die pathogenen en afval verwijderen
Wat zijn astrocyten?
Metabole en structurele steun neuronen
Wat zijn oligodendrocyten?
-Zorgen voor myelinisatie in CZS
-1 oligodendrocyt myeliniseert 1 deel meerdere axonen
Wat zijn schwann-cellen?
-Zorgen voor myelinisatie in PZS
-1 schwann-cel myeliniseert 1 deel axon
Welke 3 types neuronen zijn er?
-Sensorische neuronen
-Interneuronen
-Motorneuronen
Wat zijn sensorische neuronen?
-In PZS, voert signaal receptor (detecteren verandering in interne/externe omgeving) naar CZS
-Heel lang axon vervoert prikkels van dendrieten naar soma en verder naar uitlopers
Wat zijn interneuronen?
-Volledig in CZS, ontvangt input sensorische neuronen en andere interneuronen
-Sommen alle ontvangen info op en vervoeren (geïntegreerd) naar motorneuronen
Wat zijn motorneuronen?
Vervoert prikkels weg van CZS naar effector (spier, klier, etc.), soma in ventrale hoorn
Wat zijn kenmerken van axonen omringd door myeline?
-Membranen schwanncellen of oligodendrocyten meermaals rond axon gewikkeld
-1 gliacel bedekt slechts deel axon: openingen ertussen zijn knopen van Ranvier
-Myeline: rol in snelheid transmissie
-Grijze stof in CZS geen gemyeliniseerde axonen, witte stof wel
-Belangrijke rol in herstellen zenuwen PZS: als axon beschadigd, blijft myeline aanwezig en fungeert als passageway voor groei nieuwe vezels
Welke aandoening wordt in verband gebracht met myeline?
Multiple sclerosis: afbraak myeline
Wat is een resting potential?
-Ladingsverschi intra- en extracellulair gescheiden door membraan axon: potentiële energie is rustpotentiaal, gemeten in millivolt
-Vergelijkbaar met batterij: ladingsverschil zorgt voor potentiële energie waarmee werk kan verrichten
Wat zijn kenmerken van een resting potential?
-Plasmamembraan gepolariseerd: buitenkant positief (hoge concentratie Na-ionen), K-ionen kunnen diffunderen uit cel en bijdragen tot positieve lading buiten cel en meer negatieve binnen cel
-Rustpotentiaal = -70mV
-Voor en na actiepotentiaal voortdurend gestreefd naar rustpotentiaal om potentiële energie te behouden (anders geen acties mogelijk): natrium-kaliumpomp protein carrier die actief transport verricht (Na naar buiten en K naar binnen), wat zorgt voor heropladen celbatterij
Wat is een action potential?
-Conductieproces waarbij door gebruikmaken rustpotentiaal (E(pot)) neurale signalen voortgebracht over axon heen
-Overview: -70mV => -55mV => +35mV => -70mV
Wat zijn kenmerken van een action potential?
-Stimulus activeert receptorcel: sterk genoeg om grenswaarde te bereiken (-55mV)
–>Alles-of-niets principe
–>Sterkte stimulus geen invloed eenmaal over threshold, wel op frequentie actiepotentialen binnen bepaalde tijd: intensity of message = f(#action potentials in time period)
-Depolarisatie: voltage-gated natriumkanalen openen in plasmamembraan axon, waardoor massale influx natriumionen (+35mV)
-Repolarisatie: bijna meteen na depolarisatie sluiten natriumkanalen, efflux kaliumionen
-Natrium-kaliumpomp herstelt via actief transport oude balans rustpotentiaal terug, gevolgd door refractaire periode
-Actiepotentiaal duurt 3-4msec
Wat is de propagation van een action potential voor een ongemyeliniseerd axon?
-Traag: 1m/s
-Ieder lokaal deel membraan moet actiepotentiaal verderzetten
Wat is de propagation van een action potential voor een gemyeliniseerd axon?
-Snel: 100m/s
-Thv knopen van Ranvier worden actiepotentialen voortgezet, in sprongen: saltatorische transmissie
-Ieder actiepotentiaal self-propagating: ieder actiepotentiaal genereert volgende doorheen gehele afstand
Hoe gebeurt de overdracht van een signaal over de synaps?
-Axon uitlopen in verschillende uitlopers eindigend in axon terminal: kleine verdikking einde (eindvoetje)
-Actiepotentiaal komt aan in axon terminal => opening Ca-kanalen en influx Ca-ionen, synaptische vesikels met NTs fuseren met presynaptisch membraan => NTs diffunderen over synaptische spleet en binden aan receptoren
–>Receptor met exciterend effect => postsynaptisch thv dendrieten influx Na-ionen (EPSP)
–>Receptor met inhiberend effect => efflux K-ionen (IPSP)
–>Cellichaam: alle EPSPs en IPSPs opgeteld en al dan niet actiepotentiaal
-Exciterend/inhiberend effect afhankelijk van type receptor en NT
-Na binding aan receptor NT snel terug verwijderd
Op welke manieren worden de NTs terug verwijderd?
-Heropname door presynaptisch neuron: herpakt in synaptische vesikels voor hergebruik of intracellulair afgebroken
-Afbraak door enzymen thv postsynaptisch membraan
Wat zijn NTs (kort) en wat zijn enkele voorbeelden?
-Zorgen voor overdracht signalen tussen neuronen
-Acetylcholine (ACh): actief in CNS en PNS, exciteert skeletspieren maar inhibeert hartspier
–>Exciterend/inhiberend effect op smooth muscle en klieren afhankelijk van locatie
-Norepinefrine: exciteert smooth muscle (PNS), rol bij dromen/waken en stemming (CNS)
-Serotonine: rol in thermoregulatie, emotie, slaap en perceptie
Wat zijn kenmerken van het CNS?
-Beschermd door bot: ruggenmerg door vertebrae, hersenen door schedel
-Ook meninges (hersenvliezen) rond ruggenmerg en hersenen
-Grijze en witte stof
Wat zijn meninges?
-Hersenvliezen rond ruggenmerg en hersenen
-Tussen hersenvliezen cerebrospinaal vocht: kussen als bescherming
-Aangemaakt en opgeslagen in hersenventrikels
-Overschot opgenomen in cardiovasculair systeem
–>Indien blokkage: opstapeling wat zorgt voor hydrocefalie bij jonge kinderen