Psychopharmacology: David Nutt: Not all in the brain Flashcards

1
Q

Uit welke 2 ruwe componenten bestaat het brein?

A

-Regio’s/circuits neuronen: hardware
-NTs: software

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de 3 grote drijfveren die leidden tot een beter begrip van neuropsychiatrie?

A

-Neuroimaging
-Moleculaire neurowetenschappen: relatie tussen genen, proteïnes, structuur/functie neuronen, etc.
-Genetica: kwetsbaarheden voor psychopathologie, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Op welke manier is neuroimaging een belangrijke drijfveer in de opkomst van de neuropsychiatrie?

A

-Door vooruitgang in methoden en paradigma’s mogelijk meer te weten over biologische basis verschillende (psychiatrische) aandoeningen
-Structurele hersenbeelden: MRI
–>Veel gebruikt, niet duur, detecteert (veranderingen in) hersenstructuur
–>Vaak als diagnosevorming
-Functionele hersenbeeldvorming
–>Obv bloeddoorstroming om activiteit te meten: PET en SPECT (radioactieve tracers), fMRI (magnetische veranderingen), EEG, MEG (magnetoencefalografie)
–>Obv farmacologie/neurochemie: PET en SPECT, MR spectroscopie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zien we in de hersenen bij een alcoholverslaving?

A

-Brein krimpt, evenveel schade als Alzheimer (beeld niet te onderscheiden): 20% Alzheimer van alcohol
-Casus: Amy Winehouse
-Behandelingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de casus van Amy Winehouse in verband met alcoholverslaving?

A

-Eerst verslaafd aan heroïne en alcohol, afgekickt
-Plots terug hervallen, stierf aan overdosis: door lange abstinentie daling tolerantie, waardoor veel meer risico op overdosis (indien niet gestopt, niet gestorven owv tolerantie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke behandelingen zijn mogelijk bij een alcoholverslaving?

A

-Momenteel weinig behandelingen mogelijk om relapse te voorkomen
-Overheid: “stop 6 weken en opgelost”, problematisch, zoals blijkt uit casus en tolerantiefenomeen
-Farmacum: nalmafene
–>Gebruikt bij binge-drinken, om controle niet te verliezen: reduceert aantal keer controle verliezen
–>Dampen down belonings-pathways, schakelt beloningssysteem uit
–>Minder dopamine-activiteit (wanting, urge daalt) in globus pallidus en putamen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zien we in de hersenen bij een heroïneverslaving?

A

-Casus: Seymour Hoffman
-Behandeling
-Imaging studie bij heroïne
-Studie: stoffen die mogelijks interfereren met verslaving: NK1-antagonist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de casus Seymour Hoffman in verband met heroïneverslaving?

A

-Stierf aan heroïne-overdosis: verslaafd, afgekickt en succesvol geworden, hervallen en gestorven
-Stress: belangrijke trigger voor relapse
-Wellicht opnieuw tolerantiefenomeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke behandelingen zijn mogelijk bij een heroïneverslaving?

A

-Alternatieve vormen van heroïne (methadon, etc.), maar ook verslavend
-Nood aan behandeling die op fenomeen verslaving inwerkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat waren de inzichten bij de imaging studie bij heroïne?

A

-Aan afgekickte heroïneverslaafden herinneringen aan innemen drug geïntroduceerd
-2 breinregio’s geactiveerd, betrokken bij emotieregulatie en beslissingen: anterieure cingulate cortex en orbitofrontale cortex (beide frontaal)
-Specifieke oplichting in activiteit bij herinneringen van gebruik en urge voor gebruik
-Grotere activiteit in regio’s naarmate tijd abstinentie langer: verliezen niet sensitiviteit cues die craving induceren
–>Biologische fingerprint die verslaving achterlaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat waren de inzichten in de studie over NK1-antagonist als stof die mogelijks interfereert met (heroïne)verslaving?

A

-Hersenbeeldvorming bij afgekickte heroïneverslaafden
–>NK1-antagonist: gebruikt voor chemotherapie-geïnduceerde misselijkheid (braken), betrokken in emotieregulatie, werken in op hersenstam
–>NK1-antagonist toegediend en blootgesteld aan stressvolle beelden: significante demping hersenactiviteit tov controlegroep, emotionele reactiviteit geïnhibeerd
-Implicatie: minder reactiviteit op stress
–>Groot risicofactor herval
-Momenteel trials met mensen die proberen van verslaving af te komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe zien de hersenen eruit bij een obsessief-compulsieve stoornis?

A

-Beeldvormingsstudies: overactivatie (hoger metabolisme) in frontale cortex en nucleus caudatus, veroorzaakt (mogelijk) herhaalde dwanghandelingen
-Bij behandeling daalt overactiviteit
-Behandeling: via antidepressiva (bv: SSRIs) en cognitieve gedragstherapie minder hyperconnectedness

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe zien de hersenen eruit bij epilepsie?

A

-Seizures ontstaan in motorische gebieden
-Lage dichtheid aan benzodiazepinereceptoren, die zorgen voor inhibitie, waardoor dit dus niet lukt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn paniekaanvallen en hoe ziet dit eruit in de hersenen?

A

-Lagere dichtheid aan benzodiazepinereceptoren in gebieden voor angstregulatie: rechter orbitofrontale cortex
–>Zorgen voor inhibitie, waardoor dit dus niet lukt
-Analoog aan “epileptische aanval” in angstgebieden
-Angststoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe hangen benzodiazepinereceptoren samen met verslavingen?

A

-Hoge dichtheid in mediaal-frontale cortex (belangrijk deel verslavingssysteem)
–>Bij verslaving alcohol/heroïne: significant lagere dichtheid
-Gerelateerd aan moeite met impulscontrole, minder inhibitie mogelijk van urge om drugs te gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een post-traumatische stressstoornis en hoe ziet dit eruit in de hersenen?

A

-Angststoornis geassocieerd met lage dichtheid inhiberende benzodiazepinereceptoren in mediale PFC
–>Gebied verantwoordelijk voor oproepen traumatische herinneringen: brein kan dit niet goed onderdrukken
-Relevantie: meer soldaten dood door suïcide dan door oorlog
-Behandelingen
–>Veel therapieën en farmaca falen
–>Belangrijk potentieel: MDMA (XTC)

17
Q

Op welke manier is MDMA een belangrijk potentieel in de behandeling van PTSS?

A

Studie
-MDMA toegediend: 125mg
-6 goede en 6 slechte herinneringen neerschrijven
-In MDMA-conditie
–>Goede herinneringen meer BOLD-responses (fusiforme gyrus)
–>Slechte herinneringen minder BOLD-responses (linker anterieure temporale cortex)
-MDMA dempt vloedtoevoer in amygdala en hippocampus (gebieden voor emotie en herinneringen)

18
Q

Wat is depressie en hoe ziet dit eruit in de hersenen?

A

-Gerelateerd aan serotonine in brein: studie met depressieve mensen onder PET-scan
-Evidentie: serotonine aan basis depressie, studie bij patiënten behandeld met SSRIs
-Verschillende farmaca gebruikt voor behandeling: sommige adhv serotonine, anderen in combinatie met andere NT-effecten (bv: dopamine en noradrenaline)
-Rol serotonine in affectieve toestand bij depressie en angst

19
Q

Op welke manier is depressie gerelateerd aan serotonine in het brein?

A

-Studie: mensen met depressie onder PET-scan
–>Minder 5-HT1A-R bij mensen met depressie (dempen normaal stressrespons in brein)
-Psychotherapie effect op dichtheid (verhoging) receptoren
-Huidige behandelingen met farmaca compenseren tekort aan serotoninereceptoren

20
Q

Wat waren de inzichten in de studie waarbij depressieve patiënten behandeld werden met SSRIs?

A

-Evidentie dat serotonine aan basis van depressie ligt
-Patiënten behandeld en daarna door dieet 5-HT depletie
-Op 5u tijd: terug depressief, zelfs depressieve wanen die terugkeren
-Krijgen terug bepaalde maaltijd waarmee meteen hersteld: terug euthym
-Euthym: evenwichtige gemoedstoestand
-Implicatie: depressieve cognities onderdrukt, maar nooit echt weg (kwetsbaarheid blijft)

21
Q

Welke verschillende farmaca worden gebruikt voor de behandeling van depressie?

A

-SSRIs: compenseren voor tekort in 5-HT1A-R door reuptake serotonine te inhiberen
-Andere: werking niet enkel op serotonine (MAOIs, SNRIs, melatonine-agonisten, etc.)

22
Q

Welke rol speelt serotonine in de affectieve toestand bij depressie en angst?

A

-Bij depressie en angst: negatief affect, angstig leidt tot depressieve en angstvallige gedachten, gevoelens en gedrag
-Indien SSRIs geven: meer positief affect en toegenomen veerkracht, beter tegen stress kunnen

23
Q

Wat is het Default Mode Network (DMN)?

A

-Actief wanneer persoon niets doet en aan zichzelf denkt
–>Verschillende regio’s bij betrokken
–>Overactief bij mensen met depressie
-Overactiviteit DMN bij depressieve patiënten onderdrukken met hallucinogenen: psylocibine (magic mushroom) en LSD

24
Q

Welke regio’s zijn betrokken bij het DMN?

A

-Posterieure cingulate cortex
-Mediale prefrontale cortex
-Gyrus angularis

25
Q

Hoe hangt een overactief DMN samen met depressie?

A

-Verklaring voor ruminatie: veel en negatief over zichzelf nadenken
-Connectiviteit in gebieden: toename ruminatie
-Kern rumineren: sugenual cingulate cortex als drijfveer voor overactief negatieve introspectie

26
Q

Op welke manier kan psylocibine (magic mushrooms) helpen bij een depressie?

A

-Verstoren DMN tijdens trip
-Tijdelijk geen default mode network, brein werkt heel anders tijdens trip (heel andere interconnectiviteit)
-Studie: dosis 25mg vs placebo bij depressieven
–>Blijvende effecten bij mensen met depressie: langdurig gevoel van welzijn, 1 meest betekenisvolle ervaringen in leven, kan zelfs jaren aanhouden
-Studie: dosis van 10 en week later 25mg bij mensen met therapieresistente major depression
–>Significant betere stemming, helft onder klinische grens
–>Bij aantal na verloop tijd (3 maanden later) terug stijging depressiescore

27
Q

Op welke manier kunnen psychedelica (bv LSD) helpen bij een depressie?

A

-Veranderen manier waarop brein info verwerkt en integreert, toegenomen connectiviteit tussen bepaalde gebieden (maar onderdrukking DMN): verandering attitude
-Negatieve wordt positieve valentie bij depressieve en angstige patiënten, op andere manier naar wereld en problemen kijken
-Onderbreken DMN en verminderen zo depressie

28
Q

Op welke 2 manieren kunnen antidepressiva en psychedelica helpen bij depressies?

A

-Werking SSRIs: bescherming tegen stress, copen met stressvolle gebeurtenis: passieve coping
-Werking psychedelica: reframe attitude op leven, meer adaptieve responsen op leven: actieve coping